ECLI:NL:TNORARL:2015:57 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden AL/2015/72

ECLI: ECLI:NL:TNORARL:2015:57
Datum uitspraak: 14-08-2015
Datum publicatie: 29-08-2016
Zaaknummer(s): AL/2015/72
Onderwerp: Personen- en Familierecht
Beslissingen: Klacht ongegrond
Inhoudsindicatie: Nu de notaris in die hoedanigheid is geschorst en dus als notaris klager niet te woord kan en mag staan, is het terecht dat de kandidaat-notaris klager niet heeft doorverbonden en hem de gelegenheid heeft gegeven zijn vragen aan haar te stellen, als waarnemer van de notaris.

KAMER VOOR HET NOTARIAAT IN HET RESSORT ARNHEM-LEEUWARDEN

Kenmerk: AL/2015/72

Beslissing van de kamer voor het notariaat op de klacht van

[…],

wonende te […],

klager,

gemachtigde: mr. […], oud-notaris te […],

tegen

mr. […],

kandidaat-notaris te […].

Partijen worden hierna klager en de kandidaat-notaris genoemd.

1. Het verloop van de procedure

1.1 Het verloop van de procedure blijkt uit:

-      een e-mail van de gemachtigde van klager van 26 mei 2015

-      een brief van de kandidaat-notaris van 5 juni 2015

-      een brief, met bijlagen, van de gemachtigde van klager van 11 juli 2015.

1.2 De klacht is behandeld ter openbare zitting van de kamer van 17 juli 2015. De kandidaat-notaris is ter zitting verschenen en heeft het woord gevoerd. Klager en zijn gemachtigde zijn, met kennisgeving, niet verschenen. 

2. De feiten

De kandidaat-notaris is werkzaam op het kantoor van notaris mr. […] (verder te noemen: de notaris). In een (eerdere) klachtprocedure tussen onder anderen klager en de notaris is - in hoger beroep - aan de notaris een schorsing opgelegd. In verband met die schorsing is de kandidaat-notaris belast met de waarneming van de notaris.   

3. De klacht

Namens klager wordt het volgende aangevoerd. Enige dagen voor 26 mei 2015 heeft klager telefonisch contact opgenomen met het kantoor van de notaris, omdat hij nog een bedrag van € 28.000,- te vorderen heeft van de notaris. Klager kreeg de kandidaat-notaris aan de lijn. De kandidaat-notaris weigerde vervolgens klager door te verbinden met de notaris. Zij wenste ook niet met klager te spreken en legde onaangekondigd de hoorn op de haak. Klager is van mening dat de handelwijze van de kandidaat-notaris onbehoorlijk is.    

4. Het verweer

De kandidaat-notaris brengt het volgende naar voren. Klager heeft het notariskantoor gebeld met het verzoek te worden doorverbonden met de notaris. Aan hem is meegedeeld dat dit tijdelijk niet mogelijk was, waarna klager met de kandidaat-notaris is doorverbonden. Op de vraag van de kandidaat-notaris waarmee zij klager van dienst kon zijn, heeft klager opnieuw geantwoord dat hij met de notaris wenste te worden doorverbonden. De kandidaat-notaris heeft klager daarop laten weten dat dit voorlopig niet kan, maar dat klager zijn vragen aan haar kan stellen. Klager heeft daarop gereageerd met de mededeling dat hij weet dat de notaris geschorst is, omdat hij de tegenpartij was in de tuchtzaak, en dat het voor hem belangrijk is om rechtstreeks met de notaris te spreken, omdat hij een schadeclaim tegen hem heeft. De kandidaat-notaris heeft vervolgens klager uitgelegd dat een geschorste notaris geen contact mag hebben met cliënten en klager nogmaals in de gelegenheid gesteld zijn vragen aan haar te stellen. Van die gelegenheid wenste klager geen gebruik te maken. Klager heeft vervolgens gevraagd wie de kandidaat-notaris is. Op de mededeling van de kandidaat-notaris dat zij mevrouw […] is, heeft klager gereageerd met de mededeling: “ah, de wederhelft”. De kandidaat-notaris heeft daarop bevestigend geantwoord. Vervolgens heeft klager de kandidaat-notaris bedankt en is het gesprek op een normale wijze beëindigd. De kandidaat-notaris heeft de hoorn niet onaangekondigd op de hoorn gelegd. De kandidaat-notaris is van mening dat zij juist heeft gehandeld door klager niet door te verbinden met de geschorste notaris en door klager de gelegenheid te bieden zijn vragen aan haar te stellen.

