ECLI:NL:TNORARL:2015:83 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden AL/2015/77

ECLI: ECLI:NL:TNORARL:2015:83
Datum uitspraak: 12-11-2015
Datum publicatie: 21-10-2016
Zaaknummer(s): AL/2015/77
Onderwerp: Personen- en Familierecht
Beslissingen: Klacht ongegrond
Inhoudsindicatie:   De notaris heeft naar het oordeel van de kamer voldoende aannemelijk gemaakt dat hij het probleem van klaagster met de betrokkenheid van de buurman serieus nam. Dit volgt onder meer uit de - door klaagster niet bestreden - samenvatting van het gesprek van partijen. De notaris heeft hiermee in zijn rol van gevolmachtigde van de vader aan de in dit verband op hem rustende verplichtingen voldaan. Zou de notaris in deze nalatenschap als executeur zijn benoemd en opgetreden, dan hadden hem wellicht verdergaande middelen ten dienste gestaan om de betrokkenheid van de buurman bij de afwikkeling te beïnvloeden. Echter de notaris trad hier op niet als executeur maar als gevolmachtigde en diende daarom de wil van vader uit te voeren. Omdat vader erg hechtte aan de tussenkomst van de buurman, diende de notaris zich daar naar te schikken. De notaris valt daarom op dit punt geen tuchtrechtelijk verwijt te maken van de wijze waarop hij zijn rol als gevolmachtigde hier heeft vervuld.

KAMER VOOR HET NOTARIAAT IN HET RESSORT ARNHEM-LEEUWARDEN                              

Kenmerk: AL/2015/77

Beslissing van de kamer voor het notariaat op de klacht van

[…]

wonende te […],

gemachtigde: […],

wonende te […],

tegen

mr. [Z],

notaris te […],

mr. [Y],

notaris te […].

Partijen worden verder aangeduid als klaagster enerzijds en de notaris(sen) danwel notaris [Z] en

notaris [Y] anderzijds.

1. De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:

-      de brief van klaagster met bijlagen van 25 mei 2015

-      de e-mail van klaagster met bijlagen van 23 juni 2015

-      de brief van de notaris met bijlagen van 25 juni 2015

De klacht is behandeld ter zitting van 11 augustus 2015. Klaagster is verschenen in persoon, bijgestaan door haar gemachtigde. De gemachtigde van klaagster heeft een pleitnota overgelegd. Notaris [Y] (hierna ook wel: de notaris) is eveneens in persoon verschenen. Notaris [Z] is niet verschenen.

2. De feiten

2.1 Op 25 februari 2015 is de heer […] (hierna: erflater) overleden.

2.2 Erflater heeft niet bij testament over zijn nalatenschap beschikt. Als erfgenamen volgens de wet heeft hij achtergelaten zijn vader de heer […] (hierna: de vader) en zijn zuster mevrouw […] (hierna: klaagster).

2.3 Voor de afwikkeling van (zijn deel van) de nalatenschap heeft de vader een volmacht gegeven aan de notaris. Klaagster heeft een volmacht gegeven aan haar dochter […].

3. Het standpunt

3.1 Klaagster verwijt de notaris(sen) dat zij haar, althans haar gemachtigde niet als gelijkwaardig vereffenaar van de nalatenschap behandelt.

Deze klachten van klaagster zijn met inachtneming van de nadere toelichting daarop van klaagster ter zitting, onderverdeeld in een zestal in deze zaak te behandelen klachtonderdelen.

Klachtonderdeel 1)

Klaagster verwijt de notaris bij de uitoefening van zijn werkzaamheden contact te hebben gehouden - in plaats van met de vader -  met de heer […], de buurman (hierna: de buurman). Daardoor heeft klaagster de met haar mede-erfgenaam te maken afspraken, in feite moeten maken met de buurman. Ook de bezichtiging van de woning van erflater door klaagster verliep via de buurman, die als enige de sleutels van de woning had gekregen.

Klachtonderdeel 2)

Klaagster stelt dat zonder overleg met haar besloten is de huur van de woning van erflater een maand langer te laten doorlopen.

Klachtonderdeel 3)

Klaagster verwijt de notaris(sen) dat zij weliswaar hebben getracht haar te weerhouden van het doen van aangifte van verduistering van spullen uit de woning, maar verder op dat punt niets ondernomen hebben.

Klachtonderdeel 4)

Klaagster stelt dat in strijd met de afspraak een opkoper in te schakelen, de in de woning overgebleven inboedel aan het Goede Doel is gegeven.

