ECLI:NL:TNORAMS:2016:25 Kamer voor het notariaat Amsterdam 604464/NT 16-24 Th

ECLI: ECLI:NL:TNORAMS:2016:25
Datum uitspraak: 04-08-2016
Datum publicatie: 15-08-2016
Zaaknummer(s): 604464/NT 16-24 Th
Onderwerp: Personen- en Familierecht
Beslissingen: Klacht ongegrond
Inhoudsindicatie:   De kamer is van oordeel dat de notaris genoegzaam aannemelijk heeft gemaakt dat hij ten tijde van het passeren van de akten alert is geweest op de mate van wilsbekwaamheid van de testatrice en dat hij geen aanleiding had om aan deze wilsbekwaamheid te twijfelen. Klacht ongegrond.

KAMER VOOR HET NOTARIAAT IN HET RESSORT AMSTERDAM

Beslissing van 4 augustus 2016 in de klacht met nummers 604464 /NT 16/24 TH van:

[klaagster] ,

wonende te [plaats],

klaagster ,

gemachtigde: B. Ronde,

tegen:

[notaris] ,

notaris te [vestigingsplaats],

de notaris .

1. Het verloop van de procedure

De Kamer is uitgegaan van de volgende stukken:

- klaagschrift met bijlagen ingekomen op 11 maart 2016;

- verweerschrift ingekomen op 25 maart 2016;

- brieven van de notaris ingekomen op 29 april en 1 juni 2016;

- brief van klaagster ingekomen op 24 mei 2016.

Bij de mondelinge behandeling van de klacht op 23 juni 2016 zijn klaagster, haar gemachtigde, en de notaris verschenen. Partijen hebben het woord gevoerd. Uitspraak is bepaald op 4 augustus 2016.

2. De feiten

De Kamer gaat uit van de volgende voor de beoordeling van de klacht van belang zijnde feiten en omstandigheden:

a.         Op 16 april 2016 is mevrouw [naam] (hierna te noemen: de testatrice) met haar neef [naam] (hierna te noemen: de neef) in persoon naar het kantoor van de notaris gekomen om haar testament uit 2009 te laten wijzigen. De testatrice is de tante van klaagster.

b.         Op 21 april 2015 heeft de notaris de ontwerpakte naar het huisadres van de testatrice verzonden.

c.         Enkele dagen na het verzenden van de ontwerpakte heeft de notaris telefonisch een tekenafspraak gemaakt voor 28 april 2015 op het huisadres van de testatrice.

d.         Op 28 april 2015 heeft de testatrice ten overstaan van de notaris het testament ondertekend, waarin zij de eerder opgemaakte testamenten herroept.

e.         Vervolgens heeft klaagster meerdere malen per e-mail aan de notaris gevraagd of hij haar van informatie zou kunnen voorzien met betrekking tot het nieuwe testament van de testatrice. In reactie op deze e-mails heeft de notaris zich meerdere keren op zijn geheimhoudingsplicht beroepen en aan klaagster medegedeeld dat zij via een verzoek aan de kantonrechter een bewindvoerder en/of mentor voor haar tante kan laten benoemen indien zij van mening is dat  haar neef financieel misbruik van haar tante maakt.

f.         Op verzoek van klaagster, naar eigen zeggen namens haar tante, heeft de notaris op 23 december 2015 een gesprek met de testatrice gevoerd met betrekking tot het aanpassen c.q. wijzigen van het testament van 28 april 2015.

g.         Bij brief van 12 januari 2016 heeft de testatrice aan de notaris medegedeeld dat het testament van 28 april 2015 niet dient te worden gewijzigd.

h.         Op 22 april 2016 is de testatrice overleden.

3. De klacht

3.1 Klaagster stelt dat zij kan worden aangemerkt als belanghebbende in de zin van artikel 99 lid 1 Wet op het notarisambt (hierna te noemen: Wna), omdat zij in haar belangen is geschaad door de testamentwijziging op 28 april 2015.

