ECLI:NL:TNORDHA:2014:30 Kamer voor het notariaat Den Haag 14-29

ECLI: ECLI:NL:TNORDHA:2014:30
Datum uitspraak: 10-09-2014
Datum publicatie: 16-10-2014
Zaaknummer(s): 14-29
Onderwerp: Registergoed
Beslissingen:
Inhoudsindicatie:   De notaris heeft klaagster meerdere keren foutieve informatie verschaft ten aanzien van de overboeking van de opbrengst van de verkoop, terwijl zij wist dat dit voor klaagster van groot belang was. De notaris heeft klaagster een foutieve nota van afrekening gestuurd (slechts een dag dagrente berekend, terwijl het vier dagen hadden moeten zijn). De notaris heeft nadat deze fouten haar kenbaar moesten zijn (dinsdag 22 april 2014) geen enkele moeite gedaan om voormelde fouten te herstellen, laat staan excuses aangeboden. Door voormeld handelen van de notaris is het vertrouwen van klaagster in het notariaat ernstig geschaad, is haar paasweekend bedorven en heeft de relatie met de mensen van wie klaagster geld had geleend, een flinke deuk opgelopen.

Kamer voor het notariaat in het ressort Den Haag

Beslissing d.d. 10 september 2014 inzake de klacht onder nummer 14-29 van:

[klaagster],

hierna ook te noemen: klaagster,

tegen

[notaris],

notaris te [vestigingsplaats],

hierna ook te noemen: de notaris.

De procedure

De Kamer heeft kennisgenomen van:

·         de klacht, met bijlage, ingekomen op 28 en 29 april 2014,

·         het antwoord van de notaris, met bijlagen,

·         de repliek, met bijlagen,

·         de dupliek, met bijlagen.

De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 20 augustus 2014. Daarbij waren aanwezig klaagster en de notaris. Van het verhandelde is proces­verbaal opgemaakt met daaraan de door beide partijen overgelegde pleitnotities gehecht.

De feiten

Op 17 april 2014 heeft de notaris de akte van levering gepasseerd van de woning van klaagster en haar echtgenoot de heer [X] (hierna: X) aan de [adres en woonplaats]. De verkoop en de levering vond plaats in het kader van de echtscheiding tussen klaagster en [X].

Op het personaliaformulier dat klaagster in het kader van de levering had geretourneerd aan de notaris, had klaagster aangegeven dat zij na de levering het haar toekomende deel van de verkoopopbrengst met spoed tegemoet wenste te zien. De opbrengst van de verkoop van de woning van klaagster en [X] stond op dinsdag 22 april 2014 op de rekening van klaagster.

De klacht en het verweer van de notaris

Klaagster stelt dat de notaris wist dat de verkoop plaatsvond in het kader van echtscheiding en dat het derhalve voor klaagster, in verband met aflossing van schulden, van cruciaal belang was dat zij tijdig over de gelden zou kunnen beschikken. Klaagster heeft diverse keren aan de notaris gevraagd wanneer het geld op haar rekening zou staan. De notaris antwoordde telkens dat “het geld de dag na het passeren, op vrijdag, op de bankrekening zou staan”. Op basis van die garanties heeft klaagster haar schuldeisers (familie en kennissen) toegezegd dat zij op vrijdag 18 april 2014 (Goede Vrijdag) over het geld zou beschikken.

De klacht bestaat uit de volgende vier onderdelen:

  1. de notaris heeft klaagster meerdere keren foutieve informatie verschaft ten aanzien van de overboeking van de opbrengst van de verkoop, terwijl zij wist dat dit voor klaagster van groot belang was;
  2. de notaris heeft klaagster een foutieve nota van afrekening gestuurd (slechts een dag dagrente berekend, terwijl het vier dagen hadden moeten zijn);
  3. de notaris heeft nadat deze fouten haar kenbaar moesten zijn (dinsdag 22 april 2014) geen enkele moeite gedaan om voormelde fouten te herstellen, laat staan excuses aangeboden;
  4. door voormeld handelen van de notaris is het vertrouwen van klaagster in het notariaat ernstig geschaad, is haar paasweekend bedorven en heeft de relatie met de mensen van wie klaagster geld had geleend, een flinke deuk opgelopen.

