ECLI:NL:TNORSHE:2015:21 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2015/58 SHE/2015/59

ECLI: ECLI:NL:TNORSHE:2015:21
Datum uitspraak: 16-11-2015
Datum publicatie: 25-11-2015
Zaaknummer(s):
  • SHE/2015/58
  • SHE/2015/59
Onderwerp: Overig
Beslissingen:
  • Klacht gegrond zonder maatregel
  • Klacht ongegrond
Inhoudsindicatie:   Klagers en verweerders zijn allen als notaris gevestigd in dezelfde vestigingsplaats. Klagers verwijten verweerders dat zij in hun domeinnaam en het daaraan gelieerde e-mailadres gebruik maken van de naam van de vestigingsplaats, terwijl in deze vestigingsplaats meerdere notarissen zijn gevestigd en klagers bezwaar hebben gemaakt tegen (voortzetting van) dat gebruik. Op grond van art. 19 van de Verordening beroeps- en gedragsregels 2011 dient een notaris bij het naar buiten optreden zorg te dragen voor een juiste en volledige presentatie van het kantoor. Ook het gebruik van internetadressen valt onder het begrip “naar buiten optreden”. Verweerders stellen dat de opvattingen over een dergelijk gebruik van de naam van de vestigingsplaats inmiddels zijn veranderd en weigeren dit gebruik te staken. Partijen hebben hun verschil van inzicht voorgelegd aan de KNB. Mede gezien het op 15 januari 2015 door de KNB verwoorde standpunt over deze kwestie is de kamer van oordeel dat de toelichting d.d. 22 juni 2011 bij genoemde bepaling in 2015 nog steeds van toepassing is. In hetgeen verweerders hebben gesteld ziet de kamer geen aanleiding om een andere uitleg aan deze bepaling te geven. Door de naam van de vestigingsplaats in de domeinnaam en het e-mailadres te (blijven) gebruiken, dragen verweerders geen zorg voor een juiste en volledige presentatie van hun kantoor. Klacht op dat punt gegrond zonder opleggen van maatregel, overige klachtonderdelen ongegrond.

Klachtnummers    : SHE/2015/58

                                SHE/2015/59

Datum uitspraak   : 16 november 2015

KAMER VOOR HET NOTARIAAT IN HET RESSORT ’s-HERTOGENBOSCH

De kamer voor het notariaat neemt de volgende beslissing naar aanleiding van de klacht van 

notaris de heer mr. [naam],

notaris mevrouw mr. [naam],

notaris de heer mr [naam],

notaris de heer mr. [naam],

notaris mevrouw mr. [naam] (hierna gezamenlijk: klagers),

allen gevestigd in [naam vestigingsplaats, hierna: X],

tegen  

notaris de heer mr. [naam] (klacht SHE/2015/58),  

notaris mevrouw mr. [naam] (klacht SHE/2015/59),                                           

beiden gevestigd in [naam vestigingsplaats, hierna: X].

1.         De procedure

1.1.      Bij brief van 10 juli 2015 hebben klagers een klacht geformuleerd tegen mr. [naam] en mr. [naam] (hierna gezamenlijk: verweerders). De klacht is op 15 juli 2015 binnengekomen bij de kamer voor het notariaat (hierna: de kamer).

1.2.      Verweerders hebben op de klacht geantwoord, waarna de plaatsvervangend voorzitter van de kamer heeft besloten de zaak door te verwijzen naar de volle kamer.

1.3.      De kamer heeft de klacht behandeld op 19 oktober 2015. Namens klagers zijn verschenen notaris [naam] en notaris [naam]. Zij hebben het standpunt van klagers toegelicht, mede aan de hand van een pleitnota. Notaris [naam] is verschenen namens verweerders en heeft hun standpunt toegelicht.  

2.         De feiten

2.1.      Klagers, die allen als notaris gevestigd zijn in [X], zijn verbonden aan “[kantoornaam] Notarissen”. Zij maken gebruik van de (internet) domeinnaam www.[...]notarissen.nl en van het e-mailadres *@[...]notarissen.nl.

2.2.      Verweerders zijn eveneens als notaris gevestigd in de gemeente [X]. Zij houden kantoor onder de naam “[kantoornaam] notarissen” en maken sinds 2002 gebruik van de (internet) domeinnaam www.notaris[X].nl en van het e-mailadres *@notaris[X].nl.

2.3.      Op 21 februari 2013 heeft bij verweerders een intercollegiale toetsing door de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (hierna: KNB) plaatsgevonden. Bij die gelegenheid is het gebruik van de domeinnaam aan de orde geweest. In de daaropvolgende auditrapportage, door verweerders ontvangen op 4 maart 2013, wordt vermeld:

“Aandachtspunt(en):

Het kantoor heeft als websiteaanduiding: www.notaris[X].nl .

De toenmalige auditor noemde dit aandachtspunt aangezien in 2010 de notariële regelgeving het gebruik van een dergelijke domeinnaam niet toestond wanneer er meerdere notariskantoren in die plaats gevestigd waren. Thans kan geconcludeerd worden dat de opvattingen daarover in drie jaar gewijzigd zijn en er geen dringende reden is de domeinnaam aan te passen, mede omdat de andere [in X gevestigde] notariskantoren niet daartegen zijn opgekomen.” 

