ECLI:NL:TNORAMS:2016:37 Kamer voor het notariaat Amsterdam 594416/NT 15-71 CO

ECLI: ECLI:NL:TNORAMS:2016:37
Datum uitspraak: 16-12-2016
Datum publicatie: 17-03-2017
Zaaknummer(s): 594416/NT 15-71 CO
Onderwerp: Personen- en Familierecht
Beslissingen: Klacht gegrond met waarschuwing
Inhoudsindicatie: Deels gegronde klacht over afhandeling nalatenschap.  Gelet op de vele slordigheden in het dossier en het niet (dan wel te laat) reageren legt de kamer de notaris een waarschuwing op.

KAMER VOOR HET NOTARIAAT IN HET RESSORT AMSTERDAM

Beslissing van 16 december 2016 in de klacht met nummers 594416/NT 15-71 CO van:

[klager] ,

wonende te [plaats],

klager ,

tegen:

[notaris] ,

notaris te [plaats],

de notaris .

1. Het verloop van de procedure

De kamer is uitgegaan van de volgende stukken:

- klaagschrift van 10 september 2015, ingekomen op 28 september 2015;

- beslissing gerechtshof Amsterdam van 22 september 2015;

- verweerschrift met bijlage van 23 oktober 2015, ingekomen op 26 oktober 2015;

- bij pleitnota van 25 mei 2016 overgelegde producties door klager;

- brief van 21 juni 2016, ingekomen op 22 juni 2016 van de notaris.

Bij de mondelinge behandeling van de klacht op 26 mei 2016 zijn klager en de notaris verschenen.  Partijen hebben het woord gevoerd, klager aan de hand van overgelegde spreekaantekeningen. Uitspraak is bepaald op 16 december 2016.

2. De feiten

De kamer gaat uit van de volgende voor de beoordeling van de klacht van belang zijnde feiten en omstandigheden:

a.         De moeder van klager (hierna: erflaatster) is op 10 oktober 2014 overleden. Erflaatster was toen weduwe van de heer [ ], overleden in 1991 (hierna: erflater), met wie erflaatster was gehuwd in gemeenschap van goederen. Uit het huwelijk tussen erflater en erflaatster zijn vier kinderen geboren, waarvan klager er één is.

b.         Erflater heeft bij testament van 15 april 1982 beschikt over zijn nalatenschap. Ten gevolge van zijn overlijden is de toen bestaande gemeenschap van goederen ontbonden. De ontbonden huwelijksgemeenschap is niet verdeeld. Tot de ontbonden huwelijksgemeenschap behoort een perceel in [ ] (hierna: het perceel).

c.        Erflaatster heeft bij testament (verleden ten overstaan van de notaris) over haar nalatenschap beschikt op 30 november 2012, bij welk testament klager tot zijn legitieme is onterfd en de notaris tot executeur is benoemd.

d.         Na het overlijden van erflaatster is bekend geworden dat zij in 2003/2004    uitgebreid advies heeft gekregen van een collega-notaris omtrent de nalatenschap van erflater en diens testament. De collega-notaris heeft erflaatster geadviseerd te kiezen voor vruchtgebruik van de gehele nalatenschap van erflater.

e.         Klager heeft op enig moment grond aangekocht grenzend aan het perceel.

f.          Klager heeft de notaris op 31 augustus 2015 een kopie gezonden van een dagafschrift van januari 2012 waarop een saldo van € 103.494,84 is vermeld en heeft de notaris verzocht de helft van dat saldo naar een andere rekening over te maken.

g.         Klager heeft de notaris bij e-mail van 3 november 2015 verzocht om een nieuw financieel overzicht en duidelijkheid te verstrekken  omtrent de door hem gemaakte kosten. Ook heeft klager de notaris verzocht om de aangifte erfbelasting uit te stellen.

h.         Bij e-mail van 5 november 2015 heeft de notaris aan klager medegedeeld dat er geen aanleiding was om de aangifte erfbelasting uit te stellen. Ook heeft de notaris in deze e-mail aan klager medegedeeld dat hij op het andere deel van de e-mail van 3 november 2015 nog zou  terugkomen.

i.          Bij e-mail van 8 november 2015 heeft klager aan de notaris medegedeeld zich niet te kunnen verenigen met de reactie van de notaris en dat hij een tuchtklacht zou indienen.

3. De klacht

Klager beklaagt zich er samengevat over dat:

I.          de notaris de afhandeling van de nalatenschap van erflater naar zich toe heeft getrokken;

II.        de notaris ten onrechte aan de makelaar heeft medegedeeld dat hij als executeur met drie sterren volledig over het perceel zou kunnen beschikken;

III.       de notaris, ondanks meerdere verzoeken daartoe, geen nieuw financieel overzicht en urenverantwoording aan hem heeft gezonden;

IV.       het testament dat de notaris ten uitvoer heeft gelegd niet de laatste wil van erflaatster bevat, omdat de daaronder gepresenteerde handtekening niet door erflaatster gezet kan zijn. Erflaatster was destijds opgenomen in een verpleeginrichting.