Wat betreft klachtonderdeel 1 heeft de notaris het volgende aangevoerd. De notaris is geschokt door de beleving van klaagster. De notaris was niet op de hoogte van de onvrede die leefde bij klaagster over de dienstverlening van de notaris. De notaris wist dat de verkoop van de woning plaatsvond in het kader van echtscheiding. Zij was er echter niet mee bekend dat het voor klaagster van cruciaal belang was dat zij tijdig over de gelden zou beschikken in verband met het aflossen van schulden. Het feit dat klaagster op het personaliaformulier had aangegeven dat zij spoedig over het haar toekomende deel van de verkoopopbrengst wenste te beschikken, behoefde nog niet te betekenen dat er schulden afgelost moesten worden. Sommige cliënten willen bijvoorbeeld vanwege rentederving spoedig over de gelden beschikken.

Het heeft de notaris verbaasd dat klaagster stelt dat zij bij diverse gelegenheden heeft gevraagd wanneer het geld op haar rekening zou staan. Gedurende de behandeling van het dossier is per e-mail gecorrespondeerd. De notaris heeft klaagster ook telefonisch hier niet over gesproken. Uit de gevoerde correspondentie blijkt niet dat klaagster de betreffende vraag over de gelden heeft gesteld. Daarom heeft de notaris dus ook niet consistent kunnen antwoorden dat “de dag na het passeren, vrijdag”, de gelden zijn bijgeschreven.

De notaris is van mening dat alle problemen zijn ontstaan doordat het notariskantoor de indruk bij klaagster zou hebben gewekt dat klaagster de verkoopopbrengst de dag na het passeren op haar rekening zou hebben staan. In verschillende correspondentie is hier iets over gemeld. Zo heeft de notaris in een e-mailbericht van 7 april 2014 aangegeven dat het geld in beginsel één werkdag na het passeren wordt overgemaakt en op de nota van afrekening staat dat aan het slot vermeld. In de correspondentie maakt het notariskantoor echter uitsluitend melding van het feit wanneer de gelden door het kantoor uitbetaald worden en niet van het feit wanneer de gelden daadwerkelijk zijn bijgeschreven op de bankrekening van de cliënt. Bij het passeren heeft klaagster inderdaad uitdrukkelijk gevraagd of de uitbetaling van de gelden de dag na het passeren van de akte wel mogelijk was in verband met Goede Vrijdag. De notaris heeft hierop geantwoord dat een medewerker van het kantoor hierover informatie had ingewonnen bij de bank en dat zij had begrepen dat betalingsverkeer via internet mogelijk was. Een garantie gegeven over wanneer de gelden zouden zijn bijgeschreven heeft de notaris zeker niet. Garanties kunnen niet gegeven worden, aangezien banken met enige regelmaat te kampen hebben met storingen in het betalingsverkeer.

De betaling is op 18 april 2014 verricht, zoals door de notaris toegezegd aan klaagster. Uiteindelijk is gebleken dat er wel betalingsverkeer mogelijk was op Goede Vrijdag, maar dat dit echter zeer beperkt betalingsverkeer betrof.

Voor zover het klachtonderdeel 2 betreft is de notaris in de veronderstelling geweest dat uitbetaling mogelijk was op de dag na het passeren en er die dag ook afgeschreven zou worden. Het aantal dagen dagrente is derhalve foutief vermeld. De notaris heeft inmiddels de ontstane extra dagrente voor haar eigen rekening genomen.

Voor zover het klachtonderdeel 3 betreft het volgende. Dat een en ander zo gelopen is werd de notaris pas duidelijk toen de klacht door de Kamer aan haar werd doorgestuurd. Zij betreurt de gang van zaken en heeft klaagster meteen een e-mail gestuurd. De notaris had het zeer op prijs gesteld, indien klaagster eerst contact met de notaris had gezocht alvorens een klacht in te dienen.

Dit alles is voor de notaris een les om niet altijd genoegen te nemen met informatie die haar kantoor van derden verneemt, maar nog zorgvuldiger nader onderzoek te doen naar de juistheid van die informatie. Voor het notariskantoor heeft de notariële dienstverlening en klanttevredenheid de hoogste prioriteit.

De beoordeling van de klacht

Ter beoordeling van de Kamer staat of de notaris heeft gehandeld in strijd met de tuchtnorm als geformuleerd in artikel 93 Wna. Een notaris is aan tuchtrechtspraak onderworpen ter zake van handelen of nalaten in strijd met hetzij enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling, hetzij met de zorg die hij als notaris behoort te betrachten ten opzichte van degenen te wier behoeve hij optreedt, alsmede ter zake van handelen of nalaten dat een behoorlijk notaris niet betaamt. 

