ECLI:NL:TNORARL:2016:74 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden KL RK 16-95

ECLI: ECLI:NL:TNORARL:2016:74
Datum uitspraak: 27-12-2016
Datum publicatie: 05-01-2017
Zaaknummer(s): KL RK 16-95
Onderwerp: Personen- en Familierecht
Beslissingen:
  • Klacht niet-ontvankelijk
  • Klacht ongegrond
Inhoudsindicatie:   De indiening van een klacht dient hetzij direct, hetzij indirect verband te houden met het eigen belang van degene die de klacht indient. Tijdens de mondelinge behandeling van de klacht is klaagster diverse malen expliciet gevraagd wat haar belang bij indiening van deze twee klachtonderdelen is. Klaagster heeft hierop telkens geantwoord dat zij kwetsbare ouderen wil beschermen tegen notarissen die willen profiteren van hun naïviteit, waardoor ouderen kosten maken die niet zinvol zijn. De kamer is van oordeel dat dit door klaagster aangevoerde belang niet kan worden aangemerkt als een eigen redelijk belang van klaagster bij de door haar ingediende klachten.

Kenmerk: C/05/307747 / KL RK 16-95

beslissing van de kamer voor het notariaat van 27 december 2016

op de klacht van

[…],

wonende te […],

klaagster,

tegen

mr. […],

notaris te […].

Partijen worden hierna respectievelijk klaagster en de notaris genoemd.

1. Het verloop van de procedure

1.1 Het verloop van de procedure blijkt uit

-          de klacht, met bijlagen, van 5 september 2016;

-          het verweer van de notaris van 22 september 2016.

1.2 De klachtzaak is ter zitting van 16 november 2016 behandeld, waarbij zijn verschenen klaagster, vergezeld door haar zuster mevrouw [Z], enerzijds en de notaris anderzijds.

2. De feiten

2.1 Mevrouw […] (hierna: tante), geboren op 15 mei 1928, heeft op 4 juli 2008 aan haar twee nichten - klaagster en de zuster van klaagster, mevrouw [Z] - een algemene volmacht verleend. Deze akte is opgesteld en gepasseerd door de notaris.

2.2 Tante heeft op 10 december 2012 bij haar huisarts een onderhandse euthanasieverklaring/weigering van behandeling ondertekend.

2.3 Op 27 november 2013 heeft tante een gesprek gevoerd met de notaris op zijn kantoor. Bij brief van 29 november 2013 heeft de notaris aan tante bevestigd dat zij tijdens dit gesprek de opdracht heeft gegeven om haar algemene volmacht/levenstestament opnieuw op te stellen inclusief het opnemen van haar medische verklaring(en). In de brief is een hiervoor afgesproken tarief opgenomen waarbij vermeld is dat dit tarief exclusief eventueel later overeen te komen meerwerk is.

2.4 De notaris heeft tante vervolgens een conceptlevenstestament toegezonden. In dit concept is aan klaagster en haar zuster mevrouw [Z] een vermogensrechtelijke volmacht alsmede een medische volmacht verleend. Aan de medische volmacht zijn twee wilsverklaringen toegevoegd; de op 10 december 2012 ondertekende euthanasieverklaring en een door de notaris opgesteld behandelverbod.

2.5 Het door de notaris opgestelde levenstestament is niet door tante ondertekend. Er is geen rekening gestuurd aan tante.

2.6 Op 1 november 2015 is tante overleden.

2.7 Op 15 april 2016 heeft klaagster de notaris telefonisch benaderd. In vervolg hierop heeft op 18 april 2016 een gesprek tussen beiden plaatsgevonden op het notariskantoor.

3. De klacht

3.1 De klacht valt uiteen in de volgende drie onderdelen:

Klachtonderdeel 1: tekortgeschoten bij opstellen van conceptlevenstestament

Klaagster verwijt de notaris in het eerste klachtonderdeel dat hij een levenstestament heeft opgesteld voor haar tante waarin een waarborg ontbrak om bij toepassing van een behandelverbod een tweede onafhankelijke arts schriftelijk te laten rapporteren over de zorgvuldigheidseisen. Op dit punt wijkt het concept ten onrechte af van het KNB-model levenstestament.

