ECLI:NL:TNORDHA:2015:17 Kamer voor het notariaat Den Haag 14-48

ECLI: ECLI:NL:TNORDHA:2015:17
Datum uitspraak: 17-06-2015
Datum publicatie: 06-07-2015
Zaaknummer(s): 14-48
Onderwerp: Personen- en Familierecht
Beslissingen: Klacht ongegrond
Inhoudsindicatie: Klaagster verwijt de notaris dat hij onzorgvuldig en partijdig heeft gehandeld bij de afwikkeling van de nalatenschap van moeder.

Kamer voor het notariaat in het ressort Den Haag

Beslissing d.d. 17 juni 2015 inzake de klacht onder nummer 14-48 van:

[klaagster],

hierna ook te noemen: klaagster,

tegen

[notaris],

notaris te [vestigingsplaats],

hierna ook te noemen: de notaris.

De procedure

De Kamer heeft kennisgenomen van:

·         de klacht van 6 augustus 2014, met bijlagen, ingekomen op 7 augustus 2014,

·         het antwoord van de notaris,

·         e-mail van de notaris van 30 september 2014,

·         de repliek, met bijlagen,

·         e-mail van klaagster van 3 december 2014, met bijlage,

·         de dupliek,

·         diverse correspondentie van klaagster aan de notaris.

De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 13 mei 2015. Daarbij waren klaagster bijgestaan door een nicht en de notaris bijgestaan door mr. [A], kandidaat-notaris op zijn notariskantoor, verschenen. Van het verhandelde is proces­verbaal opgemaakt met daaraan de pleitaantekeningen van klaagster en de notaris gehecht.

De feiten

De moeder van klaagster (mevrouw [B]) is overleden op 10 november 2012 (hierna te noemen: erflaatster). Zij was gehuwd met de heer [C] (hierna te noemen: de echtgenoot) op huwelijksvoorwaarden, inhoudende uitsluiting van elke gemeenschap van goederen. Erflaatster had drie kinderen te weten, zoon [D] (hierna: de broer), dochter [E] (hierna te noemen: de zuster) en klaagster. De echtgenoot was niet de vader van de drie kinderen van erflaatster. Klaagster en haar broer hebben een andere vader dan de zuster. Bij testament heeft erflaatster haar drie kinderen benoemd tot haar erfgenamen. De echtgenoot is onterfd. De broer en (half)zuster hebben zich begin december 2012 tot de notaris gewend. Aangezien er geen executeur benoemd was stelde de broer voor om de nalatenschap door de notaris af te laten wikkelen op basis van een volmacht van de drie erfgenamen. Bij brief van 12 december 2012 heeft de notaris klaagster daarover geïnformeerd. Klaagster en haar broer en zuster communiceren al enige tijd niet direct met elkaar. Klaagster en de zuster hebben een geschil over “de terugbetaling van” een lening van erflaatster aan de zuster.

Tot de nalatenschap behoorden onder andere roerende zaken die bewaard werden bij een safeloket van de ABN AMRO bank. Klaagster heeft de notaris eerst laten weten dat zij alleen bereid was de notaris een volmacht te verstrekken om daarmee toegang te krijgen tot het safeloket. De andere twee erfgenamen hebben de notaris een algehele boedelvolmacht gegeven. Naar aanleiding daarvan heeft de notaris op 31 december 2012 een verklaring van erfrecht afgegeven. De bank heeft een exemplaar daarvan ontvangen.

In januari 2013 heeft klaagster alsnog de notaris een algehele boedelvolmacht verstrekt. In verband met de wijziging in de beschikkingsbevoegdheid heeft de notaris op 25 januari 2013 een nieuwe verklaring van erfrecht afgegeven. De bank heeft ook deze nieuwe verklaring van erfrecht van de notaris ontvangen.