2.4.      Bij brief van 8 oktober 2013 hebben klagers verweerders gevraagd het gebruik van de gebruikte namen met daarin de aanduiding [X] te staken en voor een andere naam te kiezen. Verweerders hebben klagers bij brief van 24 oktober 2013 meegedeeld dat zij geen gehoor zullen geven aan het verzoek van klagers. In deze brief hebben zij verwezen naar de genoemde auditrapportage van de KNB en vermeld dat de conclusie van de KNB luidde:

“dat de opvattingen daarover zijn gewijzigd en er geen reden is de domeinnaam aan te passen.”

2.5.      Nadien hebben klagers en verweerders nog nader met elkaar gecorrespondeerd en hun standpunt over en weer uiteengezet. Vervolgens hebben zij afgesproken dat zij, ter voorkoming van een tuchtrechtelijke procedure, hun verschil van inzicht aan de KNB zouden voorleggen. Klagers hebben dit gedaan bij e-mailbericht van 22 december 2014.

2.6.      Bij e-mailbericht van 15 januari 2015 heeft mr. W.J. Geselschap, verbonden aan de KNB, op het verzoek gereageerd. Klagers hebben dit e-mailbericht van mr. Geselschap aan verweerders toegezonden met het verzoek daarop te reageren. Als gevolg van het uitblijven van een reactie van verweerders hebben klagers deze klacht ingediend bij de kamer.

3.         De klacht

3.1.      Klagers verwijten verweerders (samengevat) dat zij door zich, ook nadat daartegen bezwaar is gemaakt, te bedienen van de domeinnaam www.notaris[X].nl en het e-mailadres  *@notaris[X].nl naar het publiek toe ten onrechte de suggestie wekken dat hun kantoor het enige notariskantoor in [X] zou zijn. Daardoor handelen verweerders in strijd met het bepaalde bij artikel 19 van de Verordening beroeps- en gedragsregels 2011 (onderdeel 1 en 2 van de klacht). Verder verwijten zij verweerders dat zij het standpunt van de KNB in het kader van audit onvolledig hebben weergegeven waardoor zij klagers hebben misleid (onderdeel 3) en dat zij niet meer hebben gereageerd nadat klagers het bericht van mr. Geselschap aan hen hadden toegezonden (onderdeel 4).  

3.2.      Verweerders hebben gemotiveerd verweer gevoerd tegen de klacht. De inhoud van dit verweer zal, voor zover voor de beoordeling relevant, hierna worden besproken. 

4.         De beoordeling

4.1.      Op grond van artikel 93 lid 1 van de Wet op het notarisambt (hierna: Wna) zijn notarissen aan het tuchtrecht onderworpen ter zake van handelen of nalaten in strijd met hetzij enige bij of krachtens de wet gegeven bepaling, hetzij met de zorg die zij als notaris behoren te betrachten ten opzichte van degenen te wier behoeve zij optreden en ter zake van handelen of nalaten dat een behoorlijk notaris niet betaamt. De kamer dient de handelwijze van verweerders te toetsen aan deze tuchtnorm.

Onderdeel 1 en 2

4.2.      Ter beoordeling ligt allereerst de vraag voor of verweerders door gebruik te maken van de hiervoor genoemde domeinnaam en het hiervoor genoemde e-mailadres in strijd handelen met de genoemde verordening (hierna ook: Vbg). Deze verordening van 22 juni 2011 is gebaseerd op artikel 61 Wna, vastgesteld door de ledenraad van de KNB en goedgekeurd door de Minister van Veiligheid en Justitie. Op grond van artikel 19 Vbg dient een notaris bij het naar buiten optreden zorg te dragen voor een juiste en volledige presentatie van het kantoor. De toelichting bij deze bepaling luidt als volgt:

“Onder naar buiten optreden wordt verstaan: het in het kader van de praktijkuitoefening doen van mededelingen, kennisgevingen of aankondigingen dan wel het zich op andere wijze naar buiten presenteren door de notaris of door een samenwerkingsverband als zodanig. Ook het gebruik van internetadressen valt onder het begrip “naar buiten optreden” (zie Hof Amsterdam 9 oktober 2003, nr. 327/2003 NOT).

De aanduiding van een kantoor moet met de werkelijkheid overeenstemmen. Zo mag een notariskantoor zich niet ‘notariskantoor Delft’ of ‘notarispraktijk Amsterdam’ noemen, omdat in Delft en Amsterdam meer notariskantoren gevestigd zijn.”