Volgens klaagster is niet uitgesloten dat haar tante een niet-natuurlijke dood is gestorven. Zij meent dat haar tante behandelingen zijn onthouden door (misbruik van) toepassing van het behandelverbod door de huisarts. De huisarts had vrij spel omdat niet een andere, onafhankelijke arts hoefde te worden geraadpleegd. Dit zou niet anders geweest zijn als tante wel het door de notaris opgestelde levenstestament had ondertekend, aangezien deze waarborg hierin evenmin was opgenomen.

Klachtonderdeel 2: financiële uitbuiting van een oudere

Klaagster verwijt de notaris in het tweede klachtonderdeel financiële uitbuiting van een oudere. Klaagster heeft het vermoeden dat de notaris haar tante alleen heeft geadviseerd om een levenstestament op te stellen omdat hij aan haar wilde verdienen. Een levenstestament was niet nodig omdat tante immers alles al had geregeld; een volmacht voor klaagster en haar zuster en een onderhandse euthanasieverklaring. De notaris heeft volgens klaagster niet geluisterd naar de wens van tante. Tante wilde namelijk beslist niet een medische volmacht aan klaagster en de zuster van klaagster geven.

Een andere aanwijzing voor financiële uitbuiting is dat de notaris een rekening exclusief meerwerk heeft gestuurd en vervolgens het opstellen van nog twee aparte volmachten als meerwerk in rekening heeft gebracht.

Klachtonderdeel 3: onbetamelijk gedrag

Klaagster verwijt de notaris in het derde klachtonderdeel dat hij gedrag heeft vertoond dat een behoorlijk notaris niet betaamt. In reactie op de vraag van klaagster waarom de notaris in het levenstestament is afgeweken van het model-levenstestament door de waarborg van een tweede onafhankelijk arts niet in het concept-levenstestament op te nemen, is de notaris bijzonder boos op haar geworden en is hij zelfs tegen haar gaan schreeuwen.

4. Het verweer van de notaris

4.1 Ten aanzien van het eerste klachtonderdeel heeft de notaris naar voren gebracht dat de tekst van het behandelverbod geheel in overeenstemming met de wensen van de tante van klaagster tot stand is gekomen. De notaris heeft tante adequaat geïnformeerd over de gevolgen van deze wilsverklaring en zij was overigens volledig wilsbekwaam.

4.2 Ten aanzien van het tweede klachtonderdeel heeft de notaris nadrukkelijk ontkend dat tante geen medische volmacht wilde geven aan klaagster en haar zuster. De notaris heeft erop gewezen dat tante zelf een afspraak met hem heeft gemaakt om het opstellen van een levenstestament te bespreken. Tijdens de bespreking op 27 november 2013 bleek dat tante wenste dat de algehele volmacht uit 2008 zou worden vervangen door een levenstestament, bevattende niet alleen een vermogensrechtelijke volmacht doch ook een medische volmacht, aangevuld met persoonlijke wensen.

Verder heeft de notaris in zijn verweer erop gewezen dat hij geen enkele rekening aan tante heeft gestuurd - niet voor het geoffreerde werk en evenmin voor eventueel meerwerk - omdat tante uiteindelijk had aangegeven het levenstestament niet te willen ondertekenen. De stelling van klaagster dat de notaris het opstellen van nog twee aparte volmachten als meerwerk in rekening heeft willen brengen is onjuist. Naast het levenstestament hoefden niet nog twee extra volmachten te worden opgesteld.

4.3 Ten aanzien van het derde klachtonderdeel heeft de notaris erkend dat hij erg boos op klaagster is geworden. De notaris heeft echter uitdrukkelijk ontkend dat de reden hiervoor was dat klaagster hem vroeg waarom hij het model-levenstestament niet in alle opzichten had gevolgd. De reden voor zijn boosheid was dat klaagster tijdens zowel het telefoongesprek als de bespreking daarna de notaris ongefundeerd, niet onderbouwd en insinuerend heeft beschuldigd van betrokkenheid bij de dood van tante. Klaagster heeft gesuggereerd dat de notaris nauwe, al dan niet financiële, banden zou hebben met de huisarts en onder één hoedje met de huisarts zou hebben gespeeld.

De notaris heeft tijdens de mondelinge behandeling van de klacht erop gewezen dat hij nog precies weet wat in de twee gesprekken met klaagster aan de orde is geweest, aangezien hij vanwege het heftige karakter van deze gesprekken direct na afloop ervan gedetailleerde aantekeningen heeft gemaakt.

