ECLI:NL:TNORDHA:2014:27 Kamer voor het notariaat Den Haag 14-40

ECLI: ECLI:NL:TNORDHA:2014:27
Datum uitspraak: 10-09-2014
Datum publicatie: 18-09-2014
Zaaknummer(s): 14-40
Onderwerp: Personen- en Familierecht
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Klaagster verwijt de notaris dat hij zonder haar daarover te informeren, de algehele volmacht heeft gepasseerd.

Kamer voor het notariaat in het ressort Den Haag

Beslissing d.d. 10 september 2014 inzake de klacht onder nummer 14-40 van:

[klaagster],

hierna ook te noemen: klaagster,

tegen

mr. [notaris]

notaris te [vestigingsplaats],

hierna ook te noemen: de notaris.

De procedure

De Kamer heeft kennisgenomen van de klacht per e-mail ingekomen op 17 juni 2014 en diverse aanvullende e-mails van 17 juni 2014.

De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 10 september 2014. Daarbij waren aanwezig klaagster bijgestaan door mr. P. Kaiser en de notaris. Van het verhandelde is proces­verbaal opgemaakt.

De feiten

Op 5 oktober 2012 zijn klaagster en de heer [A] (hierna: [A]) een geregistreerd partnerschap aangegaan. Op 4 oktober 2012 heeft de notaris op verzoek van partijen een akte houdende partnerschapsvoorwaarden gepasseerd, aangezien klaagster haar woning te koop had staan, waar wellicht een restschuld uit zou voortvloeien. [A] en klaagster woonden noch voor noch na 5 oktober 2012 samen.

In november 2012 is klaagster in verband met familieomstandigheden voor twee weken naar Suriname vertrokken. [A] is vervolgens ten val gekomen en opgenomen in een verzorgingshuis. Toen klaagster op 28 november 2012 terugkwam zaten er andere sloten op de woning van [A] aan de [adres en woonplaats] en had [A] een algehele volmacht gegeven aan mevrouw [B]. Deze volmacht is op 28 november 2012 door de notaris gepasseerd. 

De klacht en het verweer van de notaris

Klaagster verwijt de notaris dat hij zonder haar daarover te informeren, de algehele volmacht heeft gepasseerd. Dit terwijl de notaris de partnerschapsvoorwaarden had gepasseerd en ervan op de hoogte was dat klaagster en [A] een relatie hadden.

Ter zitting vraagt klaagster zich af of de algehele volmacht wel gepasseerd had mogen worden. Heeft de notaris de wilsbekwaamheid van [A] wel gecontroleerd?

De notaris heeft het volgende aangevoerd. [A] was een cliënt van de notaris. De notaris kende hem goed. Hij kwam vaak langs voor advies. [A] had in het verleden volmacht gegeven aan een zoon van kennissen van hem in de Achterhoek. Vanwege de afstand werkte deze volmacht niet goed. Toen klaagster plotseling naar Suriname vertrok, raakte [A] in de war. [A] voelde zich in de steek gelaten. Wie moest er voor hem zorgen? Hij raakte ondervoed en kreeg blaasontsteking. Voordat [A] in de war zou raken wilde hij de volmacht wijzigen. Nadat de notaris het “Stappenplan Beoordeling Wilsbekwaamheid ten behoeve van notariële dienstverlening” had doorlopen, is de volmacht in het bijzijn van twee getuigen thuis bij [A] door de notaris gepasseerd.

De beoordeling van de ontvankelijkheid

Artikel 99, eerste lid van de Wet op het notarisambt (Wna) bepaalt, voor zover hier van belang, dat klachten kunnen worden ingediend door “een ieder met enig redelijk belang”.

Vaststaat dat klaagster en [A] geregistreerde partners waren. De klacht ziet op het passeren van de volmacht, waarbij [A], anders dan in de regel verwacht, volmacht heeft verleend aan iemand anders dan zijn geregistreerde partner (klaagster). Daarmee is het belang van klaagster bij de onderhavige klacht voldoende gebleken. Klaagster kan worden ontvangen in haar klacht. De Kamer komt toe aan een verdere inhoudelijke behandeling.

De beoordeling van de klacht

Ter beoordeling van de Kamer staat of de notaris heeft gehandeld in strijd met de tuchtnorm als geformuleerd in artikel 93 Wna. Een notaris is aan tuchtrechtspraak onderworpen ter zake van handelen of nalaten in strijd met hetzij enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling, hetzij met de zorg die hij als notaris behoort te betrachten ten opzichte van degenen te wier behoeve hij optreedt, alsmede ter zake van handelen of nalaten dat een behoorlijk notaris niet betaamt. 

De Kamer overweegt het volgende. Klaagster verwijt de notaris dat hij de algehele volmacht heeft gepasseerd, zonder klaagster daarin te kennen. Ook stelt zij dat [A] ten tijde van het passeren van de volmacht niet wilsbekwaam zou zijn.

In artikel 22 Wna staat dat een notaris ten aanzien van al hetgeen waarvan hij uit hoofde van zijn werkzaamheden als zodanig kennis neemt, tot geheimhouding is verplicht. Gezien zijn geheimhoudingsplicht mocht de notaris klaagster niet informeren over de door [A] op te maken of opgemaakte algehele volmacht, ook al is klaagster de geregistreerd partner van [A]. 

Tijdens de zitting heeft klaagster desgevraagd verklaard dat [A] in oktober 2012 (bij het passeren van de partnerschapsvoorwaarden en het aangaan van het geregistreerd partnerschap) wilsbekwaam was. Of [A] in november 2012 (bij het passeren van de volmacht) wilsbekwaam was, weet klaagster niet. Zij was immers in het buitenland. In december 2012 trof zij [A] wel in een verzorgingshuis aan. Klaagster heeft geen bewijs of enige aanwijzing aangevoerd dat [A] ten tijde van het passeren van de algehele volmacht wilsonbekwaam zou zijn. Haar advocaat voegde toe dat er op de volmacht zelf weinig aan te merken was. De notaris heeft aangevoerd dat hij het “Stappenplan Beoordeling Wilsbekwaamheid ten behoeve van notariële dienstverlening” heeft doorlopen en de volmacht in het bijzijn van twee getuigen heeft gepasseerd. Nu onbetwist is gebleven dat de notaris het “Stappenplan Beoordeling Wilsbekwaamheid ten behoeve van notariële dienstverlening” heeft doorlopen, de volmacht in het bijzijn van twee getuigen is gepasseerd en klaagster geen bewijs of enige aanwijzing heeft aangevoerd dat [A] wilsonbekwaam was ten tijde van het passeren van de volmacht, is de klacht ongegrond.

De beslissing

De Kamer voornoemd:

verklaart de klacht ongegrond.

Deze beslissing is gegeven door mrs. R.J. Paris, voorzitter, O. van der Burg, F. Hoppel, J.P. van Loon en E.S. Voskamp en in tegenwoordigheid van de secretaris, mr. F.S. Pietersma-Smit, in het openbaar uitgesproken op 10 september 2014.

Kopie van deze beslissing wordt bij aangetekende brief aan partijen gezonden. Tegen deze beslissing staat hoger beroep open bij het Gerechtshof te Amsterdam, postbus 1312, 1000 BH  Amsterdam, binnen dertig dagen na de dagtekening van genoemde brief.