ECLI:NL:TNORARL:2015:29 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden AL/2015/20

ECLI: ECLI:NL:TNORARL:2015:29
Datum uitspraak: 20-08-2015
Datum publicatie: 01-09-2015
Zaaknummer(s): AL/2015/20
Onderwerp: Overig
Beslissingen:
  • Klacht niet-ontvankelijk
  • Klacht ongegrond
Inhoudsindicatie: Anders dan klager stelt, is niet gebleken van een weigering om klager de volmacht te tonen.   De klacht is te laat ingediend voor zover deze ziet op betalingen in september 2009.

KAMER VOOR HET NOTARIAAT IN HET RESSORT ARNHEM-LEEUWARDEN                              

Kenmerk: AL/2015/20

Beslissing van de kamer voor het notariaat op de klacht van

[…],  

wonende te […], hierna te noemen klager,

tegen

[…],

notaris te […], hierna te noemen de notaris.

1. Het verloop van de procedure

1.1 Het verloop van de procedure blijkt uit:

-      de klacht, met bijlagen, van 25 januari 2015;

-      het verweer, met bijlagen, van de notaris van 2 april 2015;

-      een e-mail, met bijlagen, van klager van 11 april 2015;

-      een brief, met bijlagen, van klager van 11 april 2015;

-      een brief, met bijlagen, van klager van 14 april 2015;

-      een brief, met bijlagen, van klager van 26 april 2015;

-      een e-mail, met bijlagen, van klager van 20 april 2015;

-      een e-mail, met bijlagen, van klager van 27 mei 2015;

-      een brief, met bijlagen, van klager van 17 juni 2015;

-      een brief van de notaris van18 juni 2015;

-      een e-mail van klager van 22 juni 2015.

1.2 De klachtzaak is ter zitting van 15 juli 2015 behandeld. Klager is in persoon verschenen. De notaris is, met kennisgeving, niet verschenen.

1.3 Aansluitend aan de behandeling ter zitting heeft klager de kamer met een e-mail van 15 juli 2015 een aan de notaris gerichte brief van 31 augustus 2014 doen toekomen. De notaris heeft daarop gereageerd bij brief van 22 juli 2015, waarna de behandeling van de klacht is gesloten.

2. De feiten

2.1 Klager heeft de kamer een groot aantal stukken toegezonden waaruit onder meer blijkt dat klager in 2004 is gescheiden van zijn vroegere echtgenote [A]  (hierna te noemen: [A].

2.2 De echtscheiding heeft geleid tot procedures bij rechtbank en gerechtshof over verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap.

2.3 Tot de huwelijksgoederengemeenschap behoorde het registergoed aan de […] te […] (hierna te noemen: de boerderij).

2.4 De boerderij is verkocht. De akte van levering is door (een plaatsvervanger van) de notaris gepasseerd op 6 februari 2009.

2.5 De verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap is afgerond met een door de notaris op 15 september 2009 gepasseerde akte. Daarbij heeft de notaris gebruik gemaakt van een volmacht van 9 september 2009. Deze volmacht is de notaris toegezonden door de toenmalige advocaat van klager, [B], die klager vertegenwoordigde in de procedures over de verdeling. In de begeleidende brief van  9 september 2009 is onder meer het volgende vermeld. “Hierbij zend ik u de door de heer […] getekende volmacht. Wilt u het door de heer […] te ontvangen bedrag overboeken op Raborekening […]“.

2.6 In 2014 vraagt klager nadere informatie van de notaris over de verdeling en de uitbetaling. In een e-mail van 3 augustus 2014 geeft klager aan dat de afrekening van de boerderij niet juist is geweest omdat daar volgens klager eerst een ter zake van letselschade uitbetaald bedrag op in mindering had moeten worden gebracht. In een andere e-mail van 3 augustus 2014 geeft klager aan dat hij de afrekening van de boerderij heeft gezien. Klager vraagt een toelichting.

2.7 In een e-mail aan klager van 6 augustus 2014 deelt de notaris mee dat de afrekening heeft plaatsgevonden door het overmaken van de volgende bedragen naar bankrekeningen van klager. Op 10 februari 2009 is € 5.000,= overgeboekt. Op 10 februari 2009 is € 70.000,= overgeboekt en op 16 september 2009 is € 18.118,42 overgeboekt.

2.8 Bij e-mail van 7 augustus 2014 vraagt klager aan de notaris om inzage in de volmacht van 9 september 2009. De notaris deelt daarop in een e-mail van 8 augustus 2014 mee dat klager op zijn kantoor mag komen om het origineel van de getekende volmacht te zien. Klager deelt vervolgens op 9 augustus 2014 mee dat hij maandag 18 augustus 2014 kan komen. De notaris stemt daar mee in.

2.9 Met zijn brief van 31 augustus 2014 deelt klager onder meer het volgende mee aan de notaris. “ […] Ben 18 augustus 2014 bij u geweest op kantoor, dit omdat u mij de met pen getekende volmacht voor u personeel om voor mij op te treden zou tonen dat is niet gebeurd u heeft die volmacht niet getoond.