4. Het verweer

4.1 De notaris stelt - samengevat - dat klager en de overige erfgenamen er destijds voor hebben gekozen de erfenis van erflater niet af te wikkelen. Hij is als executeur van erflaatster dan ook geconfronteerd met een onverdeeldheid ten gevolge waarvan in elke scenario beide nalatenschappen met elkaar te maken hebben. Pas nadat de notaris stukken ontving van een collega-notaris werd hem duidelijk dat erflaatster destijds had gekozen voor vruchtgebruik over de nalatenschap van erflater. Voor wat betreft het verstrekken van een financieel overzicht en urenverantwoording merkt de notaris op dat hij dit periodiek heeft gedaan, maar dat het soms wel eerder had gemoeten. Als laatste stelt de notaris dat indien klager de rechtsgeldigheid van het testament wil aanvechten het tuchtrecht daarvoor niet de juiste weg is.

5. De beoordeling

5.1 Ingevolge artikel 93 lid 1 van de Wet op het notarisambt (hierna: Wna) zijn notarissen aan het tuchtrecht onderworpen ter zake van handelen of nalaten in strijd met hetzij enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling, hetzij met de zorg die zij behoren te betrachten ten opzichte van degenen te wier behoeve zij optreden en ter zake van handelen of nalaten dat een behoorlijk notaris niet betaamt. De kamer dient derhalve te onderzoeken of de handelwijze van de notaris een verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.

5.2 De kamer zal zich voor de onderhavige zaak beperken tot de klachten zoals klager deze heeft neergelegd in zijn klaagschrift. Het is vaste rechtspraak van de kamer dat klager om redenen van hoor en wederhoor zijn klaagschrift niet één dag voor de zitting dan wel ter zitting kan aanvullen.

Klachtonderdeel I

5.3 Met betrekking tot klachtonderdeel I heeft klager onvoldoende duidelijk gemaakt wat hij precies bedoelt met de zinsnede dat de notaris de afhandeling van de nalatenschap van erflater naar zich toe heeft getrokken. Voor zover klager hiermee bedoelt te zeggen dat de notaris zijns inziens alleen de nalatenschap van erflaatster mocht afwikkelen en de nalatenschap van erflater buiten beschouwing had moeten laten overweegt de kamer, dat het in de praktijk gebruikelijk is dat twee samen-hangende nalatenschappen tegelijk worden afgewikkeld, omdat nu eenmaal de ene nalatenschap niet zonder de andere nalatenschap kan worden afgewikkeld. De notaris heeft in het onderhavige geval dan ook niet tuchtrechtelijk laakbaar gehandeld zodat dit klachtonderdeel ongegrond is.

Klachtonderdeel II

5.4 De notaris heeft de stelling van klager, dat de notaris aan de makelaar heeft meegedeeld als executeur met drie sterren volledig over het perceel te kunnen beschikken, niet weersproken. Ter zitting is komen vast te staan dat de notaris, in zijn hoedanigheid van executeur van erflaatster, niet zonder toestemming van de deelgenoten over erflaters deel van het perceel kon beschikken. De notaris heeft in het onderhavige geval dan ook te stellig gezegd dat hij volledig bevoegd was om over het perceel te kunnen beschikken. Het lag op de weg van de notaris om aan de makelaar genuanceerder uit te leggen wat de omvang van zijn rol precies was. Gelet daarop is dit klachtonderdeel gegrond.

Klachtonderdeel III

5.5 Klager heeft diverse keren gemotiveerd om een financieel overzicht en een urenverantwoording gevraagd. De notaris erkent dat het soms te lang duurde voordat hij aan dat verzoek gehoor gaf. Dit klachtonderdeel is dan ook terecht voorgesteld.

Klachtonderdeel IV

5.6 Met betrekking tot klachtonderdeel IV overweegt de kamer dat ter zitting duidelijk is geworden dat de notaris per abuis een conceptakte naar klager heeft gestuurd en dat deze conceptakte ook is gebruikt voor de aangifte bij de fiscus. Klager heeft dan ook gelijk indien hij stelt dat de aan hem toegestuurde (concept) akte niet de laatste wil van erflaatster bevatte. Daarnaast is het in de notarispraktijk gebruikelijk dat een afschrift alleen de handtekening van de notaris bevat en dat de minuutakte de handtekeningen van zowel de notaris als erflaatster bevat. Indien klager zich op het standpunt stelt dat de handtekening op de minuutakte niet van erflaatster is en dus is vervalst, kan hij zich tot de civiele rechter wenden. Het tuchtrecht is daarvoor niet de juiste weg.

Maatregel

5.7 Gelet op de vele slordigheden in het onderhavige dossier alsmede het niet dan wel te laat reageren wordt de notaris een waarschuwing opgelegd.

5.8 Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De kamer voor het notariaat:

-           verklaart de klachtonderdelen II en III gegrond;

-           legt de notaris een waarschuwing op;

-           verklaart de klachtonderdelen I en IV ongegrond.

Deze beslissing is gegeven door mrs. C.E. van Oosten-van Smaalen, voorzitter, T.H. van Voorst Vader, A.M.J.M. Ploumen, E.H. Huisman, en W.R. Bruinink, leden, in tegenwoordigheid van mr. J. van Sintemaartensdijk, secretaris, en in het openbaar uitgesproken op 16 december 2016.

Tegen deze beslissing van de kamer voor het notariaat kunnen partijen binnen dertig dagen na de datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Amsterdam (postadres, postbus 1312, 1000 BH Amsterdam).