ECLI:NL:TNORSHE:2014:19 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2014/30

ECLI: ECLI:NL:TNORSHE:2014:19
Datum uitspraak: 15-12-2014
Datum publicatie: 19-12-2014
Zaaknummer(s): SHE/2014/30
Onderwerp: Ondernemingsrecht
Beslissingen: Klacht gegrond met waarschuwing
Inhoudsindicatie: Klacht met betrekking tot de inschrijving van nieuwe bestuurders bij de Kamer van Koophandel. Notarissen zijn bevoegd bij de Kamer van Koophandel opgaaf te doen van inschrijving van nieuwe bestuurders in het handelsregister. De notaris handelt daarbij op basis van een volmacht. De op de notaris rustende, zwaarwegende zorgplicht brengt onder meer mee dat de notaris bij het doen van opgaaf zich zo volledig en nauwkeurig mogelijk ervan vergewist of de volmachtgevers tot het doen van opgaaf bevoegd zijn. Dit klemt te meer, nu derden afgaan op de in het handelsregister vermelde gegevens. De kamer is van oordeel dat de notaris in het onderhavige geval is tekort geschoten in zijn zorgplicht door enkel af te gaan op mededelingen van de heren […]. Het had op de weg van de notaris gelegen om marginaal te toetsen of het besluit tot benoeming van de nieuwe bestuurders daadwerkelijk door de aandeelhoudersvergadering was genomen. Zo had hij onder andere bij klaagster om overlegging van het besluit van de algemene vergadering van aandeelhouders houdende benoeming van de heren […] tot bestuurders van de vennootschap kunnen vragen. Uit de overlegde stukken en het verhandelde ter zitting is de kamer niet gebleken dat enige marginale toetsing heeft plaatsgevonden. Klacht gegrond. Waarschuwing.

Klachtnummer    : SHE/2014/30

Datum uitspraak : 15 december 2014

KAMER VOOR HET NOTARIAAT IN HET RESSORT ’S-HERTOGENBOSCH

De kamer voor het notariaat neemt de volgende beslissing naar aanleiding van de klacht van

[…] (verder: klaagster), gevestigd te […],

tegen

notaris mr. […] (verder: notaris), gevestigd te […].

1.          De procedure

1.1.       Klaagster heeft bij brief van 14 april 2014 een klacht geformuleerd tegen de notaris.

Deze klacht is op 22 april 2014 binnengekomen bij de kamer voor het notariaat (verder: de kamer).

1.2.       De notaris heeft op de klacht geantwoord. Vervolgens is gerepliceerd en gedupliceerd.

1.3.       De plaatsvervangend voorzitter van de kamer heeft de behandeling van de zaak verwezen

naar de volle kamer.

1.4.       De kamer heeft de klacht behandeld op 17 november 2014. Verschenen is de heer

[…] (hierna: de heer [A]) namens klaagster, alsmede de notaris. Zij hebben hun standpunten toegelicht.

2.          De feiten

2.1.       […] B.V. (hierna: [X]) exploiteert een onderneming, welke onderneming zich bezig houdt met de reiniging en het onderhoud van tankstations, autowasstraten en machines in de grafische industrie.

2.2.       Klaagster is houder van een derde van de aandelen in [X]. De heer […] (hierna: de heer [B]) en de heer […] (hierna: de heer [C]) zijn eveneens (middellijk) houder van een derde van de aandelen in [X].

2.3.       De heer [A] was tot 1 november 2012 enig bestuurder van [X].

2.4.       De notaris heeft op 8 november 2012 een voor de Kamer van Koophandel bestemd inschrijvingsformulier ondertekend waarop de heer [B] en de heer [C]

per 1 november 2012 als nieuwe bestuurders van [X] worden opgegeven. De notaris

heeft dit inschrijvingsformulier aan de Kamer van Koophandel gezonden.

2.5.       Op 5 december 2012 heeft de Kamer van Koophandel de heer [B] en de heer [C] met terugwerkende kracht tot 1 november 2012 ingeschreven in het handelsregister.  

3.          De klacht en het verweer

3.1.       Klaagster verwijt de notaris dat hij zonder medeweten van klaagster het inschrijvingsformulier heeft ondertekend en er niet op heeft toegezien of het vereiste besluit van de algemene vergadering van aandeelhouders aanwezig was.

3.2.       De notaris voert hiertegen verweer en voert het navolgende aan.

De notaris is betrokken geweest bij de oprichting van [X] in 2001. De heer [B] en/of

de heer [C] heeft/hebben in 2012 de notaris benaderd met het verzoek hen als bestuurders van [X] in te schrijven in het handelsregister. De heer [B] en/of de heer [C] heeft/hebben alstoen medegedeeld dat het niet goed ging met [X] en dat de heren [B] en [C] als medebestuurders wilden proberen [X] overeind te houden. De heer [B] en/of de heer [C] heeft/hebben alstoen niets medegedeeld over een conflict met de heer [A].