Deze volmacht is door mij niet getekend dus de daar onderstaande handtekening is niet van mij. […] “.

3. De standpunten

3.1 De door klager naar de kamer gezonden stukken bevatten onder meer informatie over de echtscheiding, de verdeling en de uitbetaling van de gelden die onder de notaris zijn gekomen. Ook heeft klager kopieën overgelegd van door hem naar verschillende instanties gezonden brieven. Uit hetgeen klager heeft aangevoerd leest de kamer 2 concrete klachten ter zake van het handelen van de notaris. Klager geeft aan dat de volmacht van 9 september 2009 niet door hem is ondertekend en hij verwijt de notaris dat hij hem de met pen getekende volmacht niet heeft laten zien.

Daarnaast verwijt klager de notaris dat de slotafrekening van de verdeling op 16 september 2009 is uitbetaald, meer dan 7 maanden na het opmaken van de akte van verdeling.

3.2 Op het verweer van de notaris zal de kamer hierna, voor zover het verweer van belang is voor de beoordeling, nader ingaan.

4. De beoordeling

4.1 Ingevolge artikel 93 lid 1 van de Wet op het notarisambt (hierna: Wna) zijn notarissen aan het tuchtrecht onderworpen ter zake van handelen of nalaten in strijd met hetzij enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling, hetzij met de zorg die zij behoren te betrachten ten opzichte van degenen te wier behoeve zij optreden en ter zake van handelen of nalaten dat een behoorlijk notaris niet betaamt. De kamer dient derhalve te onderzoeken of de handelwijze van de notaris een verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.

4.2 In artikel 99 lid 15 Wna is bepaald dat een klacht slechts kan worden ingediend gedurende drie jaren na de dag waarop de tot klacht gerechtigde van het handelen of nalaten van een notaris, toegevoegd notaris of kandidaat-notaris dat tot tuchtrechtelijke maatregelen aanleiding kan geven kennis heeft genomen.

4.3 Met betrekking tot de volmacht van 9 september 2009 heeft klager bij e-mail van 7 augustus 2014 aan de notaris gevraagd hem dit stuk te laten zien. Blijkens zijn brief van 31 augustus 2014 heeft klager het kantoor van de notaris op 18 augustus 2014 bezocht. De kamer begrijpt uit de brief van klager en de toelichting van de notaris dat de notaris de originele volmacht in zijn bezit heeft en die aan klager heeft getoond. Aldus is niet gebleken van een weigering om klager de volmacht te tonen. De kamer zal de klacht op dit onderdeel dan ook ongegrond verklaren. Het standpunt van klager dat hij die volmacht niet heeft ondertekend, brengt geen wijziging in het voorgaande. De kamer heeft geen aanleiding om te twijfelen aan de waarheid van hetgeen de notaris dienaangaande heeft verklaard en klager heeft zijn stellingen op dat punt ook niet onderbouwd.  

4.4 Met betrekking tot het uitbetalen van de klager toekomende gelden heeft de notaris in februari 2009 eerst een voorschot uitbetaald en 7 maanden later is in september 2009 tot definitieve afronding en uitbetaling gekomen. De kamer is van oordeel dat klager in dit onderdeel van de klacht niet kan worden ontvangen. In dit verband is van belang dat de uitbetaling in september 2009 heeft plaatsgevonden door storting op een bankrekening van klager. Klager heeft daarvan op dat moment kennis genomen of kunnen kennis nemen. Voor zover klager daar zelf geen kennis van kon nemen, was er in ieder geval een curator of iemand die zijn belangen behartigde. Dat brengt met zich dat de termijn waarbinnen een klacht kan worden ingediend een aanvang nam in september 2009. Om die reden is de op 25 januari 2015 ingediende klacht, door de kamer ontvangen op 27 januari 2015, buiten de vervaltermijn van artikel 99 lid 15 Wna ingediend. Dit onderdeel van de klacht zal daarom niet-ontvankelijk worden verklaard.

4.5 Gelet op het voorgaande wordt als volgt beslist.

5. De beslissing

De kamer voor het notariaat in het ressort Arnhem-Leeuwarden;

-        verklaart de klacht niet-ontvankelijk voor zover deze ziet op de (uit)betaling in september 2009;

-        verklaart de klacht voor het overige ongegrond.

Deze beslissing is gegeven door mr. L.A. van Son, voorzitter, mrs. J.G.T.M. Castrop, I.C.J.I.M. van Dorp, T.K. Lekkerkerker en H. Quispel, leden, en in tegenwoordigheid van G.J. Doeleman, secretaris, door de voorzitter in het openbaar uitgesproken op 20 augustus 2015.

De secretaris,                                                            De voorzitter,

Tegen deze beslissing van de kamer voor het notariaat kunnen partijen binnen dertig dagen na de datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Amsterdam.

Postadres, postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.