ECLI:NL:TNORARL:2015:50 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden AL/2015/59

ECLI: ECLI:NL:TNORARL:2015:50
Datum uitspraak: 29-06-2015
Datum publicatie: 04-08-2016
Zaaknummer(s): AL/2015/59
Onderwerp: Personen- en Familierecht
Beslissingen: Klacht ongegrond
Inhoudsindicatie: De kamer beschouwt – in het kader van een tuchtrechtelijke behandeling – het niet tot haar taak een inhoudelijk oordeel te geven over de kwaliteit van het door de notaris uitgebrachte advies. Dit zou anders zijn, indien de kamer aanstonds zou blijken dat het advies als kennelijk onjuist of kennelijk onredelijk moet worden aangemerkt.

KAMER VOOR HET NOTARIAAT IN HET RESSORT ARNHEM-LEEUWARDEN

Kenmerk: AL/2015/59

Beslissing van de kamer voor het notariaat op de klacht van

mr. […],

wonende te […],

klager,

tegen

mr. […],

notaris te […].

Partijen worden hierna klager en de notaris genoemd.

1. Het verloop van de procedure

1.1 Het verloop van de procedure blijkt uit:

-      een brief van klager, ingekomen bij de kamer op 1 april 2015

-      een brief, met bijlagen, van de notaris, ingekomen bij de kamer op 21 april 2015

-      een brief, met bijlage, van klager, ingekomen bij de kamer op 2 juni 2015.

1.2 De klacht is behandeld ter openbare zitting van de kamer van 3 juni 2015. Klager en de notaris zijn ter zitting verschenen en hebben het woord gevoerd.  

2. De feiten

2.1 Gelet op hetgeen partijen over en weer hebben aangevoerd en op basis van de door hen overgelegde stukken, gaat de kamer uit van de volgende feiten.

2.2 Klager is gehuwd geweest met [C] (hierna te noemen: de ex-echtgenote). Het huwelijk is in 2010 door echtscheiding ontbonden. Partijen hebben huwelijkse voorwaarden gemaakt.

2.3 In verband met de vermogensrechtelijke afwikkeling van het huwelijk hebben klager en de ex-echtgenote aan de gemeenschappelijke echtscheidingsadvocaat mevrouw mr. [D] verzocht een voorstel te doen over de boedelverdeling. Dit voorstel is bij brief van 15 december 2010 gedaan. Het voorstel is door klager aanvaard en door de ex-echtgenote verworpen.

2.4 De ex-echtgenote heeft vervolgens, met instemming van klager, aan de notaris verzocht een advies uit te brengen over de afwikkeling van hun huwelijkse voorwaarden na de echtscheiding.

2.5 De notaris heeft bij brief van 17 januari 2014 zijn advies kenbaar gemaakt. Daaraan voorafgaande hebben klager en de ex-echtgenote, die werd bijgestaan door haar oom oud-notaris [E], de notaris verscheidene malen schriftelijk en mondeling over de respectieve standpunten geïnformeerd.

3. De klacht

3.1 Klager stelt het volgende. De brief van de notaris van 17 januari 2014 houdt geen eigen berekening of advies in, maar is slechts een keuze zonder inhoudelijke motivering voor het standpunt van de ex-echtgenote, zoals dat is verwoord door de heer […]. In zijn brief is de notaris voorbijgegaan aan een aantal cruciale bezwaren van klager, te weten:

- het verrekenbeding dat in de huwelijkse voorwaarden is opgenomen, is door partijen gedurende circa negentien jaar nimmer gevolgd, zodat het thans ongepast is daaraan vast te houden;

- de waarde van de laatste levensverzekering, die op naam staat van beide partijen, wordt volledig toegerekend aan de ex-echtgenote;

- het onpartijdige voorstel van mevrouw mr. [D] is ongemotiveerd gepasseerd, waarbij wordt verwezen naar een opmerking van de heer [E] over de capaciteiten van mevrouw mr. [D].

Verder dient getwijfeld te worden aan de onpartijdigheid van de notaris, omdat hij eerder heeft verklaard veel bewondering te hebben voor de heer [E] als oud-notaris en zijn oordeel zeer te waarderen.

