ECLI:NL:TNORARL:2014:4 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden AL/2013/155

ECLI: ECLI:NL:TNORARL:2014:4
Datum uitspraak: 25-03-2014
Datum publicatie: 23-04-2014
Zaaknummer(s): AL/2013/155
Onderwerp: Personen- en Familierecht
Beslissingen: Klacht ongegrond
Inhoudsindicatie: Wilsbekwaamheid bij opstellen en passeren testament. De notaris heeft conform het Stappenplan Beoordeling Wilsbekwaamheid gehandeld.

KAMER VOOR HET NOTARIAAT IN HET RESSORT

ARNHEM-LEEUWARDEN                              

Kenmerk: AL/2013/155

Beslissing van de Kamer voor het notariaat op de klacht van

[X], wonende te [..],

hierna klaagster,

gemachtigde: mr. P.G. Knoppers, advocaat te Utrecht,

tegen

[Y],

notaris te [..],

hierna de notaris,

en

[Z],

voorheen kandidaat-notaris te [..],

hierna de kandidaat-notaris,

1. Verloop van de procedure

1.1 Het verloop van de procedure blijkt uit:

-      een brief, met bijlagen, van klaagster van 15 oktober 2013,

-      een brief van de notaris van 22 november 2013,

-      een brief van de kandidaat-notaris van 24 november 2013.

1.2 De klachtzaak is ter zitting van 21 februari 2014 behandeld. Klaagster is in persoon verschenen. De notaris is eveneens in persoon verschenen. De kandidaat-notaris is niet verschenen.

2. De feiten

2.1 Gelet op hetgeen klaagster en de notaris en de kandidaat-notaris over en weer hebben aangevoerd en op basis van de door klaagster overgelegde stukken, gaat de kamer uit van de volgende feiten.

2.2 De heer [A] (hierna [A]), geboren in 1922, vader van klaagster, is sedert 2007 bekend met medische problemen. Door de neuropsycholoog drs. [B] is op 15 november 2010 een rapport opgemaakt.

2.3 [A] heeft in 2012 samen met zijn partner, mevrouw [C], het kantoor van de notaris bezocht. Tijdens een eerste bezoek, waarbij ook de zoon van [A], de heer [D], aanwezig was, is gesproken met de kandidaat-notaris.

2.4 Na de eerste bespreking hebben klaagster en haar broer met verschillende brieven aan de notaris te kennen gegeven dat zij van mening zijn dat [A] niet meer wilsbekwaam is. In een antwoord van 10 april 2012 heeft de notaris aangegeven dat zij als notaris zelf de plicht heeft om te oordelen over wilsbekwaamheid, maar dat zij de opmerkingen daarover ter harte neemt.

2.5 Een tussen [A] en [C] gesloten samenlevingsovereenkomst is op 15 mei 2012 voor de notaris verleden. Ook heeft [A] zijn uiterste wil bepaald bij testament van 15 mei 2012.

2.6 Op 23 mei 2012 heeft [E], psychiater, [A] gesproken en een psychiatrische expertise opgesteld.

2.7 Bij vonnis van de kantonrechter van 18 juli 2012 is vanaf die datum bewind ingesteld over alle goederen van [A]. Tevens is vanaf dat moment een mentorschap ingesteld.

3. Standpunten

3.1 Klaagster stelt zich op het standpunt dat de notaris en de kandidaat-notaris niet correct hebben gehandeld ter zake van het passeren van de samenlevingsovereenkomst en het testament van [A], de vader van klaagster. Kort samengevat geeft klaagster in dit verband aan dat [A] in die tijd al niet meer wilsbekwaam was. Klaagster wijst daartoe onder meer op de rapporten van de psycholoog en de psychiater, op verklaringen van derden, op de sedert jaren bij [A] bestaande ziekte van Alzheimer, op zijn leeftijd, op de tia’s en psychoses waarvan sprake is geweest en op de momenten waarop sprake was van wanen en hallucinaties. Klaagster acht voorts van belang de invloed van [C] op het handelen van [A], de ingrijpende afwijking van het nieuwe testament ten opzichte van eerdere testamenten en het feit dat de notaris op de hoogte was van het feit dat een verzoek was ingediend om [A] onder curatele te stellen.

3.2 Op het verweer van de notaris en de kandidaat-notaris zal de kamer hierna, voor zover het verweer van belang is voor de beoordeling, nader ingaan.

4. Overwegingen

4.1 Ingevolge artikel 93, eerste lid, van de Wet op het notarisambt (Wna) zijn notarissen, toegevoegd notarissen en kandidaat-notarissen aan tuchtrechtspraak onderworpen ter zake van handelen of nalaten in strijd met hetzij enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling, hetzij met de zorg die zij als notaris, toegevoegd notaris of kandidaat-notaris behoren te betrachten ten opzichte van degenen te wier behoeve zij optreden en ter zake van handelen of nalaten dat een behoorlijk notaris, toegevoegd notaris of kandidaat-notaris niet betaamt.

De kamer zal de klacht aan de hand van deze maatstaf beoordelen en overweegt als volgt.

