ECLI:NL:TNORSHE:2015:17 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2015/51

ECLI: ECLI:NL:TNORSHE:2015:17
Datum uitspraak: 05-10-2015
Datum publicatie: 02-11-2015
Zaaknummer(s): SHE/2015/51
Onderwerp: Overig
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Toewijzing verzoek tot wraking van een notarieel lid van de kamer voor het notariaat.

Dossiernummer  : SHE/2015/51

Datum uitspraak : 5 oktober 2015

KAMER VOOR HET NOTARIAAT IN HET RESSORT ’s-HERTOGENBOSCH

Wrakingskamer

De wrakingskamer neemt de volgende beslissing naar aanleiding van het mondelinge verzoek tot wraking ingevolge artikel 100 van de Wet op het notarisambt (hierna: Wna) in de procedure tot behandeling van de klacht van:

(het bestuur van) de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (hierna: de KNB),

gevestigd in Den Haag,

advocaat: mr. W. Heemskerk uit Den Haag,

tegen:

kandidaat-notaris de heer mr. [x] ( hierna: mr. [x]),

gevestigd in [a],

advocaat: mr. G.L. Maaldrink uit Den Haag,

strekkende tot wraking van:

notaris de heer mr. [y] (hierna: mr. [y]),

in zijn hoedanigheid van lid van de kamer voor het notariaat in het ressort Den Haag.

1.          Het procesverloop

1.1.       Op 17 juni 2015 heeft ter zitting van de kamer voor het notariaat in het ressort Den Haag (hierna ook: de kamer Den Haag) de mondelinge behandeling plaatsgevonden van de klacht die de KNB heeft ingediend tegen mr. [x] (daar bekend onder klachtnummer 15-15). Bij aanvang van de mondelinge behandeling heeft mr. [x] mr. [y] gewraakt, waarna de zitting is geschorst.

1.2.       Mr. [y] heeft niet in de wraking berust. Vervolgens heeft de voorzitter van de kamer Den Haag de president van het gerechtshof Amsterdam verzocht de behandeling van het wrakingsverzoek naar een andere kamer voor het notariaat te verwijzen omdat er binnen de kamer Den Haag onvoldoende (plaatsvervangende) leden zijn die het wrakingsverzoek zouden kunnen behandelen.  

1.3.       Bij beslissing van 25 juni 2015 heeft de president van het gerechtshof Amsterdam de kamer voor het notariaat in het ressort ’s-Hertogenbosch belast met de behandeling van het wrakingsverzoek.

1.4.       Op 21 september 2015 is het wrakingsverzoek ter zitting van de wrakingskamer van de kamer voor het notariaat in ’s-Hertogenbosch behandeld. Mr. [x] is in persoon verschenen, bijgestaan door zijn advocaat. Ook mr. [y] is in persoon verschenen. Zij hebben hun standpunt over en weer toegelicht, mede aan de hand van pleitnotities.

2.          De feiten

2.1.       Mr. [x] is sinds januari 2013 als kandidaat-notaris gevestigd in de gemeente [a] onder de naam [xx]Notaris. Op de website van [xx]Notaris wordt vermeld dat het kantoor op werkdagen open is van 8:00 uur tot 20:00 uur en dat het kantoor ook op zaterdag geopend is. Tevens wordt vermeld dat de tarieven zich onder de laagste van de regio bevinden, met de mogelijkheid van (desgewenst telefonische) gratis adviesgesprekken. 

2.2.       Mr. [y] is sinds 1984 als notaris gevestigd in [b], welke gemeente tegenwoordig deel uitmaakt van de gemeente [c]. Hij is vanaf 1 januari 2007 als notarieel lid verbonden geweest aan de Kamer van Toezicht over de notarissen en kandidaat-notarissen in het arrondissement Den Haag en maakt sinds 1 januari 2013 in die hoedanigheid deel uit van de kamer Den Haag. 

2.3.       De gemeente [a] grenst aan de noordoostzijde aan [b]. De afstand tussen beide kantoren bedraagt minder dan tien kilometer.