De echtgenoot heeft zich tot een advocaat gewend voor hulp bij de afwikkeling van de huwelijksvoorwaarden en om zich te laten adviseren over hem toekomende rechten. De echtgenoot heeft in eerste instantie een beroep gedaan op het hem toekomende wettelijke recht inhoudende een vruchtgebruik op de inboedelgoederen. Uiteindelijk is geen uitvoering gegeven aan dat recht, omdat deze goederen zich bevonden in de echtelijke  woning in [woonplaats] en de echtgenoot inmiddels voor langere tijd was vertrokken naar Amerika. Een deel van de inboedelgoederen was beschreven op een lijst van aanbrengsten bij de huwelijksvoorwaarden en een deel niet. Van het deel waarvan niet beschreven was van wie de goederen waren, diende er overeenstemming te worden bereikt tussen de echtgenoot en de drie erfgenamen. Omdat er geen directe communicatie was tussen de drie erfgenamen, de echtgenoot in het buitenland verbleef en die communicatie via zijn advocaat verliep, was het erg ingewikkeld om tot overeenstemming te komen. Uiteindelijk zijn de inboedelgoederen verdeeld tussen de erfgenamen.

De meeste werkzaamheden in het dossier (opstellen brieven en e-mails, maken concepten etc.) werden verricht door kandidaat-notaris mr. [A] (hierna: de kandidaat-notaris) onder verantwoordelijkheid van de notaris.

De klacht en het verweer van de notaris

Klaagster verwijt de notaris het volgende:

1. handelen zonder toestemming van klaagster na intrekking van de volmacht. De notaris kwam zijn afspraak niet na. Tijdens een bespreking met de notaris op 23 april 2013 heeft klaagster de volmacht aan de notaris ingetrokken, omdat zij weinig vertrouwen meer had in de professionaliteit en integriteit van de notaris en gezien zijn partijdige opstelling. Tijdens dat gesprek heeft de notaris klaagster toegezegd dat hij de intrekking van de volmacht binnen twee werkdagen aan de banken kenbaar zou maken. Dit heeft hij echter niet gedaan. Op 25 april 2013 kregen de broer en zuster een e-mail van de notaris waarin stond dat zij zelf zorg moesten dragen voor het op de hoogte stellen van de banken (ABN AMRO Bank en Rabobank). Verder stond in de e-mail dat klaagster de volmacht had ingetrokken, omdat de zuster van klaagster geen bewijs van haar aflossing kon overleggen met betrekking tot de lening. Er wordt in de e-mail niet gesproken over de andere reden van intrekking van de volmacht. Hiermee werd gesuggereerd dat de intrekking alleen te maken had met de lening. Verder stond in de e-mail dat er een nieuwe verklaring van erfrecht was opgesteld. Klaagster had nu juist zelf een document gemaakt ter intrekking van de volmacht om het opstellen van een nieuwe verklaring van erfrecht te voorkomen. De notaris is zijn afspraak niet nagekomen om de broer en zuster te (laten) informeren dat wanneer klaagster moet meetekenen voor bijvoorbeeld betaalopdrachten de werkzaamheden minimaal zouden zijn en er derhalve geen hoge kosten uit zullen voortvloeien;

2. onnodig werk. Nieuwe verklaring van erfrecht niet nodig. Zowel de ABN AMRO Bank als de Rabobank hebben haar verklaard dat het opstellen van een nieuwe verklaring van erfrecht niet nodig was en de intrekking van de volmacht afdoende was. Dit in tegenstelling tot wat de notaris beweerd heeft. De ingetrokken volmacht heeft klaagster zelf naar de banken moeten brengen, omdat de notaris tegen de afspraak in, de banken niet op de hoogte had gebracht van de intrekking. De notaris legde de schuld neer bij verwerking bij de banken en bij Post.nl;

3. ontkenning. De notaris ontkende indirect dat de broer (drie) verschillende verklaringen heeft afgelegd met betrekking tot gevonden geld. Bij e-mail van 31 december 2013 werd er niet meer ontkend dat er meerdere verklaringen bestonden over het gevonden geld, maar werd gesteld dat dit de mondelinge verklaring van de erfgenamen was;

4. partijdigheid. Vanaf het begin heeft de notaris klaagster tegengewerkt met betrekking tot haar vragen naar het bewijsmateriaal waaruit zou blijken dat de zuster de lening aan erflaatster zou hebben terugbetaald. Dat de zuster stelde dat zij geen bewijsmateriaal had, vond de notaris afdoende. Pas 4,5 maand na het overlijden van erflaatster vroeg de notaris de zuster om bewijsmateriaal;