4. Het verweer

De notaris verweert zich als volgt. In de brief van 17 januari 2014 is, op verzoek van klager, een juridisch oordeel gegeven. Ook wordt daarin een voorstel tot schikking gedaan. Het oordeel is onder meer gegrond op een dertiental documenten die aan klager bekend zijn. Bij het geven van het advies zijn alle eerder uitgebrachte notities en adviezen bestudeerd en zo bondig mogelijk in het advies verwerkt. Het schikkingsvoorstel is aanvankelijk door de ex-echtgenote akkoord bevonden, maar later afgewezen, nadat klager het niet had geaccepteerd. De bezwaren van klager tegen het advies zijn onterecht, omdat

- de verrekening waarvan in de huwelijkse voorwaarden sprake is, niet tijdens het huwelijk kan worden afgewikkeld, maar pas na het huwelijk;

- het toekennen van de waarde van de laatste levensverzekering aan de ex-echtgenote  gebeurd is op grond van de overgelegde stukken, documenten en notities;

- het passeren van het voorstel van mevrouw mr. [D] wel is gemotiveerd.

Bij de eerste bespreking is door de notaris aan klager meegedeeld dat de heer [E] binnen het notariaat hoog staat aangeschreven. Volgens de notaris kan eenieder het laatste beamen, maar laat dit onverlet dat hij in het dossier zijn eigen mening heeft gevormd en verwoord en dus niet partijdig is opgetreden.    

5. De beoordeling

5.1 Ingevolge artikel 93, eerste lid, van de Wet op het notarisambt (Wna) zijn notarissen, toegevoegd notarissen en kandidaat-notarissen aan tuchtrechtspraak onderworpen ter zake

van handelen of nalaten in strijd met hetzij enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling, hetzij met de zorg die zij als notaris, toegevoegd notaris of kandidaat-notaris

behoren te betrachten ten opzichte van degenen te wier behoeve zij optreden en ter zake van handelen of nalaten dat een behoorlijk notaris, toegevoegd notaris of kandidaat-notaris niet betaamt. De kamer zal de klacht aan de hand van deze maatstaf beoordelen.

5.2 De kamer stelt vast dat klager en zijn ex-echtgenote onverplicht zich tot de notaris hebben gewend. Zij hebben ermee ingestemd dat de notaris op grond van de door hen overgelegde bescheiden, zoals schriftelijke visies en notities, een advies zou uitbrengen over de (vermogensrechtelijke) afwikkeling van hun huwelijk. De notaris heeft bij brief van 17 januari 2014 dit advies gegeven en daarbij ook een schikkingsvoorstel gedaan. Thans blijkt dat klager zich niet in het advies en schikkingsvoorstel kan vinden, omdat hij de argumentatie en motivering ondeugdelijk acht.

De kamer beschouwt – in het kader van een tuchtrechtelijke behandeling – het niet tot haar taak een inhoudelijk oordeel te geven over de kwaliteit van het door de notaris uitgebrachte advies. Dit zou anders zijn, indien de kamer aanstonds zou blijken dat het advies als kennelijk onjuist of kennelijk onredelijk moet worden aangemerkt. Dat is hier evenwel niet het geval. Indien klager zich niet kan verenigen met het advies, zal hij andere wegen – bijvoorbeeld een gerechtelijke procedure – moeten bewandelen om tot een vermogensrechtelijke afwikkeling van de echtscheiding te komen.  

5.3 Uit het feit dat de notaris aan klager te kennen heeft gegeven dat de heer [E] in het notariaat hoog staat aangeschreven, kan onvoldoende worden afgeleid dat de notaris niet vrij en onafhankelijk tot zijn advies is gekomen. Ook overigens is niet gebleken dat de notaris zich partijdig heeft opgesteld.

5.4 Uit hetgeen hiervoor is overwogen volgt dat de klacht ongegrond moet worden verklaard.    

6. De beslissing

De kamer voor het notariaat in het ressort Arnhem-Leeuwarden

verklaart de klacht tegen de notaris ongegrond.

Deze beslissing is gegeven door mrs. M.L.J.C. van Emden-Geenen, voorzitter,

W.J. Hordijk, D.E.M.J. Eggels, I.C.J.I.M. van Dorp en F. Drost, leden, en in tegenwoordigheid van mr. J.G.W. Oor, secretaris, uitgesproken in het openbaar op

29 juni 2015.

de secretaris                                                                                                  de voorzitter