3.          De standpunten

3.1.       Mr. [x] stelt dat hij veel cliënten heeft uit [b] en uit de overige gemeenten waaruit [c] bestaat. Ook stelt hij veel cliënten te hebben uit de wijk [aa] in [a]. Deze wijk grenst rechtstreeks aan [b] en is hemelsbreed slechts een kilometer van het kantoor van mr. [y] verwijderd, aldus mr. [x]. Ter onderbouwing van zijn stellingen heeft mr. [x] (geanonimiseerde) kopieën overgelegd van dossieroverzichten van zijn kantoor, waaruit blijkt dat op zijn kantoor akten van verdeling, akten van levering en hypotheekakten zijn gepasseerd met betrekking tot onroerende zaken in de gemeente [c]. Daarnaast heeft hij (geanonimiseerde) kopieën overgelegd van kaartenbakoverzichten met betrekking tot de cliënten van zijn kantoor die afkomstig zijn uit de gemeente [c] en de wijk [aa]. Gezien de in deze overzichten vermelde aantallen akten en cliënten is mr. [x] van mening dat er een te sterke correlatie bestaat tussen zijn kantoor en dat van mr. [y], als gevolg waarvan hij vreest dat mr. [y] niet onpartijdig kan oordelen over de klacht die de KNB tegen hem heeft ingediend. Deze klacht ziet mede op de existentie van zijn kantoor, aldus mr. [x], in verband waarmee het voor hem eens te meer van belang is dat hij erop moet kunnen vertrouwen dat de leden van de kamer die over de klacht oordelen geen vooringenomenheid koesteren.      

3.2.       Mr. [y] heeft aangegeven dat hij desgevraagd geen enkele aanleiding heeft gezien om zich bij de behandeling van de klacht te verschonen omdat de cliënten van mr. [x] die uit [b] komen kennelijk bewust voor hem kiezen. Cliënten zijn vrij naar de notaris van hun keuze te gaan, in welk opzicht alle notarissen landelijk concurrent van elkaar zijn en afstand niets zegt, aldus mr. [y]. Bovendien heeft elk kantoor zijn eigen doelgroep en staat zijn kantoor als traditioneel bekend. Ter zitting heeft mr. [y] verklaard dat hij de consumenten- en vastgoedmarkt heeft laten schieten omdat hij niet wil deelnemen aan die vechtmarkt. Ten aanzien van de wijk [aa] heeft hij opgemerkt dat deze wijk aan de andere kant van de snelweg A-[..] ligt en dat die snelweg als het ware een natuurlijke barrière vormt waardoor hij stelt zelden cliënten te hebben die afkomstig zijn van de andere kant van de snelweg. Volgens mr. [y] is er geen sprake van concurrerende praktijken, zodat er geen aanleiding bestaat om het wrakingsverzoek toe te wijzen.  

4.          De beoordeling

4.1.       Ingevolge artikel 100 Wna kunnen zij die deel uitmaken van een kamer voor het notariaat worden gewraakt indien ten aanzien van hen feiten of omstandigheden bestaan, waardoor in het algemeen de onpartijdigheid schade zou kunnen leiden.

4.2.       Bij de beoordeling van een beroep op het ontbreken van onpartijdigheid van een rechter - met wie een lid van de kamer voor het notariaat in dit verband gelijk kan worden gesteld - in de zin van artikel 6 lid 1 EVRM, dient uitgangspunt te zijn dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling moet worden vermoed onpartijdig te zijn, tenzij zich een uitzonderlijke omstandigheid voordoet die een zwaarwegende aanwijzing oplevert voor het oordeel dat een rechter jegens een rechtzoekende een vooringenomenheid koestert, althans dat de bij een rechtzoekende dienaangaande bestaande vrees daarvoor objectief gerechtvaardigd is.

4.3.       Van een gebrek aan onpartijdigheid kan, geheel afgezien van de persoonlijke instelling van de betrokken rechter, ook sprake zijn indien bepaalde feiten of omstandigheden grond geven te vrezen dat het een rechter in die omstandigheden aan onpartijdigheid ontbreekt. In een dergelijk geval dient de rechter zich van een beslissing in die zaak te onthouden. Ook de (te vermijden) schijn van partijdigheid kan bij de beoordeling van een wrakingsverzoek dus van belang zijn.

