ECLI:NL:TNORARL:2014:3 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden AL/2014/20

ECLI: ECLI:NL:TNORARL:2014:3
Datum uitspraak: 26-03-2014
Datum publicatie: 23-04-2014
Zaaknummer(s): AL/2014/20
Onderwerp: Registergoed
Beslissingen: Klacht niet-ontvankelijk
Inhoudsindicatie: De klacht kennelijk niet‑ontvankelijk, nu de klacht na verloop van de termijn van drie jaar te is ingediend

             KAMER VOOR HET NOTARIAAT IN HET RESSORT                       

                                               ARNHEM-LEEUWARDEN                              

Kenmerk: AL/2014/20

Beslissing van de plv. voorzitter van de kamer voor het notariaat in het ressort Arnhem‑Leeuwarden op de klacht van

[X],

per correspondentieadres te [..],

hierna klager;

tegen

[..],

notaris te [..],

hierna de notaris.

1. De procedure

1.1  Het verloop van de procedure blijkt uit:

-      een e-mail van klager van 1 januari 2014;

-      een e-mail van klager van 9 januari 2014;

-      een e-mail van klager van 25 februari 2014;

-      een e-mail van klager van 28 februari 2014.

2. De feiten

2.1  Door klager is aangegeven dat de notaris heeft omstreeks 2003/2004 bij de verkoop van het huis van klager een transportakte gepasseerd.

3. De klacht

3.1 Klager stelt zich, kort samengevat, op het standpunt dat de notaris louter de belangen van de kopers en niet zijn belangen als verkoper heeft behartigd en zijn juridisch kennis, overwicht en mankracht heeft ingezet om klager te misbruiken ten behoeve van de kopende partij en zich niet heeft gedragen als een formeel en onpartijdige notaris. De verkoop/levering vond naar klager stelt in 2003/2004 plaats. Voorts voert klager aan dat de notaris klachtwaardig heeft gehandeld gelet op het feit dat hij klager niet toestond zich te laten bijstaan om de overeenkomst(en) te beoordelen en klager onder pressie en intimidatie de overeenkomst(en) heeft laten ondertekenen.

3.2 Aanvullend heeft klager aangegeven dat de klacht niet eerder is ingediend omdat hij als gevolg van het handelen van de notaris zwaar financieel is gedupeerd waardoor hij in een depressie is geraakt en is geëmigreerd. Voorts ontbrak het hem aan financiële middelen om, met behulp van een advocaat, de kwestie te inventariseren en gericht actie te ondernemen. Klager voert ook aan dat de notaris hem in 2003/2004, tijdens afspraken in dit verkoop- en leveringstraject, diverse malen heeft bedreigd.

4. De beoordeling van de klacht

4.1 Ingevolge het bepaalde in artikel 99, lid 5, van de Wet op het Notarisambt (Wna) is de (plv.)voorzitter van de kamer bevoegd na een summier onderzoek de klacht terstond bij een met redenen omklede beslissing af te wijzen indien hij van oordeel is dat de klacht kennelijk niet-ontvankelijk, dan wel kennelijk ongegrond is of van onvoldoende gewicht.

4.2 Ingevolge het bepaalde in artikel 99, lid 15, Wna kan een klacht slechts worden ingediend gedurende drie jaren na de dag waarop de tot klacht gerechtigde van het handelen of nalaten van een notaris of kandidaat-notaris dat tot tuchtrechtelijke maatregelen aanleiding kan geven kennis heeft genomen.

4.3 De plv. voorzitter overweegt in verband met die bepalingen het volgende.

Op grond van de uitspraak van 27 januari 2009 van de notariskamer van het Gerechtshof te Amsterdam onder nummer 200.005.757.01/NOT (LJN: BH1259) vangt bedoelde vervaltermijn van drie jaar aan zodra een klager kennis draagt van het handelen of nalaten van een notaris.

4.4 De klacht heeft betrekking op een transportakte die door de notaris is gepasseerd gedurende 2003/2004. Voorts heeft de klacht betrekking op de houding van de notaris, jegens klager, tijdens de duur van het gehele verkoop- en leveringstraject. Van belang is dat klager, naar eigen zeggen, destijds kennis heeft genomen van de inhoud van de overeenkomst(en) en de akte en deze heeft ondertekend. Daarnaast is belang dat de door klager gestelde intimidatie gedurende dit traject in 2003/2004 heeft plaatsgevonden.

4.5 Gelet op het voorgaande staat, voor zover het gaat om de inhoud van de akte, vast dat de termijn als bedoeld in artikel 99, lid 15, Wna overschreden is, nu de klacht, na verloop van de termijn van drie jaar, eerst op 25 februari 2014 is ingediend. Het is noch aan de (plv.) voorzitter, noch aan de kamer, deze vervaltermijn terzijde te stellen. De plv. voorzitter is dan ook van oordeel dat de klacht kennelijk niet‑ontvankelijk is.

Gelet op het voorgaande wordt als volgt beslist.

5. De beslissing

De plv. voorzitter van de Kamer voor het notariaat in het ressort Arnhem-Leeuwarden

-      verklaart de klacht kennelijk niet-ontvankelijk.

Deze beslissing is gegeven door mr. M.L.J.C. van Emden-Geenen, plv. voorzitter,

op 26 maart 2014.