4.3.      Naar aanleiding van een vergelijkbare klacht als deze heeft het hof in Amsterdam op 15 mei 2012 (onder meer) overwogen dat het gebruik van de vestigingsplaats in de domeinnaam en het daarbij behorende e-mailadres bij het publiek de -onjuiste- indruk wekte dat de notaris tegen wie de klacht was ingediend de enige notaris in die vestigingsplaats was. Door dat gebruik presenteerde deze notaris zijn kantoor derhalve niet juist, aldus het hof, hetgeen in strijd werd geacht met een gelijkluidende bepaling uit de destijds van toepassing zijnde Vbg. Het beroep op de marktwerking en het recht te concurreren kon volgens het hof aan die strijdigheid niet afdoen, omdat het recht te concurreren niet mede het recht omvat het publiek ten koste van de concurrent een onjuiste voorstelling van zaken te geven (ECLI: NL:GHAMS:2012:BX9030).  

4.4.      In genoemd e-mailbericht van 15 januari 2015 heeft mr. Geselschap namens de KNB als volgt bericht:

“Het gebruik van een domeinnaam of kantoornaam met daarin de term notaris, notarissen of notariskantoor e.d. in combinatie met een plaatsnaam is alleen toegestaan indien in een plaats één notaris is gevestigd en dus niet het beeld kan ontstaan dat er slechts één notaris(kantoor) in de betreffende plaats gevestigd (kamer: is) terwijl dit niet zo is. In [X] zijn (vanzelfsprekend) meer notarissen en notariskantoren gevestigd, waardoor het gebruik van de gewraakte domeinnaam op grond van artikel 19 Vbg en de huidige stand van de tuchtrechtspraak niet is toegestaan. Hierbij hoeft niet te worden aangetoond dat de naamgeving verwarring oplevert. Ook het argument van uw collega’s dat [X] zo groot is dat de verwarring niet zou kunnen ontstaan is niet ter zake doende. De naamgeving komt niet overeen met de werkelijkheid.

(…)

De door uw collega’s gehanteerde argumentatie zou ook gelden voor Amsterdam, toch is dit niet toegestaan.

Er is geen aanleiding om aan te nemen dat de bewuste regel op korte termijn zal worden gewijzigd of afgeschaft. Dit houdt in dat de regel onverkort van toepassing blijft.”         

4.5.      Bij gebrek aan andersluidende gegevens, die niet zijn gesteld of gebleken, gaat de kamer ervan uit dat de toelichting bij artikel 19 Vbg d.d. 22 juni 2011 in 2015 nog steeds van toepassing is. De kamer ziet in hetgeen verweerders hebben gesteld geen aanleiding om een andere uitleg te geven aan deze bepaling. Nu verweerders door het naar buiten treden op de bovenomschreven wijze niet zorgdragen voor een juiste en volledige presentatie van hun kantoor en klagers bezwaar hebben gemaakt tegen het gebruik van de domeinnaam en het e-mailadres van verweerders is de kamer dan ook van oordeel dat verweerders in strijd handelen met de genoemde bepaling door desondanks gebruik te (blijven) maken van de betreffende namen. Dat er, zoals verweerders hebben aangevoerd, geen gevaar voor verwarring bestaat maakt dit niet anders. Volgens de KNB behoeft immers niet te worden aangetoond dat de naamgeving verwarring oplevert, hetgeen overigens ook duidelijk blijkt uit de in de toelichting genoemde voorbeelden. De eerste twee onderdelen van de klacht zullen dan ook gegrond worden verklaard.

Onderdeel 3 en 4

4.6.      Ten aanzien van de overige klachtonderdelen overweegt de kamer dat de aangevoerde handelwijze van verweerders als onnauwkeurig en weinig collegiaal wordt aangemerkt. Volgens de kamer vormen die gedragingen echter onvoldoende reden om ze als tuchtrechtelijk laakbaar te kwalificeren, zodat deze onderdelen ongegrond zullen worden verklaard.

4.7.      Aannemende dat verweerders zo nodig op eigen initiatief zorg zullen dragen voor de vereiste aanpassing van de gehanteerde namen zodra de beslissing naar aanleiding van deze klacht onherroepelijk zal zijn geworden, ziet de kamer geen aanleiding voor het opleggen van een maatregel. Opmerking verdient dat, indien verweerders van mening zijn dat het standpunt van de KNB inmiddels herziening behoeft omdat de opvattingen zijn gewijzigd, zij daarover een discussie dienen te openen binnen de beroepsgroep.  

5.         De beslissing

De kamer voor het notariaat:

verklaart de eerste twee onderdelen van de klacht gegrond zonder oplegging van een maatregel,

verklaart de overige onderdelen van de klacht ongegrond.

Deze beslissing is gegeven door mr. H.A.W. Snijders, plaatsvervangend voorzitter, mr. P.M. Knaapen, plaatsvervangend rechterlijk lid, mr. J.L.G.M. Mertens, notarislid, mr. M.A.M. Kessels, plaatsvervangend notarislid, en mr. R.J.M.G. Oostveen, plaatsvervangend belastinglid.

Uitgesproken in het openbaar op 16 november 2015 door mr. C.M. Wiertz-Wezenbeek, voorzitter, in tegenwoordigheid van de secretaris.  

Hoger beroep tegen vorenstaande beslissing is mogelijk door indiening van een verzoekschrift - binnen dertig dagen na dagtekening van het aangetekend schrijven waarbij van deze beslissing is kennis gegeven - bij het gerechtshof te Amsterdam, postadres: postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.