ECLI:NL:TNORAMS:2016:8 Kamer voor het notariaat Amsterdam 597399/NT 15-84 P

ECLI: ECLI:NL:TNORAMS:2016:8
Datum uitspraak: 29-03-2016
Datum publicatie: 20-05-2016
Zaaknummer(s): 597399/NT 15-84 P
Onderwerp: Personen- en Familierecht
Beslissingen: Klacht ongegrond
Inhoudsindicatie:  De klacht bestaat uit twee onderdelen: (i) de notaris heeft verzuimd om een testament op te maken, terwijl zij wist dat spoed was vereist; (ii) de notaris heeft in weerwil van de gemaakte afspraak geen (telefonisch) contact met klager opgenomen waardoor niet tijdig een nieuwe afspraak tot stand is gekomen en de buurman van klager (over wie  klager zich gedurende een lange periode heeft ontfermd) zijn uiterste wil niet in een testament heeft kunnen vastleggen. De kamer ziet geen aanleiding om aan de door de notaris gegeven -en wegens haar geheimhoudingplicht ingegeven- summiere uitleg dat de buurman van klager niet in staat was om zijn uiterste wil te bepalen, te twijfelen. In het licht van een uitvoerige reactie van de notaris achteraf, is het feit dat zij klager niet heeft teruggebeld niet ernstig genoeg om daaraan tuchtrechtelijke gevolgen aan te verbinden. De kamer verklaart de klacht ongegrond.

KAMER VOOR HET NOTARIAAT IN HET RESSORT AMSTERDAM

Beslissing van 29 maart 2016 in de klacht met nummer 597399/ NT 15-84:

in de zaak van

[klager],

wonend te [plaats],

raadsman mr. D. Dekker,

klager;

tegen:

[de notaris],

notaris te [plaats],

raadsvrouw mr. M.A. Jansen,

de notaris.

1.          De procedure

De kamer is uitgegaan van de volgende stukken:

-        klacht, ingekomen op 12 november 2015;

-        reactie van de notaris, ingekomen op 26 november 2015.

Bij de mondelinge behandeling van de klacht op 16 februari 2016 (hierna: de zitting) zijn klager , zijn raadsman, en de notaris verschenen.  Partijen hebben het woord gevoerd, de raadsman van klager aan de hand van overgelegde spreekaantekeningen. Uitspraak is bepaald op heden.

2.          De feiten

2.1.       Op 22 september 2015 is de notaris op verzoek van klager langsgegaan bij de heer [naam] (hierna: [X]) in het ziekenhuis, waar [X] enige dagen eerder in verband met (onder meer) een herseninfarct was opgenomen, voor het bespreken en opmaken van de laatste wil van [X].

2.2.       [X], geboren op 9 juli 1924, was de buurman van klager, over wie klager zich gedurende een lange periode heeft ontfermd.

2.3.       De notaris heeft klager meegedeeld dat klager bij haar gesprek met [X] niet aanwezig mocht zijn, maar heeft toegezegd dat zij na afloop daarvan zou bellen met klager.

2.4.       De notaris heeft in het bijzijn van twee van haar medewerkers in het ziekenhuis met [X] gesproken. Volgens de notaris was het op dat moment niet mogelijk een testament op te maken omdat [X] niet in staat was zijn wil kenbaar te maken.

2.5.       De notaris heeft na afloop van haar gesprek met [X] niet gebeld met klager.

2.6.       [X] is op 26 september 2015 overleden.

2.7.       Op 14 oktober 2015 heeft de notaris aan klager onder meer het navolgende bericht:

“Voorts mijn oprechte excuses dat verzuimd is door mijn collega mevrouw Welp u terug te bellen naar aanleiding van ons bezoek aan de heer [X] in het ziekenhuis op 23 september 2015 [bedoeld zal zijn 22 september 2015, kvn].

(..)

Hoe het ook zij samen met mijn twee medewerkers zijn wij tot de slotsom gekomen, dat de heer [X] niet meer in staat was zijn wensen kenbaar te maken.

(..)

Inmiddels heeft mijn andere collega, mevrouw (naam), u telefonisch en in een uitvoerig persoonlijk gesprek op 7 oktober jl., te woord gestaan en uitleg gegeven over de gang van zaken.

3.          De klacht

3.1.       De klacht is, naar de kamer uit de ter zitting overgelegde spreekaantekeningen begrijpt, tweeledig:

1.     de notaris heeft verzuimd om een testament op te maken, terwijl zij wist dat spoed was vereist;

2.     de notaris heeft in weerwil van de gemaakte afspraak geen (telefonisch) contact met klager opgenomen waardoor niet tijdig een nieuwe afspraak tot stand is gekomen en [X] zijn uiterste wil niet in een testament heeft kunnen vastleggen.