5. afspraken niet nakomen. De notaris zou de banken informeren dat de volmacht door klaagster was ingetrokken. De notaris zou de broer en zuster informeren dat er in verband met de intrekking van de volmacht incidenteel een handtekening van klaagster zou moeten worden gevraagd, waar zo min mogelijk werkzaamheden en dus kosten uit zouden vloeien. En de notaris zou meerdere malen terugkomen op vragen van klaagster. Van dit alles is de notaris zijn belofte niet nagekomen;

6. geen specificatie bij declaratie. De specificatie bij de declaratie was erg summier en onduidelijk. Op de vraag om een specificatie met duidelijke uitsplitsing van werkzaamheden werd door de notaris geantwoord dat dat zeer hoge kosten met zich mee zou brengen. Het verzoek om een duidelijke specificatie heeft klaagster voor het eerst gedaan op 16 oktober 2013 en is door klaagster voor het laatst gedaan op 6 januari 2014;

7. de calculaties van het kantoor zijn onzorgvuldig. In het concept van de aangifte erfbelasting was een optelfout gemaakt, die snel te ontdekken was geweest;

8. correctieve werkzaamheden worden in rekening gebracht. Het notariskantoor heeft meerdere malen een fout gemaakt die zij moest herstellen (bedrag op acceptgiro onjuist en niet meesturen testament), die (tegen de afspraak in) doorberekend is aan de erfgenamen;

9. traineren met tot gevolg hogere kosten. Het antwoorden op vragen van klaagster met een “ja” of “nee” is niet mogelijk. Bijlagen worden niet bijgevoegd en bij de laatste keer dat klaagster op het kantoor langskwam moest de kandidaat-notaris op zoek naar een balpen, omdat klaagster niet kon/mocht tekenen met de voorhanden zijnde vulpen.

De notaris heeft per klachtonderdeel het volgende aangevoerd.

1. afschriften van verklaringen van erfrecht dienen bij de ABN AMRO Bank te worden gezonden naar de centrale nabestaandendesk in Amsterdam. Van daaruit worden de lokale banken geïnformeerd. De gemiddelde verwerkingstijd is 2 weken. Voor het verwerken en administreren door de banken van de juiste beschikkingsbevoegdheid met betrekking tot de bankrekeningen op naam van “erven van” verlangen de banken een verklaring van erfrecht. Zo luidt de instructie van de banken. Aan de broer en zuster heeft de notaris gemeld dat klaagster de volmacht had ingetrokken en dat het intrekken van de volmacht in de praktijk betekent dat klaagster mee moet tekenen voor het verstrekken van betalingsopdrachten. De notaris kon toen niet overzien hoe vaak daarvan sprake zou zijn, dus kon hij niet berichten dat de werkzaamheden minimaal zouden blijven. Er zijn inderdaad meerdere concepten opgesteld voor de aangifte erfbelasting. De reden hiervoor was dat klaagster stelde dat haar zuster een lening gekregen zou hebben van erflaatster die zij nog niet terugbetaald zou hebben. De zuster gaf echter aan dat zij erflaatster meer dan vijf jaar geleden had terugbetaald en er derhalve geen administratie meer van had. Bovendien was voor de notaris de laatste aangifte inkomstenbelasting leidend. Daarin stond niet vermeld dat erflaatster een vordering op de zuster had. Omdat er een geschil was over die lening heeft klaagster de notaris laten weten dat zij niet bereid was om de gezamenlijke aangifte erfbelasting te ondertekenen. Zij liet weten dat de notaris een aparte aangifte diende op te stellen voor klaagster waarin de lening vermeld werd. Vervolgens liet klaagster weten dat zij de gezamenlijke aangifte wel wenste te ondertekenen. Daarom moest de aangifte weer aangepast worden. De nalatenschap kan niet worden afgewikkeld, omdat de notaris geen definitieve aanslag inkomstenbelasting 2012 heeft ontvangen. Daarnaast zijn er nog roerende goederen in een opslag aanwezig die verdeeld moeten worden. De notaris heeft de erfgenamen gevraagd aan te geven wat ermee moet gebeuren, maar daarop is geen reactie ontvangen;

2. de gangbare procedure voor het verstrekken van afschriften van verklaringen van erfrecht aan banken is dat deze stukken per post worden aangeboden. De doorlooptijd bij Post.nl en de banken kan de notaris niet worden aangerekend;