5. De beoordeling

5.1 Ingevolge artikel 93, eerste lid, van de Wet op het notarisambt zijn notarissen, toegevoegd notarissen en kandidaat-notarissen aan tuchtrechtspraak onderworpen ter zake

van handelen of nalaten in strijd met hetzij enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling, hetzij met de zorg die zij als notaris, toegevoegd notaris of kandidaat-notaris

behoren te betrachten ten opzichte van degenen te wier behoeve zij optreden en ter zake van handelen of nalaten dat een behoorlijk notaris, toegevoegd notaris of kandidaat-notaris niet betaamt. De kamer zal de klacht aan de hand van deze maatstaf beoordelen.

5.2 In de eerste plaats maakt klager de kandidaat-notaris het verwijt dat zij hem ten onrechte niet heeft doorverbonden met de notaris. In de tweede plaats verwijt klager de kandidaat-notaris dat zij zijn vragen niet heeft beantwoord en onaangekondigd het telefoongesprek heeft beëindigd (de hoorn op de haak heeft gegooid).

5.3 Over het eerste verwijt overweegt de kamer als volgt. De kamer is van oordeel dat de kandidaat-notaris hier niet onjuist of onzorgvuldig heeft gehandeld. De vordering die klager zegt te hebben, is blijkbaar gegrond op een handelen of nalaten door de notaris is zijn kwaliteit van notaris. Nu de notaris in die hoedanigheid is geschorst en dus als notaris klager niet te woord kan en mag staan, is het terecht dat de kandidaat-notaris klager niet heeft doorverbonden en hem de gelegenheid heeft gegeven zijn vragen aan haar te stellen, als waarnemer van de notaris.

5.4 De kandidaat-notaris heeft gemotiveerd het tweede verwijt van klager weersproken. Zij zegt klager de gelegenheid te hebben geboden zijn vragen aan haar, als waarnemer van de notaris, te stellen. Klager wenste dat niet, aldus de kandidaat-notaris. Ook stelt zij dat het telefoongesprek op een normale wijze is beëindigd. Het had op de weg van klager gelegen zijn geuite aantijgingen jegens de kandidaat-notaris aannemelijk te maken. Dat heeft hij niet gedaan. Van de juistheid van het verwijt kan dan ook niet worden uitgegaan.

5.5 Uit wat hiervoor is overwogen volgt dat beide klachtonderdelen geen doel treffen en dat de klacht dus ongegrond moet worden verklaard.    

5.6 De kamer merkt ten slotte nog het volgende op. De gemachtigde van klager hanteert in zijn e-mail van 26 mei 2015 en zijn brief van 11 juli 2015 een woordgebruik dat naar de mening van de kamer moet worden gekwalificeerd als onwellevend en onnodig grievend. Van een oud-notaris verwacht de kamer een waardigere attitude.

6. De beslissing

De kamer voor het notariaat in het ressort Arnhem-Leeuwarden

verklaart de klacht tegen de notaris ongegrond.

Deze beslissing is gegeven door mrs. M.J. Blaisse, voorzitter, mrs. J.G.T.M. Castrop,

J.T.J. Heijstek, V. Oostra en C.J.M. Hendriks, leden, en in tegenwoordigheid van

mr. J.G.W. Oor, secretaris, uitgesproken in het openbaar op 14 augustus 2015.

de secretaris                                                                                                 de voorzitter

Tegen deze beslissing van de kamer van toezicht kunnen partijen binnen dertig dagen na de datum van verzending van deze uitspraak hoger beroep instellen bij het gerechtshof Amsterdam. Postadres: postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.