Klachtonderdeel 5)

Klaagster stelt dat de notaris in reactie op haar klacht gedreigd heeft zijn werkzaamheden in deze zaak te beëindigen.

3.2 De notaris heeft de klachten van klaagster gemotiveerd betwist. De notaris stelt zich op het standpunt dat de klacht van klaagster niet-ontvankelijk dan wel ongegrond dient te worden verklaard.

3.3 De (overige) door klaagster en door de notaris ter onderbouwing van (de reactie op) de genoemde klachtonderdelen gestelde feiten en omstandigheden, voor zover voor de beoordeling van deze klacht van belang, komen hierna aan de orde.

4. De beoordeling

4.1 Ingevolge artikel 93 lid 1 Wet op het notarisambt (Wna) zijn notarissen aan het tuchtrecht onderworpen ter zake van handelen of nalaten in strijd met hetzij enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling, hetzij met de zorg die zij behoren te betrachten ten opzichte van degenen te wier behoeve zij optreden en ter zake van handelen of nalaten dat een behoorlijk notaris niet betaamt. De kamer dient derhalve te onderzoeken of de handelwijze van de notaris een verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert. Daarbij wordt uitgegaan van de hierboven genoemde klachtonderdelen.

4.2 Ontvankelijkheid

Notaris [Y] heeft onweersproken gesteld dat notaris [Z] niet bij de behandeling van de zaak van klaagster betrokken is geweest. Klaagster kan dus slechts in haar klacht worden ontvangen voor zover deze gericht is tegen notaris [Y]. Voor zover de klacht gericht is tegen notaris [Z] wordt klaagster niet-ontvankelijk verklaard.

4.3 Klachtonderdeel 1)

Klaagster verwijt de notaris bij de uitoefening van zijn werkzaamheden contact te hebben onderhouden - in plaats van met de vader -  met de buurman. Daardoor heeft klaagster de met haar mede-erfgenaam te maken afspraken, in feite moeten maken met de buurman. Ook de bezichtiging van de woning van erflater door klaagster verliep via de buurman, die als enige de sleutels van de woning had gekregen.

De notaris heeft naar het oordeel van de kamer voldoende aannemelijk gemaakt dat hij het probleem van klaagster met de betrokkenheid van de buurman serieus nam. Dit volgt onder meer uit de - door klaagster niet bestreden - samenvatting van het gesprek van partijen van

10 april 2015. De notaris heeft hiermee in zijn rol van gevolmachtigde van de vader aan de in dit verband op hem rustende verplichtingen voldaan.

Zou de notaris in deze nalatenschap als executeur zijn benoemd en opgetreden, dan hadden hem wellicht verdergaande middelen ten dienste gestaan om de betrokkenheid van de buurman bij de afwikkeling te beïnvloeden. Echter de notaris trad hier op niet als executeur maar als gevolmachtigde en diende daarom de wil van vader uit te voeren. Omdat vader erg hechtte aan de tussenkomst van de buurman, diende de notaris zich daar naar te schikken.

De notaris valt daarom op dit punt geen tuchtrechtelijk verwijt te maken van de wijze waarop hij zijn rol als gevolmachtigde hier heeft vervuld.

De klacht wordt daarom op dit onderdeel ongegrond verklaard.

4.4 Klachtonderdeel 2)

Klaagster stelt dat zonder overleg met haar besloten is de huur van de woning van erflater een maand langer te laten doorlopen.

Hetgeen hierboven onder klachtonderdeel 2) is overwogen ten aanzien van de rol van de notaris als gevolmachtigde, geldt mutatis mutandis ook voor de gang van zaken rondom de opzegging van de huur. Het was niet aan de notaris als gevolmachtigde om hier zelfstandig op te treden.

Daarbij komt dat de notaris ter zitting onweersproken heeft gesteld dat de vertraging van de huuropzegging van 1 april 2014 naar 27 april 2014 - afgezien van het feit dat dit objectief bezien geen lange periode is - wel onderwerp van gesprek is geweest tussen klaagster, de vader en de notaris.

Daarbij is afgesproken dat de vader de door de vertraging gederfde kostenbesparing zou compenseren.

De kamer ziet hier geen aanknopingspunt voor een tuchtrechtelijk verwijt aan het adres van de notaris. Dit klachtonderdeel wordt daarom ongegrond verklaard.

4.5 Klachtonderdeel 3)

Klaagster verwijt de notaris(sen) dat zij weliswaar hebben getracht haar te weerhouden van het doen

van aangifte van verduistering van spullen uit de woning, maar verder op dat punt niets ondernomen hebben.