3. de broer had de notaris bericht dat erflaatster hem tijdens leven twee pakketjes in bewaring had gegeven met de instructie die pakketjes pas na overlijden te openen. Na opening van de pakketjes bleek er contant geld in te zitten. Het storten van het contante geld op de ervenrekening heeft plaatsgevonden op 21 februari 2013 bij de Rabobank in het bijzijn van de broer en de notaris. De broer heeft daarbij een schriftelijke verklaring afgelegd dat de pakketjes tijdens leven door zijn moeder in bewaring waren gegeven. De notaris verklaart dat het niet aan hem is om te beoordelen of er sprake is van (een poging tot) verduistering zoals klaagster beweert;

4. er is absoluut geen sprake van tegenwerking van klaagster door de notaris. Op verzoek van klaagster heeft de notaris meerdere malen de zuster gevraagd om bewijsstukken omtrent de lening;

5. de banken zijn wel degelijk onmiddellijk geïnformeerd over de intrekking van de volmacht door klaagster. Voor zover bekend hebben de notaris en de kandidaat-notaris op alle vragen klaagster geantwoord;

6. de bij de declaratie verstrekte specificatie is alles behalve summier. Op verzoek van klaagster is haar tevens een overzicht verstrekt van de geschreven tijd. Hiermee voldoet de notaris aan de eisen en regels die hieraan gesteld worden. De notaris heeft klaagster meerdere malen uitgenodigd om het dossier in te zien en extra toelichting te geven op de aan het dossier bestede tijd. Klaagster heeft er zelf voor gekozen hier geen gebruik van te willen maken;

7. in een concept van de aangifte erfbelasting is eenmaal per abuis een tikfout gemaakt, die direct is hersteld. Voor het overige is geen sprake van foutieve calculaties;

8. in de einddeclaratie zal rekening worden gehouden met de extra werkzaamheden van 10 minuten inzake het in december 2012 niet meegezonden testament. Verder is het sinds jaren de gebruikelijke werkwijze dat de notaris op de acceptgirokaarten handmatig wijzigingen aanbrengt in de gegevens van de debiteur. Dit werd en wordt toegestaan door de ABN AMRO Bank en heeft nooit geleid tot problemen in de verwerking. Er is geen sprake van een fout door het kantoor;

9. de notaris kan zich het telefoongesprek niet herinneren waarin klaagster hem vroeg met “ja” of “nee” te antwoorden. In het algemeen kan niet worden volstaan met een dergelijk summier antwoord. Het kan een enkele keer voorkomen dat per abuis een bijlage niet wordt bijgevoegd. De kandidaat-notaris had inderdaad een vulpen bij zich en heeft in de naastgelegen kamer een balpen gepakt voor klaagster om tekenen. Er is geen sprake van het verloren gaan van “onbenullige” minuten.

De beoordeling van de klacht

Ter beoordeling van de Kamer staat of de notaris heeft gehandeld in strijd met de tuchtnorm als geformuleerd in artikel 93 van de Wet op het notarisambt (Wna). Een notaris is aan tuchtrechtspraak onderworpen ter zake van handelen of nalaten in strijd met hetzij enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling, hetzij met de zorg die hij als notaris behoort te betrachten ten opzichte van degenen te wier behoeve hij optreedt, alsmede ter zake van handelen of nalaten dat een behoorlijk notaris niet betaamt. 

Voor zover het klachtonderdelen 1 en 5 betreft overweegt de Kamer het volgende. De notaris wordt verweten dat hij na het intrekken van de volmacht heeft gehandeld zonder toestemming van klaagster. Niet is vast komen te staan welke handelingen de notaris heeft verricht zonder toestemming van klaagster. Verder kan de notaris niet verweten worden dat het verwerken van de nieuwe verklaring van erfrecht bij de post en de banken langer geduurd heeft. De notaris ontkent dat hij een afspraak heeft gemaakt met klaagster dat hij de broer en zuster zou informeren dat indien klaagster moest meetekenen voor betaalopdrachten de extra werkzaamheden beperkt zouden worden tot een minimum. Door klaagster is de gemaakte afspraak niet aangetoond. Ook is niet komen vast te staan welke vragen van klaagster door de notaris onbeantwoord zijn gebleven. Dit klachtonderdeel is op alle onderdelen ongegrond.