De notaris heeft de heer [B] en/of de heer [C] medegedeeld dat zij zelf konden zorgdragen voor deze inschrijving in het handelsregister door bij de Kamer van Koophandel langs te gaan met medeneming van een legitimatiebewijs en het betreffende aandeelhoudersbesluit. De notaris heeft nadien het inschrijvingsformulier ondertekend en aan de Kamer van Koophandel toegezonden,

omdat de Kamer van Koophandel het noodzakelijk vond dat de notaris het inschrijvingsformulier

zou ondertekenen, aldus de notaris.

De notaris stelt zich op het standpunt dat de verantwoordelijkheid voor de juistheid van de gegevens bij de heer [B] en/of de heer [C] - en niet bij de notaris - berust. Voorts stelt de notaris

zich op het standpunt dat het op de weg van de Kamer van Koophandel - en niet van de notaris -

had gelegen om het besluit van de algemene vergadering van aandeelhouders op te vragen. De notaris wijst er op dat de Kamer van Koophandel een onderzoeksplicht heeft ten aanzien van de bevoegdheid van de persoon die de opgave doet. De notaris verwijst in dat verband naar de uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven van 20 januari 2011 (LJN-nummer: BP2616). Tot slot betoogt de notaris dat klaagster als belanghebbende ook bezwaar had kunnen maken bij de Kamer van Koophandel.

4.          De beoordeling

4.1.       Op grond van artikel 93 lid 1 van de Wet op het notarisambt (Wna) zijn notarissen aan

het tuchtrecht onderworpen. De kamer dient de handelwijze van de notaris te toetsen aan de in

dat artikel omschreven tuchtnorm.

4.2.       De kamer overweegt als volgt. Notarissen zijn bevoegd bij de Kamer van Koophandel

opgaaf te doen van inschrijving van nieuwe bestuurders in het handelsregister. De notaris handelt daarbij op basis van een volmacht. De op de notaris rustende, zwaarwegende zorgplicht brengt

onder meer mee dat de notaris bij het doen van opgaaf zich zo volledig en nauwkeurig mogelijk

ervan vergewist of de volmachtgevers - hier de heer [B] en de heer [C] - tot het doen van opgaaf bevoegd zijn. Dit klemt te meer, nu derden afgaan op de in het handelsregister vermelde gegevens.

De kamer is van oordeel dat de notaris in het onderhavige geval is tekort geschoten in zijn zorgplicht door enkel af te gaan op mededelingen van de heer [B] en de heer [C]. Het had op de weg van de notaris gelegen om marginaal te toetsen of het besluit tot benoeming van de nieuwe bestuurders daadwerkelijk door de aandeelhoudersvergadering was genomen. Zo had hij onder andere bij klaagster om overlegging van het besluit van de algemene vergadering van aandeelhouders houdende benoeming van de heer [B] en de heer [C] tot bestuurders van [X] kunnen vragen. Uit de overlegde stukken en het verhandelde ter zitting is de kamer niet gebleken dat enige marginale toetsing heeft plaatsgevonden. De klacht is dan ook gegrond en de kamer acht het passend de notaris de maatregel van een waarschuwing op te leggen.

Ten behoeve van de uitoefening van de tuchtrechtspraak door de kamers voor het notariaat en het gerechtshof te Amsterdam zijn de notaris en de onder zijn verantwoordelijkheid werkzame personen ten opzichte van de kamers en het gerechtshof niet gehouden aan de geheimhoudingsplicht, bedoeld in artikel 22.Ten behoeve van de uitoefening van de tuchtrechtspraak door de kamers voor het notariaat en het gerechtshof te Amsterdam zijn de notaris en de onder zijn verantwoordelijkheid werkzame personen ten opzichte van de kamers en het gerechtshof niet gehouden aan de geheimhoudingsplicht, bedoeld in artikel 22.

5.          De beslissing

verklaart de klacht gegrond;

legt aan de notaris de maatregel van waarschuwing op.

Deze beslissing is gegeven door mr. S.J.G.N.M. Willard, plaatsvervangend voorzitter, mr. J.H.L.M. Snijders, rechterlijk lid, mr. J.L.G.M. Mertens, notaris lid, mr. M.A.M. Kessels, plaatsvervangend notaris lid, en mr. G.A.M. van Lith, plaatsvervangend belasting lid.

Uitgesproken in het openbaar op 15 december 2014 door mr. H.A.W. Snijders, plaatsvervangend voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. E.J. van Vliet als secretaris.

Hoger beroep tegen vorenstaande beslissing is mogelijk door indiening van een verzoekschrift - binnen dertig dagen na dagtekening van het aangetekend schrijven waarbij van deze beslissing is kennis gegeven - bij het gerechtshof te Amsterdam, postadres: postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.