3.2 Klaagster stelt voorts dat de notaris onzorgvuldig heeft gehandeld doordat hij zich niet, althans niet voldoende, heeft verzekerd dat testatrice wilsbekwaam was ten tijde van de wijziging van het testament. Het is klaagster onduidelijk of de notaris het ‘Stappenplan Beoordeling Wilsbekwaamheid ten behoeve van notariële dienst-verlening’ (door de KNB opgesteld in 2006, hierna te noemen: het Stappenplan) heeft gevolgd, nu de notaris zich op zijn geheimhoudingsplicht beroept en geen duidelijk antwoord geeft op vragen van klaagster omtrent de gang van zaken rond het passeren van het testament. Klaagster weet dan ook niet of de notaris op verschillende manieren heeft geprobeerd vast te stellen of de testatrice in staat was haar wil te bepalen en wat haar wensen met betrekking tot de inhoud van het testament inhielden. Klaagster stelt dat de notaris het Stappenplan had moeten volgen, omdat zich de volgende feiten en omstandigheden voordeden ten tijde van de testamentwijziging:

-          testatrice was ten tijde van het passeren van het testament 90 jaar;

-          testatrice beheerde de administratie niet zelf;

-          testatrice heeft niet zelf de notaris benaderd;

-          testatrice stond onder invloed van de neef, die ook bij de afspraak met de notaris aanwezig was;

-          testatrice stond sinds april 2015 op de wachtlijst om ter observatie te worden opgenomen in het verpleegtehuis.

4. Het verweer

De notaris stelt zich samengevat op het standpunt dat hem een redelijke beoordelingsvrijheid toekomst bij het beoordelen van de wilsbekwaamheid van testatrice. Navraag bij de testatrice en de neef leerde de notaris dat zij nog zelfstandig wonend was, dat er geen medisch behandeltraject aan de orde was en dat de neef naar tevredenheid de financiën van testatrice regelde. Daarnaast stelt de notaris dat testatrice aan hem heeft medegedeeld dat zij haar testament uit 2009 wilde laten wijzigen vanwege familieomstandigheden. Ook zou het volgens testatrice praktischer zijn als de neef, naast het regelen van de financiën, ook andere handelingen voor haar zou kunnen verrichten indien zij zich te eniger tijd niet meer zou kunnen uiten of wilsonbekwaam zou worden. De notaris stelt voorts dat hij buiten aanwezigheid van de neef met de testatrice heeft gesproken en dat hij, gelet op de stelligheid van de wensen van testatrice, geen twijfels had aangaande haar wilsbekwaamheid. Als laatst stelt de notaris dat hij het ontwerp testament met de testatrice heeft besproken alvorens zij tot ondertekening overging. Ook toen waren er volgens de notaris geen indicaties of omstandigheden die er toe zouden moeten leiden dat hij zijn diensten op dat moment had moeten weigeren dan wel een medische verklaring had moeten verlangen.

5. De beoordeling

5.1 Ingevolge artikel 93 lid 1 van de Wet op het notarisambt (hierna: Wna) zijn notarissen aan het tuchtrecht onderworpen ter zake van handelen of nalaten in strijd met hetzij enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling, hetzij met de zorg die zij behoren te betrachten ten opzichte van degenen te wier behoeve zij optreden en ter zake van handelen of nalaten dat een behoorlijk notaris niet betaamt. De kamer dient derhalve te onderzoeken of de handelwijze van de notarissen een verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.

5.2 Aangezien de testatrice op 22 april 2016 is overleden, is tussen klaagster en de notaris niet langer in geschil dat klaagster als belanghebbende in de zin van artikel 99 lid 1 Wna kan worden aangemerkt. Ook de Kamer is van oordeel dat klaagster, als erfgename onder het vorige testament van haar tante, er een redelijk belang bij heeft dat de tuchtrechtelijke normen die gelden voor de betrokkenheid van de notaris bij het opmaken en wijzigen van testamenten worden nageleefd. Derhalve is klaagster ontvankelijk in haar klacht jegens de notaris.