4.4.       Bij de beoordeling van dit verzoek tot wraking wordt vooropgesteld dat een notaris naast openbaar ambtenaar ook ondernemer is. Vast staat dat de marktwerking binnen het notariaat er in de afgelopen jaren, mede als gevolg van de economische crisis, toe heeft geleid dat de tarieven onder druk zijn komen te staan. Notarissen concurreren met elkaar en in het algemeen kan worden gesteld dat, naarmate de geografische afstand tussen notariskantoren kleiner is, de mate waarin zij met elkaar concurreren toeneemt. Mr. [x] heeft onweersproken gesteld dat de afstand tussen zijn kantoor en het kantoor van mr. [y] 9,4 kilometer bedraagt. De gemeenten [a] en [c] kunnen als buurgemeenten worden aangemerkt.

4.5.       Hoewel de wrakingskamer geen aanleiding heeft om te twijfelen aan de persoonlijke instelling van mr. [y] en aangenomen wordt dat hij, zoals hij ter zitting heeft verklaard, als ondernemer (voor een belangrijk deel) op een ander marktsegment werkzaam is dan het kantoor van mr. [x], gaat de wrakingskamer er vanuit dat beide kantoren zich richten op cliënten uit dezelfde regio. Geenszins kan dan ook worden uitgesloten dat mr. [x] en mr. [y] “in dezelfde vijver vissen”.  Ter zitting heeft mr. [x] verklaard dat gebleken is dat zijn kantoor, mede door de ruime openingstijden en het hanteren van prettige tarieven, vele cliënten uit de regio aantrekt. Gelet op de hiervoor omschreven feiten en omstandigheden acht de wrakingskamer de door mr. [x] geuite vrees dat het mr. [y] aan onpartijdigheid ontbreekt objectief gerechtvaardigd. Nu iedere schijn van partijdigheid of vooringenomenheid dient te worden vermeden, hetgeen eens te meer geldt nu de door de KNB tegen mr. [x] ingediende klacht zwaar is en mogelijk raakt aan het voortbestaan van zijn kantoor in de huidige vorm, is de wrakingskamer dan ook van oordeel dat mr. [y] zich van een beslissing over die klacht dient te onthouden. Dit betekent dat het verzoek tot wraking zal worden toegewezen.

4.6.       Overigens heeft mr. [x] uitdrukkelijk gesteld dat aan de kamer voor het notariaat in het ressort Den Haag andere notarisleden zijn verbonden uit vestigingsplaatsen buiten de regio [a], onder meer de heer mr. […], gevestigd in […], en mevrouw mr. […], gevestigd in […], tegen wier deelname aan de kamer ter beoordeling van de tegen hem ingediende klacht geen bezwaren bestaan.    

5.          De beslissing

De wrakingskamer:

wijst het verzoek tot wraking van mr. [y] toe,

verwijst de klacht terug naar de voorzitter van de kamer voor het notariaat in het ressort Den Haag, teneinde een kamer te benoemen die de behandeling van de klacht zal voortzetten in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van de indiening van het wrakingsverzoek,

bepaalt dat (een afschrift van) deze beslissing wordt toegezonden aan:

-        de kamer voor het notariaat in het ressort Den Haag,

-        (het bestuur van) de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (klaagster),

-        de advocaat van mr. [x],

-        mr. [y].

Deze beslissing is gegeven door mr. W.M. Weerkamp, plaatsvervangend voorzitter, mr. J.H.L.M. Snijders, plaatsvervangend rechterlijk lid, mr. R.L.G.M. Steegmans, plaatsvervangend notarislid, mr. J.A.P. Dings, plaatsvervangend notarislid, en mr. R.J.M.G. Oostveen, plaatsvervangend belastinglid.

Uitgesproken in het openbaar op 5 oktober 2015 door mr. W.M. Weerkamp, plaatsvervangend voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. E.J. van Vliet, secretaris.