4.2 Met betrekking tot de vraag of de kandidaat-notaris correct heeft gehandeld, constateert de kamer uit hetgeen is aangevoerd en de overgelegde stukken dat de rol van de kandidaat-notaris beperkt is geweest. Kennelijk zijn haar werkzaamheden beperkt gebleven tot een intake-gesprek en het inventariseren van de wensen van [A]. De verdere uitwerkingen en het passeren van de akten betreffen door de notaris verrichte werkzaamheden. Naar het oordeel van de kamer blijkt uit hetgeen is aangevoerd niet van klachtwaardig handelen door de kandidaat-notaris.

De kamer zal de klacht tegen de kandidaat-notaris dan ook ongegrond verklaren.

4.3 Ter zake van de door de notaris verrichte werkzaamheden is door de notaris aangevoerd dat zij naar haar mening niet vrij kan spreken over de inhoud van de gesprekken met [A] en de door hem genoemde argumenten. De geheimhoudingsplicht staat haar dat niet toe. Het voorgaande neemt niet weg dat de notaris, over de wijze waarop is omgegaan met de vraag of [A] destijds wilsbekwaam was, ter zitting het nodige heeft toegelicht.

4.4 Met betrekking tot de vraag of de notaris correct heeft gehandeld door werkzaamheden in opdracht van [A] uit te voeren, stelt de kamer voorop dat de door klaagster aangevoerde feiten en omstandigheden niet zonder meer het vermoeden rechtvaardigen dat [A] in mei 2012 niet wilsbekwaam was. Zo heeft klaagster gewezen op medische problemen die zich vanaf 2007 hebben voorgedaan, maar was volgens klaagster eerst vanaf 2010 sprake van voortschrijdende dementie en de ziekte van Alzheimer. Volgens het relaas van klaagster heeft bovendien de toenmalige vaste notaris van [A] in 2011 nog een gewijzigd testament gepasseerd en was [A] begin 2012 vastbesloten was om drastische wijzigingen in zijn testament door te voeren. Dit laatste duidt er niet direct op dat [A] wilsonbekwaam was.

4.5 Voor zover het gaat om de beoordeling door de notaris acht de kamer van belang dat eerst indien er daadwerkelijk twijfels zijn over de wilsbekwaamheid grond bestaat voor toepassing van de leidraad: het Stappenplan Beoordeling Wilsbekwaamheid, zoals dat door de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie is opgesteld.

4.6 Naar het oordeel van de kamer heeft de notaris duidelijk toegelicht waarom zij in dit geval, mede gelet op het stappenplan, haar ministerie niet heeft geweigerd. In dit verband is van belang dat vraagstelling en observatie door de notaris een in het notariaat gebruikelijke wijze is om de wilsbekwaamheid te beoordelen. De notaris heeft daarover aangegeven dat juist vanwege de leeftijd van [A] en ook vanwege de door klaagster en haar advocaat voordien verstrekte informatie, met de nodige voorzichtigheid te werk is gegaan. Voor de notaris was echter van belang dat, uitgaande van de in beginsel bestaande ministerieplicht, [A] bij herhaling duidelijk wist uit te leggen wat hij wilde en waarom hij dat wilde. Er bestond bij [A] geen enkele twijfel over hetgeen hij van de notaris vroeg. In alle gesprekken heeft [A] zijn standpunt goed beargumenteerd en heeft hij desgevraagd toegelicht waarom voor een andere notaris was gekozen. Gelet op die toelichting bestond er voor de notaris geen aanleiding om nog contact op te nemen met het kantoor van de voormalige vaste notaris. Ook bestond er geen enkele aanleiding aan te nemen dat [A] niet uit vrije wil handelde.

Naar het oordeel van de kamer heeft de notaris aldus afdoende toegelicht hoe zij tot de slotsom is gekomen dat zij geen reden had om te twijfelen aan de wilsbekwaamheid en de vrije wil van [A] op dat moment en dat zij niet gehouden was verder te onderzoeken of er indicatoren aanwezig waren als bedoeld in de voormelde leidraad. De kamer acht daarbij van belang dat door klaagster geen verklaringen zijn ingebracht of verwoord die moeten leiden tot het oordeel dat de notaris anders had moeten handelen.

Voor zover is gewezen op drastische wijzigingen ten opzichte van eerdere keuzes van [A], is de kamer van oordeel dat dit niet afdoet aan het voorgaande.

De kamer zal de klacht tegen de notaris dan ook ongegrond verklaren.

Beslist wordt derhalve als volgt.

5. Beslissing

De kamer voor het notariaat in het ressort Arnhem-Leeuwarden;

-          verklaart de klacht tegen de notaris ongegrond;

-          verklaart de klacht tegen de kandidaat-notaris ongegrond.

Deze beslissing is gegeven door mr. O. Nijhuis, plv. voorzitter, mrs. D.T. Boks, H.J. Hettema, J.T.J. Heijstek en H. Quispel, (plv.) leden, en in tegenwoordigheid van G.J. Doeleman, secretaris, uitgesproken in het openbaar op 25 maart 2014.

De secretaris,                                                                                  De plv. voorzitter,

Tegen deze beslissing van de kamer van toezicht kunnen partijen binnen dertig dagen na de datum van verzending van deze uitspraak hoger beroep instellen bij het gerechtshof te Amsterdam.

Postadres, postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.