3.2.       De notaris voert verweer, hetgeen -voor zover van belang- hierna in de beoordeling aan de orde zal komen.

4.          De beoordeling

4.1.       Ingevolge artikel 93 lid 1 Wna zijn notarissen, toegevoegd notarissen en kandidaat-notarissen aan tuchtrechtspraak onderworpen ter zake van handelen of nalaten in strijd met hetzij enige bij of krachtens de Wna gegeven bepaling, hetzij met de zorg die zij als notaris, toegevoegd notaris of kandidaat-notaris behoren te betrachten ten opzichte van diegenen te wier behoeve zij optreden en ter zake van handelen dat een behoorlijk notaris, toegevoegd notaris of kandidaat-notaris niet betaamt. De kamer dient te beoordelen of de handelwijze van de notaris een verwijtbare gedraging in de zin van voornoemd artikel oplevert.

4.2.       ontvankelijkheid klager

De notaris heeft als meest verstrekkend verweer gevoerd dat klager niet ontvankelijk dient te worden verklaard in zijn klacht, voor zover deze betrekking heeft op het niet opstellen van een testament in opdracht van [X]. Volgens de notaris heeft klager daarbij geen belang in de zin van artikel 99 Wna. Daarin kan de notaris naar het oordeel van de kamer niet worden gevolgd. Artikel 99, eerste lid, van de Wna bepaalt, voor zover hier van belang, dat klachten kunnen worden ingediend door “een ieder met enig redelijk belang”. Niet in geschil is dat klager destijds contact heeft opgenomen met de notaris met het verzoek om bij de ernstig zieke [X] langs te gaan voor het bespreken van zijn uiterste wil. Ook al kan klager niet als feitelijk opdrachtgever van de notaris worden beschouwd, brengt dat -anders dan de notaris kennelijk betoogt- niet reeds met zich dat klager geen belang heeft in voornoemde zin. Zijn betrokkenheid bij het in geschil zijnde optreden van de notaris is gelet op zijn betrokkenheid bij [X] en de toezegging van de notaris om klager terug te bellen na het bezoek aan [X], zodanig dat klager voldoende belang heeft bij een tuchtrechtelijke beoordeling van het handelen van de notaris .

4.3.       geen testament opgemaakt (klacht 1)

De kamer verklaart deze klacht ongegrond. De beantwoording van de vraag of [X] ten tijde van het bezoek van de notaris in het ziekenhuis in staat was om zijn uiterste wil te bepalen, is voorbehouden aan de notaris . De notaris heeft aangevoerd dat zij, mede gelet op de leeftijd van [X], het zogenaamde ‘Stappenplan’ heeft gevolgd en aan de hand daarvan tot de conclusie is gekomen dat het opmaken van een testament niet mogelijk was. Klager heeft daartegenover niets aangedragen waaruit zou kunnen worden afgeleid dat de notaris in de gegeven omstandigheden tot het opmaken van een testament had dienen over te gaan. Er is dan ook geen aanleiding om aan de door de notaris gegeven -en wegens haar geheimhoudingplicht ingegeven- summiere uitleg dat [X] niet in staat was om zijn uiterste wil te bepalen, te twijfelen. De klacht zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4.4.       geen uitvoering gegeven aan verzoek om terug te bellen (klacht 2)

De notaris heeft erkend dat zij had beloofd om klager na afloop van haar bezoek aan [X] te bellen. Vaststaat ook dat de notaris bij brief van 14 oktober 2015 uitvoerig heeft gereageerd jegens klager en daarbij haar excuses ten aanzien van dit verzuim heeft aangeboden. Naar het oordeel van de kamer is de handelwijze van de notaris , hoe vervelend deze ook door klager moge zijn ervaren, mede in het licht van de uitvoerige reactie van de notaris aan klager , onvoldoende zwaarwegend om daar tuchtrechtelijke gevolgen aan te verbinden. De klacht zal derhalve ongegrond worden verklaard.

5.          De beslissing

De kamer voor het notariaat:

5.1.       verklaart de klachten ongegrond.

Deze beslissing is gegeven door mrs. S.P. Pompe, voorzitter, C.J. Baas, L.A. Galman, C.E. Jonker, P.J. van Veen, leden, in tegenwoordigheid van mr. A. van Aldijk, secretaris, en in het openbaar uitgesproken op 29 maart 2016.

Tegen deze beslissing staat hoger beroep open bij het Gerechtshof te Amsterdam (postbus 1312, 1000 BH Amsterdam) binnen 30 dagen na de dag van verzending van de aangetekend verzonden kennisgeving.