Vaststaat dat het gesprek over het doen van aangifte heeft plaatsgevonden met een op het kantoor van de notaris werkzame kandidaat-notaris - niet zijnde de notaris(sen) waartegen de hier beoordeelde klacht zich richt. In zoverre kan klaagster niet in haar klacht worden ontvangen.

Voor zover er evenwel van uitgegaan zou moeten worden dat bedoelde werkzaamheden onder verantwoordelijkheid van de notaris zijn uitgevoerd, geldt dat klaagster haar stelling voor wat betreft de inhoud en strekking van het hier bedoelde gesprek op geen enkele wijze nader heeft onderbouwd. De klacht moet daarom op dit punt bij gebrek aan feitelijke grondslag ongegrond verklaard worden.

4.6 Klachtonderdeel 4)

Klaagster stelt dat in strijd met de afspraak een opkoper in te schakelen, de in de woning overgebleven inboedel aan het Goede Doel is gegeven.

De notaris heeft deze stelling van klaagster gemotiveerd betwist. Er is volgens de notaris wel degelijk een opkoper geweest, echter het bedrijf van de opkoper draagt de naam “de Goede Doelen”, omdat de opgekochte spullen, wanneer zij op een gegeven moment onverkoopbaar blijken te zijn, alsnog worden afgestaan aan een goed doel. Het inschakelen van de opkoper heeft volgens de notaris nog wel een – zij het beperkt – bedrag opgeleverd en dat is ook tussen de erfgenamen verdeeld.

De kamer is van oordeel dat de klacht van klaagster op dit punt, gelet op het feit dat deze na de gemotiveerde betwisting door de notaris niet nader is onderbouwd, ongegrond verklaard dient te worden.

4.7 Klachtonderdeel 5)

Klaagster stelt dat de notaris in reactie op haar klacht gedreigd heeft zijn werkzaamheden in deze zaak te beëindigen. Ter zitting heeft klaagster haar klacht op dit punt aangevuld met de opmerking dat bepaalde werkzaamheden nog (steeds) niet zijn afgerond.

De notaris bestrijdt dat hij zou hebben gedreigd de behandeling van de zaak van klaagster stop te zetten. Wel heeft hij voor de duur van de klachtprocedure de behandeling van de zaak overgedragen aan één van zijn medewerkers. Ook heeft de notaris omdat hij daags voor de ontvangst van de klacht nog een constructief gesprek met klaagster meende te hebben gehad, naar aanleiding van de klacht telefonisch contact gezocht met klaagster met de vraag of, gelet op de inmiddels gemaakte afspraken, de klacht als ingetrokken kon worden beschouwd of in ieder geval, in afwachting van de uitkomst van de voorgenomen acties, kon worden opgeschort.

Vaststaat dat de notaris verschillende malen telefonisch contact heeft opgenomen met klaagster over de voortzetting van de klachtprocedure. Dit herhaald telefonisch contact werd ingegeven door het feit dat in die periode het verweer tegen de klacht ingediend moest worden, tenzij er sprake zou zijn van intrekking of opschorting van de klacht.

Niet is komen vast te staan dat de notaris daarbij gedreigd heeft of de intentie heeft gehad dat te doen, het was wat hem betreft een puur praktische aangelegenheid.

Voor zover klaagster het handelen van de notaris op dit punt niettemin als bedreigend heeft ervaren, heeft de notaris hiervoor ter zitting excuses aangeboden. Voor wat betreft de ter zitting door klaagster genoemde nog te verrichten werkzaamheden is afgesproken dat deze binnen afzienbare termijn zullen worden afgerond.

Uit hetgeen partijen op dit punt over en weer hebben aangevoerd volgt dat de communicatie hier mogelijk wat ongelukkig is verlopen. Van klachtwaardig handelen van de notaris in de zin van de Wna is in dit klachtonderdeel echter niet gebleken.

5. De beslissing

De kamer voor het notariaat:

Verklaart de klacht voor wat betreft de klachtonderdelen

1 tot en met 5 voor zover gericht tegen notaris [Y] ongegrond en voor het overige niet ontvankelijk.

Deze beslissing is gegeven door mr. D.T. Boks, voorzitter van de kamer en

mrs. J.G.T.M. Castrop, H.J. Hettema, M.E. van Rossum, H. Quispel, in tegenwoordigheid van mr. M.J. Derksen, secretaris, uitgesproken in het openbaar en getekend op 12 november 2015.

de secretaris                                                               de  voorzitter