ECLI:NL:TNORARL:2016:69 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/308426 / KL RK 16/100

ECLI: ECLI:NL:TNORARL:2016:69
Datum uitspraak: 16-12-2016
Datum publicatie: 03-01-2017
Zaaknummer(s): C/05/308426 / KL RK 16/100
Onderwerp: Personen- en Familierecht
Beslissingen:
Inhoudsindicatie:   Mogelijke discussie over het voortbestaan van de schuld diende te worden voorkomen. Dat brengt met zich dat de notaris niet juist heeft gehandeld door de schuld niet conform het gestelde in het testament in de akte afgifte legaat te vermelden. Het was aan de notaris om, indien partijen het niet nodig of niet wenselijk achtten dat de schuld zou worden vermeld, zij er in had voorzien dat dit schriftelijk zou worden vastgelegd.

KAMER VOOR HET NOTARIAAT IN HET RESSORT ARNHEM-LEEUWARDEN                              

Kenmerk: C/05/308426 / KL RK 16/100

Beslissing van de kamer voor het notariaat op de klacht van

[…],

wonende te […],

tegen

[…],

notaris te […],

Partijen worden hierna klaagster en notaris genoemd.

1. Het verloop van de procedure

1.1  Het verloop van de procedure blijkt uit

-      de klacht met bijlagen van 16 september 2016

-      het verweer van de notaris van 1 november 2016

-      een brief met bijlage van de notaris van 1 november 2016, ontvangen op 4 november 2016.

1.2  De klachtzaak is ter zitting van 25 november 2016 behandeld. Klaagster is in persoon verschenen tezamen met de heer [ A ]. De notaris is eveneens in persoon verschenen.

2. De feiten

2.1 Tot aan zijn overlijden op 25 juli 2015 was klaagster gehuwd met de heer [ B ]  (hierna: erflater). Erflater heeft over zijn laatste wil beschikt bij testament van 6 oktober 2014. In het testament is klaagster benoemd tot executeur. De ouders van erflater zijn benoemd tot enige erfgenamen onder de last van een tweetal legaten aan klaagster.

2.2 Over de legaten is, voor zover hier van belang, in het testament onder artikel 2, aanhef, lid 1c het volgende bepaald: “Ik bepaal uitdrukkelijk dat onder de hiervoor genoemde activa welke mijn echtgenote kan verkiezen ook mijn woning gelegen te […], behoort, doch alleen onder de last de daarmee samenhangende resterende (hypotheek)schuld(en), waaronder de schuld aan mijn ouders, voor haar rekening te nemen en als eigen schuld te voldoen.”

2.3 Op 11 november 2015 is voor de notaris de akte afgifte legaat verleden. Daarin is het gelegateerde omschreven als de woning van erflater, belast met een recht van eerste hypotheek ten behoeve van ING bank genoemd. De schuld aan de ouders van erflater is in die akte niet genoemd. Met de erfgenamen is gesproken over het kwijtschelden van de schuld.

2.4 De ouders van erflater hebben zich tegen het einde van 2015 op het standpunt gesteld dat klaagster de schuld aan hen dient af te betalen. Klaagster heeft zich op basis van de akte afgifte legaat op het standpunt gesteld dat er geen sprake meer was van een schuld die zij nog aan de ouders van erflater moest voldoen.

2.5 Op verzoek van de ouders van erflater heeft de notaris bij brief van 4 april 2016 een akte rectificatie afgifte legaat aan klaagster voorgelegd. Klaagster heeft daar niet mee ingestemd.

3. De klacht en het verweer

3.1 Klaagster verwijt de notaris dat in de akte afgifte legaat van 11 november 2015 de schuld aan de ouders, de erfgenamen, van erflater niet is vermeld. Nadat de verstandhouding tussen klaagster en de erfgenamen verslechterde, zag zij zich geconfronteerd met een vordering van de erfgenamen. Klaagster geeft aan dat zij niet heeft ingestemd met de daarna door de notaris voorgestelde rectificatie van de akte. Naar de mening van klaagster zou zij zich dan juridisch in moeilijkheden hebben gebracht.

Daarnaast verwijt klaagster de notaris dat zij, in de procedure over de schuld aan de erfgenamen, vertrouwelijke e-mails tussen haar en de notaris heeft doorgespeeld naar de advocaat van de erfgenamen. Tot slot geeft klaagster aan dat zij door toedoen of nalaten van de notaris kosten ter zake van rechtsbijstand heeft moeten maken tot een bedrag van € 5.000,00. 