De Kamer overweegt voor zover het klachtonderdeel 1 en 2 betreft het volgende. Beide klachtonderdelen hangen nauw met elkaar samen. De notaris heeft aangevoerd dat zij is afgegaan op informatie die haar medewerkster heeft opgevraagd bij de ING Bank. Bij de pleitnotitie van klaagster zat een kopie van de website van de ING Bank over Dienstverlening (inter)nationale feestdagen. Daarin staat het volgende:

“(…)Op officiële feestdagen binnen de Europese Unie, zoals nieuwjaarsdag en 1 mei, is er tussen de banken géén betalingsverkeer mogelijk. U kunt uw betalingen wel altijd elektronisch aanleveren, ook in het weekeinde en op feestdagen, maar uw betaling wordt dan op de eerstvolgende werkdag verwerkt.(…)”.

Onderaan de kopie van de internetpagina van de ING Bank staat dat binnenlands betalingsverkeer op Goede Vrijdag niet mogelijk is.

De Kamer rekent het de notaris aan dat zij niet wist dat er op Goede Vrijdag geen betalingsverkeer mogelijk was. De Kamer laat daarbij in het midden of de notaris wel of niet aan klaagster zou hebben toegezegd dat het geld daadwerkelijk op de dag na het passeren zou zijn bijgeschreven. Doordat de notaris is uitgegaan van het verkeerde uitgangspunt heeft zij de dagrente ook onjuist vermeld op de nota van afrekening. Dit is de notaris te verwijten. Beide klachtonderdelen zijn derhalve gegrond.

De Kamer overweegt voor zover het klachtonderdeel 3 betreft het volgende. De notaris heeft meerdere malen, zowel per e-mail op 5 mei 2014 als ter zitting, haar excuses aangeboden aan klaagster. Verder is vast komen te staan dat zij de extra verschuldigde dagrente voor haar eigen rekening heeft genomen. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de notaris nog aangevoerd dat zij klaagster heeft aangeboden om de familieleden en kennissen per brief op de hoogte te stellen van de gang van zaken. De notaris heeft op 15 juli 2014 telefonisch contact gehad met klaagster en in een e-mail van 1 augustus 2014 heeft de notaris klaagster gevraagd wat zij verder nog voor klaagster kon betekenen. Hierop heeft de notaris geen reactie gekregen van klaagster. Hiermee is vast komen te staan dat de notaris voldoende inspanning heeft geleverd om de ontstane miscommunicatie met klaagster op te lossen. Dit klachtonderdeel is derhalve ongegrond.

De Kamer overweegt voor zover het klachtonderdeel 4 betreft het volgende. Klaagster heeft gesteld dat haar vertrouwen in het notariaat is geschaad en dat zij schade heeft geleden. Niet is komen vast te staan welke schade klaagster heeft geleden, anders dan dat zij haar vrienden en familie had beloofd dat zij de dag na het passeren over het haar toekomende deel van de verkoopopbrengst zou beschikken. De notaris heeft zelfs nog aangeboden om de familie en kennissen per brief op de hoogte te stellen van hetgeen is gebeurd. Klaagster is niet ingegaan op dit aanbod. De Kamer acht het handelen van de notaris derhalve niet tuchtrechtelijk laakbaar. Dit klachtonderdeel is ongegrond.

Maatregel

Vast is komen te staan dat de notaris diverse pogingen heeft ondernomen om klaagster tegemoet te komen. De notaris heeft haar excuses aangeboden, zij heeft de dagrente vergoed en zij heeft zich bereid getoond om de familie en kennissen per brief op de hoogte te stellen van hetgeen is voorgevallen. Uit dit alles blijkt dat de notaris haar fouten heeft erkend en heeft geprobeerd deze zo goed mogelijk op te lossen. Het opleggen van een maatregel acht de Kamer dan ook niet geboden.

De beslissing

De Kamer voornoemd:

verklaart de klacht voor zover het klachtonderdeel 3. en 4. betreft ongegrond;

verklaart de klacht voor zover het klachtonderdeel 1. en 2. betreft gegrond zonder oplegging van een maatregel.

Deze beslissing is gegeven door mrs. R.J. Paris, voorzitter, O. van der Burg, F. Hoppel, J.P. van Loon en E.S. Voskamp en in tegenwoordigheid van de secretaris, mr. F.S. Pietersma-Smit, in het openbaar uitgesproken op 10 september 2014.

Kopie van deze beslissing wordt bij aangetekende brief aan partijen gezonden. Tegen deze beslissing staat hoger beroep open bij het Gerechtshof te Amsterdam, postbus 1312, 1000 BH  Amsterdam, binnen dertig dagen na de dagtekening van genoemde brief.