5.3 Met haar klacht verwijt klaagster de notaris dat hij in strijd met het Stappenplan Beoordeling Wilsbekwaamheid (hierna te noemen: het Stappenplan) het testament van de testatrice op 28 april 2015 heeft gepasseerd. Iedere meerderjarige aan wie op grond van de wet de bekwaamheid daartoe niet is ontzegd, heeft het recht om een uiterste wil te formuleren en te laten vastleggen bij testament. Een notaris dient in beginsel zijn ministerie te verlenen en zal dus op verlangen van een testateur moeten doen wat is vereist om de uiterste wil vast te leggen. Zoals bij elke akte heeft de notaris echter de wilsbekwaamheid van de betrokkene ten aanzien van de beoogde rechtshandeling te beoordelen. Volgens vaste jurisprudentie van de Notariskamer van het Gerechtshof te Amsterdam komt het daarbij in eerste instantie aan op de eigen waarneming van de notaris, die daarvoor een redelijke beoordelingsvrijheid toekomt. Bij gerede twijfel aan de wilsbekwaamheid is in het algemeen verder onderzoek aangewezen, zoals ook volgt uit het Stappenplan. De kamer dient in deze procedure dan ook te beoordelen of de notaris ten tijde van het passeren van de akte voldoende zorgvuldigheid heeft betracht bij het vaststellen van de wilsbekwaamheid van de testatrice.

5.4 De door klaagster aangevoerde feiten en omstandigheden brengen niet automatisch met zich mee dat de testatrice wilsonbekwaam zou zijn, maar nopen wel tot extra zorgvuldigheid van de notaris. Uit het verweerschrift alsmede hetgeen de notaris ter zitting naar voren heeft gebracht kan worden opgemaakt dat hij ten tijde van het passeren van de akten voldoende zorgvuldig te werk is gegaan. Een beoordeling van de wilsbekwaamheid betreft een momentopname en klaagster heeft ter zitting erkend dat de testatrice heldere en minder heldere momenten had. Daarom valt niet in te zin dat de notaris niet met recht tot het oordeel heeft kunnen komen dat de testatrice ten tijde van het passeren van de akte wilsbekwaam was. Dat geldt te meer nu klaagster de testatrice in december 2015 ‑ en dus circa acht maanden na het passeren van het testament ‑ kennelijk zelf nog voldoende wilsbekwaam achtte om het testament opnieuw te wijzigen. Niet ter zake doet of de testatrice al dan niet sinds april 2015 op een wachtlijst stond om te worden opgenomen in een verpleegtehuis. Nog daargelaten dat dit ten tijde van het passeren van de akte niet bij de notaris bekend was, betekent de enkele opname in een verpleeghuis niet dat betrokkene niet (langer) wilsbekwaam is. De kamer is van oordeel dat de notaris genoegzaam aannemelijk heeft gemaakt dat hij ten tijde van het passeren van de akten alert is geweest op de mate van wilsbekwaamheid van de testatrice en dat hij geen aanleiding had om aan deze wilsbekwaamheid te twijfelen. De kamer zal de klacht tegen de notaris dan ook ongegrond verklaren.

5.5 Voor zover klaagster met haar verwijt dat de notaris geen duidelijk antwoord geeft op vragen van klaagster omtrent de gang van zaken rond het passeren van het testament een zelfstandig klachtonderdeel heeft willen voorbrengen, zal ook dat klachtonderdeel ongegrond worden verklaard. Vast staat immers dat de notaris na het overlijden van de testatrice in een aanvullend verweerschrift openheid van zaken heeft gegeven. Daarmee is het belang van dit klachtonderdeel komen te vervallen.       

Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor het Notariaat:

-       verklaart de klacht ongegrond.

Deze beslissing is gegeven door mrs. W.S.J. Thijs, voorzitter, M.V. Ulrici, L.A. Galman, C.E. Jonker, en N.T. Vink, leden, in tegenwoordigheid van mr. J. van Sintemaartensdijk, secretaris, en in het openbaar uitgesproken op 4 augustus 2016.

Tegen deze beslissing van de kamer voor het notariaat kunnen partijen binnen dertig dagen na de datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Amsterdam (postadres, postbus 1312, 1000 BH Amsterdam).