Voor wat betreft klachtonderdeel 2 overweegt de Kamer als volgt. Het opstellen van een nieuwe verklaring van erfrecht is gebruikelijk in de notariële praktijk, indien er een wijziging plaatsvindt in de beschikkingsbevoegdheid, hetgeen hier het geval was. De notaris kan niets verweten worden. Dit klachtonderdeel is ongegrond.

Voor zover het klachtonderdeel 3 betreft overweegt de Kamer het volgende. De broer heeft zelf aan de notaris het bestaan van de twee enveloppen gemeld en de notaris is meegegaan met de broer naar de bank om het geld op de ervenrekening te storten. Ook is het geld gewoon opgenomen in de concept aangifte. Niet gegeven of aangevoerd is hoe of zo ja wanneer iemand van plan zou zijn geweest om gegevens achter te houden. Verduistering kan dan niet aan de orde zijn. Dit klachtonderdeel is ongegrond.

Wat betreft klachtonderdeel 4 het volgende. Niet is komen vast te staan dat de notaris klaagster heeft tegengewerkt. Klaagster heeft de notaris meerdere malen verzocht om duidelijkheid te verschaffen omtrent de lening van erflaatster aan de zuster. Van de zuster kreeg de notaris het antwoord dat zij de lening meer dan vijf jaar geleden had terugbetaald en derhalve geen administratie meer had waaruit deze terugbetaling bleek. Van de notaris kon niet meer verwacht worden dan hij heeft gedaan, nu op de IB-aangifte de lening niet stond vermeld. Dit klachtonderdeel is ongegrond.

Voor zover het klachtonderdeel 6 betreft overweegt de Kamer als volgt. De declaratie was gespecificeerd en de notaris heeft klaagster een overzicht gegeven van de geschreven tijd. Klaagster wenste echter nog verdere specificatie. De notaris heeft klaagster meerdere malen uitgenodigd om de declaratie mondeling toe te lichten, maar klaagster heeft van dit aanbod geen gebruik willen maken. Dit kan de notaris niet verweten worden. Dit klachtonderdeel is ongegrond.

Voor zover het klachtonderdeel 7 betreft overweegt de Kamer als volgt. De tikfout in de aangifte erfbelasting is meteen na ontdekking door de notaris hersteld. Nu de fout is hersteld treft dit verwijt geen doel. Verder is niet komen vast te staan dat het notariskantoor meerdere schrijffouten heeft gemaakt. Het klachtonderdeel is ongegrond.

Wat betreft klachtonderdeel 8 het volgende. Het enige wat is vast komen te staan is dat de notaris 10 minuten heeft gedeclareerd voor het herstel van het niet meezenden van het testament. Het declareren van het herstellen van eigen fouten door een notaris hoort niet. Nu de notaris echter heeft toegezegd dat hij dit zal herstellen in zijn einddeclaratie, treft dit verwijt geen doel. Dit klachtonderdeel is ongegrond.

Voor zover het klachtonderdeel 9 betreft overweegt de Kamer als volgt. Wat betreft het traineren is niet komen vast te staan dat de notaris zich daar schuldig aan zou hebben gemaakt. De notaris is afhankelijk van de erfgenamen. Wat betreft het telefoongesprek heeft de notaris aangevoerd dat hij niet weet om welk telefoongesprek het gaat. In het algemeen is te zeggen dat bij het antwoorden op vragen niet kan worden volstaan met alleen een “ja” of een “nee”, maar nadere nuancering gewenst is. Verder is niet vast komen te staan dat het pakken van een balpen voor extra gedeclareerde tijd heeft gezorgd. Dit klachtonderdeel is ongegrond.

De beslissing

De Kamer voornoemd:

verklaart de klacht op alle onderdelen ongegrond.

Deze beslissing is gegeven door mrs. G.P. van Ham, voorzitter, O. van der Burg, F. Hoppel, H.M. Kolster en R.B. van der Horst en in tegenwoordigheid van de secretaris, mr. F.S. Pietersma-Smit, in het openbaar uitgesproken op 17 juni 2015.

Kopie van deze beslissing wordt bij aangetekende brief aan partijen gezonden. Tegen deze beslissing staat hoger beroep open bij het Gerechtshof te Amsterdam, postbus 1312, 1000 BH  Amsterdam, binnen dertig dagen na de dagtekening van genoemde brief.