5. De beoordeling

5.1 Ingevolge artikel 93 lid 1 van de Wet op het notarisambt (hierna: Wna) zijn notarissen, toegevoegd notarissen en kandidaat-notarissen aan het tuchtrecht onderworpen ter zake van handelen of nalaten in strijd met hetzij enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling, hetzij met de zorg die zij behoren te betrachten ten opzichte van degenen te wier behoeve zij optreden en ter zake van handelen of nalaten dat een behoorlijk notaris, toegevoegd notaris of kandidaat-notaris niet betaamt. De kamer dient derhalve te onderzoeken of de handelwijze van de notaris een verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.

Klachtonderdelen 1 en 2:

5.2 Eerst dient beoordeeld te worden of klaagster in de eerste twee onderdelen van haar klacht kan worden ontvangen. Ingevolge artikel 99 lid 1 Wna kan een klacht over het handelen of nalaten van een notaris door een ieder met enig redelijk belang worden ingediend. De indiening van een klacht dient wel hetzij direct, hetzij indirect verband te houden met het eigen belang van degene die de klacht indient.

Tijdens de mondelinge behandeling van de klacht is klaagster diverse malen expliciet gevraagd wat haar belang bij indiening van deze twee klachtonderdelen is. Klaagster heeft hierop telkens geantwoord dat zij kwetsbare ouderen wil beschermen tegen notarissen die willen profiteren van hun naïviteit, waardoor ouderen kosten maken die niet zinvol zijn.

De kamer is van oordeel dat dit door klaagster aangevoerde belang niet kan worden aangemerkt als een eigen redelijk belang van klaagster bij de door haar ingediende klachten. Klaagster kan dan ook niet worden ontvangen in de klachtonderdelen 1 en 2.

5.3 De kamer overweegt nog ten overvloede dat zelfs als klaagster had kunnen worden ontvangen in deze klachtonderdelen, haar niet is gebleken van enig onzorgvuldig handelen van de notaris in dezen. Het staat een notaris vrij om af te wijken van een model-akte. Verder hebben de klachtonderdelen een suggestief karakter. De klachten zijn namelijk gebaseerd op de overtuiging van klaagster wat tante gewild zou hebben en op hetgeen tante hierover kennelijk aan klaagster heeft gezegd. Klaagster heeft echter in het geheel niet aangetoond dat tante dit ook tegenover de notaris heeft verklaard, waardoor hij in strijd met de wil van tante gehandeld zou hebben.

Klachtonderdeel 3:

5.4 De kamer constateert dat klaagster en de notaris verschillende lezingen hebben over de wijze waarop hun gesprekken in april 2016 zijn verlopen. De notaris heeft in zijn verweer naar voren gebracht dat hij boos is geworden door de insinuatie van klaagster dat hij vanwege financiële banden met de huisarts van tante betrokken zou zijn geweest bij de volgens klaagster niet-natuurlijke dood van tante. Volgens klaagster ontstak de notaris echter in woede in reactie op haar vraag waarom hij het model-testament van de KNB niet had gevolgd. Klaagster heeft tijdens de zitting in reactie op het verweer van de notaris ontkend dat zij hem betrokkenheid bij de dood van tante voor de voeten geworpen heeft. De notaris heeft vervolgens benadrukt dat dit wel uit zijn aantekeningen blijkt.

5.5 Gezien deze tegengestelde lezingen van de gesprekken die tussen klaagster en de notaris hebben plaatsgevonden, kan niet worden vastgesteld dat de notaris onheus zou hebben gereageerd op de vraag van klaagster om welke reden hij het model-levenstestament niet heeft gevolgd. Dit betekent dat het derde klachtonderdeel ongegrond dient te worden verklaard.

5.6 Indien klaagster de door de notaris gestelde insinuaties wel heeft geuit, acht de kamer het overigens gelet op de aard van de verwijten vanuit menselijk oogpunt bezien begrijpelijk dat de notaris boos is geworden op klaagster.

6. De beslissing

De kamer voor het notariaat in het ressort Arnhem-Leeuwarden

- verklaart klaagster niet-ontvankelijk in klachtonderdelen 1 en 2;

- verklaart klachtonderdeel 3 ongegrond.

Deze beslissing is gegeven door mr. M.L.J.C. van Emden-Geenen, voorzitter, mr. F.L.M. van de Graaff, mr. H.J. Hettema, mr. F. Drost en mr. C.J. Hofman-Wels leden, en door mr. O. Nijhuis, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. W.E. Markus-Burger, secretaris, in het openbaar uitgesproken op 27 december 2016.

De secretaris

De voorzitter