ECLI:NL:TNORSHE:2015:28 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2014/73

ECLI: ECLI:NL:TNORSHE:2015:28
Datum uitspraak: 21-09-2015
Datum publicatie: 20-06-2016
Zaaknummer(s): SHE/2014/73
Onderwerp: Personen- en Familierecht
Beslissingen: Klacht niet-ontvankelijk
Inhoudsindicatie: Tijdens mondelinge behandeling verklaart klager dat klacht als ingetrokken kan worden beschouwd als bank instemt met verkrijging van woning, die onderdeel uitmaakt van nalatenschap, door hem. Verdere behandeling wordt aangehouden voor overleg met bank, die instemt met gewenste verkrijging. Daarna vraagt klager de kamer uitspraak te doen. Uitleg artikel 99, lid 16, Wna; kamer beschouwt de klacht als ingetrokken en verklaart deze niet-ontvankelijk.

Klachtnummer    : SHE/2014/73

Datum uitspraak : 21 september 2015

KAMER VOOR HET NOTARIAAT IN HET RESSORT ’S-HERTOGENBOSCH

De kamer voor het notariaat neemt de volgende beslissing naar aanleiding van de klacht van

de heer mr. drs. [naam klager] (verder: klager), wonende te [woonplaats],

tegen

notaris mr. [naam notaris] (verder: notaris), gevestigd te [vestigingsplaats].

1.          De procedure

1.1.       Klager heeft bij brief van 7 september 2014 een klacht geformuleerd tegen de notaris.

Deze klacht is op 9 september 2014 binnengekomen bij de kamer voor het notariaat (verder: de kamer).

1.2.       De notaris heeft op de klacht geantwoord. Vervolgens is gerepliceerd en gedupliceerd.

1.3.       De voorzitter van de kamer heeft de behandeling van de zaak verwezen naar de volle kamer.

1.4.       De kamer heeft de klacht behandeld op 16 maart 2015. Klager en de notaris zijn ter zitting verschenen. Zij hebben hun standpunten toegelicht. Ter zitting is de verdere behandeling van de zaak aangehouden teneinde klager en de notaris in staat te stellen overleg te kunnen plegen met een bij het geschil tussen klager en de notaris betrokken derde partij, te weten de Rabobank.

1.5.      Aanvankelijk is de behandeling van de zaak aangehouden voor een periode van 1 maand maar na bericht van de notaris dat het overleg nog niet afgerond was heeft de kamer de zaak voor onbepaalde tijd aangehouden. Gedurende de periode van aanhouding hebben partijen stukken van inhoudelijke aard ingezonden.

1.6.      Bij e-mail van 29 mei 2015 heeft klager de kamer verzocht een uitspraak te doen.

1.7.      Bij brief van 12 juni 2015 heeft de notaris de kamer bericht dat het overleg met de Rabobank resultaat heeft gehad en dat de Rabobank onder voorwaarden bereid gevonden was mee te werken aan een regeling / oplossing.

1.8.      Bij brief van 8 juli 2015 heeft de kamer de notaris en [naam klager] bericht voorshands van oordeel te zijn dat, gelet op het verhandelde ter zitting, de klacht als ingetrokken dient te worden beschouwd, nu een regeling met de Rabobank kennelijk mogelijk is gebleken.

1.9.      In reactie hierop heeft klager de kamer bij e-mail verzocht uitspraak te doen.


2.          De beoordeling

2.1.       Op grond van artikel 93, lid 1, van de Wet op het notarisambt (Wna) zijn notarissen en kandidaat-notarissen aan het tuchtrecht onderworpen. De kamer dient de handelwijze van de notaris te toetsen aan de in dat artikel omschreven tuchtnorm.

2.2.      De klachten van klager zien op de afwikkeling van de nalatenschap van de vader van klager, de heer dr. [nam vader van klager], door de notaris als vereffenaar, daartoe aangesteld door de rechtbank Oost-Brabant.

2.3.      Vaststaat dat klager ter zitting van 16 maart 2015 expliciet heeft verklaard dat de klacht als ingetrokken kan worden beschouwd indien de Rabobank instemt met een verkrijging door hem van de woning die onderdeel uitmaakt van deze nalatenschap.

2.4.      Voorts is vast komen te staan dat de Rabobank inmiddels heeft ingestemd met deze verkrijging door klager.

2.5.      Uit artikel 99, lid 16, Wna volgt dat verdere behandeling van een klacht, na intrekking daarvan door de klager, slechts aan de orde kan zijn indien het algemeen belang dit naar het oordeel van de kamer vordert of indien de beklaagde notaris schriftelijk verklaart voortzetting van de behandeling van de klacht te verlangen.

2.6.      Naar het oordeel van de kamer is niet gebleken van een algemeen belang dat voortzetting van de behandeling vordert. De notaris heeft, hoewel daartoe in de gelegenheid gesteld, evenmin om voortzetting van de behandeling van de klacht verzocht.

2.7.      Er is derhalve geen wettelijke grond voor voortzetting van de behandeling van de klacht. De kamer voegt daar nog aan toe dat de notaris recht heeft op een eerlijk proces. Zou de intrekking van een klacht kunnen worden herroepen, ook nog nadat de intrekking daarvan aan de notaris bekend is geworden en deze geen gebruik heeft gemaakt van zijn bevoegdheid om voortzetting van de behandeling van de klacht te verlangen, dan zou de notaris afhankelijk worden van willekeurig handelen van klager, hetgeen onverenigbaar is met het beginsel van een eerlijk proces. Door een herroeping van de intrekking van de klacht kan klager zich dus niet onttrekken aan het bepaalde in artikel 99, lid 16, Wna. Los van het vorenstaande heeft klager ook geen feiten of omstandigheden aangevoerd die zijn intrekking van de klacht ter zitting in twijfel kunnen trekken of van dusdanige ernst/gewicht zijn, dat voortzetting van de klacht geboden is. Dit alles leidt ertoe dat door het intreden van de voorwaarde onder 2.3. bedoeld de kamer de klacht als definitief ingetrokken beschouwt.

3.          De beslissing

De kamer voor het notariaat:

verklaart de klacht niet-ontvankelijk.

Deze beslissing is gegeven door mr. H.A.W. Snijders, plaatsvervangend voorzitter, mr. J.H.L.M. Snijders, plaatsvervangend rechterlijk lid, mr. J.L.G.M. Mertens, notaris lid, mr. M.A.M. Kessels, plaatsvervangend notaris lid, en mr. J.J.G.M. Kuijpers, belasting lid.

Uitgesproken in het openbaar op 21 september 2015 door mr. W.M. Weerkamp, plaatsvervangend voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. E.J. van Vliet als secretaris.

Hoger beroep tegen vorenstaande beslissing is mogelijk door indiening van een verzoekschrift - binnen dertig dagen na dagtekening van het aangetekend schrijven waarbij van deze beslissing is kennis gegeven - bij het gerechtshof te Amsterdam, postadres: postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.