3.2 Op het verweer van de notaris zal de kamer, voor zover het verweer van belang is voor de beoordeling van de klacht, hierna ingaan.

4. De beoordeling

4.1 Ingevolge artikel 93 lid 1 van de Wet op het notarisambt (hierna: Wna) zijn notarissen, toegevoegd notarissen en kandidaat-notarissen aan het tuchtrecht onderworpen ter zake van handelen of nalaten in strijd met hetzij enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling, hetzij met de zorg die zij behoren te betrachten ten opzichte van degenen te wier behoeve zij optreden en ter zake van handelen of nalaten dat een behoorlijk notaris, toegevoegd notaris of kandidaat-notaris niet betaamt. De kamer dient derhalve te onderzoeken of de handelwijze van de notaris een verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.

4.2 De kamer stelt voorop dat voor zover klaagster met het noemen van de kostenpost van € 5.000,00 heeft bedoeld te verzoeken dat de kamer de notaris oplegt om klaagster daarin tegemoet te komen, dit door de kamer buiten beschouwing wordt gelaten omdat het niet aan de kamer is om daarover te oordelen.

4.3 Met betrekking tot het feit dat de schuld aan de ouders van erflater niet in de akte afgifte legaat van 11 november 2015 is opgenomen overweegt de kamer het volgende.

4.4 Uit de klacht en het verweer, alsmede het verhandelde ter zitting, volgt dat niet kan worden uitgesloten dat de schuld in overleg en dus welbewust niet is opgenomen in de akte. Ook kan niet worden uitgesloten dat klaagster, hoewel zij na het verlijden van de akte nog wel bedragen zou hebben afgelost, er in ieder geval op enig moment (na advies van derden) vanuit is gegaan dat, gezien de inhoud van de akte en het feit dat in enig gesprek met de erfgenamen kwijtschelding van de schuld ter sprake is gekomen, de schuld niet langer bestond. De notaris heeft hierover opgemerkt dat klaagster daar op basis van het testament niet vanuit mocht gaan.

4.5 Naar het oordeel van de kamer was het in een situatie als de onderhavige aan de notaris om mogelijke discussie over het voortbestaan van de schuld te voorkomen. Dat brengt met zich dat de notaris niet juist heeft gehandeld door de schuld niet conform het gestelde in het testament in de akte van 11 november 2015 te vermelden. Daardoor is het eventuele misverstand in de hand gewerkt. Het was aan de notaris om, indien partijen het niet nodig of niet wenselijk achtten dat de schuld zou worden vermeld, zij er in had voorzien dat dit  schriftelijk zou worden vastgelegd.

4.6 Gelet op het voorgaande zal de kamer de klacht wat dit onderdeel betreft gegrond verklaren. De kamer ziet in de omstandigheden van het geval aanleiding om de notaris de maatregel van een waarschuwing op te leggen.

4.7 Voor wat betreft de klacht dat de notaris haar geheimhoudingsplicht zou hebben geschonden door een e-mail van klaagster door te sturen naar de (advocaat van) de ouders van erflater volgt de kamer klaagster niet. De notaris ontkent dat zij dat heeft gedaan en er is niet komen vast te staan dat de notaris op de door klaagster gestelde wijze heeft gehandeld. De kamer zal dit onderdeel van de klacht ongegrond verklaren.

4.8 Mitsdien wordt als volgt beslist.

5. De beslissing

De kamer voor het notariaat in het ressort Arnhem-Leeuwarden

-          verklaart de klacht tegen de notaris gegrond voor zover deze ziet op de inhoud van de akte afgifte legaat;

-          legt de notaris de maatregel van waarschuwing op;

-          verklaart de klacht voor het overige ongegrond.

Deze beslissing is gegeven door mr. O. Nijhuis, voorzitter, mrs. C.J.M. Hendriks, E.J.M. Kerpen, L.P. Oostveen-ter Braak en V. Oostra, leden, en in tegenwoordigheid van G.J. Doeleman, secretaris, door de voorzitter in het openbaar uitgesproken op

de secretaris                                          de voorzitter

Tegen deze beslissing van de kamer voor het notariaat kunnen partijen binnen dertig dagen na de datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Amsterdam.

Postadres, postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.