ECLI:NL:TNORARL:2014:26 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden AL/2013/40

ECLI: ECLI:NL:TNORARL:2014:26
Datum uitspraak: 07-02-2014
Datum publicatie: 01-12-2014
Zaaknummer(s): AL/2013/40
Onderwerp: Personen- en Familierecht
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: De notaris kan niet kan worden verweten dat zij de opdracht van de broer tot het opmaken van een verklaring van erfrecht heeft aanvaard. Dat de notaris een declaratie stuurt voor de door haar verrichte werkzaamheden is evenmin verwijtbaar. Een notaris heeft weliswaar een ministerieplicht, maar dat wil niet zeggen dat zij haar diensten kosteloos moet verrichten.

KAMER VOOR HET NOTARIAAT IN HET RESSORT ARNHEM-LEEUWARDEN                               

Kenmerk: AL/2013/40

Beslissing van de Kamer voor het notariaat in het ressort Arnhem-Leeuwarden op de klacht van

[X],

wonende te [..], [..],

hierna ook te noemen: klager,

tegen

[..],

notaris te [..],

hierna ook te noemen: notaris.

1. De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:

-      de brief van de (voormalige) Kamer van Toezicht over de notarissen en kandidaat-notarissen Zwolle-Lelystad van 18 maart 2013 aan de Kamer voor het notariaat in het ressort Arnhem-Leeuwarden, met als bijlage het gehele klachtdossier, waaronder de (ongedateerde) klachtbrief met bijlagen, ingekomen bij de Kamer van Toezicht op 10 oktober 2012;

-        de brief van de notaris van 9 april 2013;

-      het e-mailbericht van klager, ongedateerd, door de Kamer aan de notaris doorgestuurd op 5 november 2013;

-      de mondelinge behandeling van de klacht op 18 december 2013, waarbij de notaris is verschenen; klager heeft de Kamer een bericht van verhindering gestuurd.

2. De feiten

2.1  De moeder van klager is op 15 mei 2011 overleden. Zij laat drie kinderen na, te weten de heer [A], wonende te [..] (hierna te noemen: de broer), mevrouw [B], wonende in [..] (hierna te noemen: de zus) en klager, de heer [X], wonende in [..].

2.2  De broer heeft de notaris verzocht om een verklaring van erfrecht op te maken. Hij heeft daarbij aangegeven dat hij de nalatenschap mede namens de twee andere erfgenamen zou willen afwikkelen.

2.3  De notaris heeft klager en zijn zus een volmacht toegestuurd, met het verzoek bij akkoordbevinding deze te ondertekenen. In de bijbehorende brief heeft de notaris uitleg verstrekt.

2.4  De notaris heeft klager en zijn zus tevens aangeboden om, indien er geen overeenstemming tussen de erfgenamen bestaat, de notaris volmacht te geven om de nalatenschap financieel verder af te wikkelen.

3. De klacht en het verweer

3.1  Klager stelt dat de notaris partijdig gehandeld heeft door de opdracht van zijn broer te aanvaarden, tegen de waarschuwingen van klager dat de broer niet te vertrouwen was/is. Hij verwijt de notaris dat zij kosten heeft veroorzaakt door onnodig werk te verrichten. Hij verzoekt de Kamer om een oordeel te geven over de praktijkuitvoering van de notaris en om een audit te maken over de kosten die in rekening zijn gebracht. Tot slot verzoekt klager om de notaris aan te moedigen om, met een notariële volmacht van alle drie erfgenamen, de nalatenschap volledig en zonder extra kosten af te maken.

3.2  De notaris heeft verweer gevoerd, waarop de Kamer in de beoordeling, voor zover van belang, nader zal ingaan.

4. De beoordeling van de klacht

4.1  Ingevolge artikel 93 lid 1 Wet op het notarisambt (Wna) zijn notarissen, toegevoegd notarissen en kandidaat-notarissen aan het tuchtrecht onderworpen ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met hetzij enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling of een op deze wet berustende verordening, hetzij de zorg die zij als notaris, toegevoegd notaris of kandidaat-notaris behoren te betrachten ten opzichte van degenen te wier behoeve zij optreden en ter zake van enig handelen of nalaten dat een behoorlijk notaris, toegevoegd notaris of kandidaat-notaris niet betaamt.

De Kamer dient derhalve te onderzoeken of de handelwijze van de notaris een verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.

4.2  De Kamer overweegt dat het in Nederland te doen gebruikelijk is dat een bank, zodra bekend wordt dat een rekeninghouder is komen te overlijden, de betreffende bankrekening blokkeert. Er kunnen dan in beginsel van die rekening geen betalingen meer worden verricht. Het is, anders dan klager wellicht meent, de bank die de bankrekening blokkeert en niet één van de erfgenamen. Om de blokkade vervolgens te kunnen opheffen is een verklaring van erfrecht nodig. Een verklaring van erfrecht wordt door een notaris opgesteld en vermeldt wie erfgenamen zijn van een overleden persoon. De erfgenamen dienen gezamenlijk de nalatenschap af te wikkelen. Een erfgenaam kan desgewenst iemand anders volmacht geven om namens hem de nalatenschap af te wikkelen. De Nederlandse wet stelt aan de notaris de eis om onpartijdig op te treden. Dat betekent dat de notaris, anders dan klager kennelijk meent en anders dan in andere rechtsstelsels, niet uitsluitend handelt voor degene die hem opdracht geeft om een verklaring van erfrecht op te stellen, maar ten behoeve van alle betrokken partijen.

4.3  In het licht van het bovenstaande is de Kamer van oordeel dat de notaris niet kan worden verweten dat zij de opdracht van de broer tot het opmaken van een verklaring van erfrecht heeft aanvaard. Sterker nog, de notaris dient in beginsel, indien een partij zulks van hem verlangt, de verzochte werkzaamheden te verrichten (de zogenaamde ministerieplicht). Nu de nalatenschap in Nederland is opengevallen en de broer als enige van de erfgenamen in Nederland woont, is het een voor de hand liggende gedachte dat de broer de nalatenschap mede namens de andere erfgenamen afwikkelt. Daarvoor is nodig dat de twee erfgenamen die in het buitenland wonen hem een (onvoorwaardelijke) volmacht geven. Dat klager zijn broer geen volmacht wil geven, staat hem geheel vrij. Een volmacht onder voorwaarden is praktisch gezien niet werkbaar. De notaris heeft als alternatief aangeboden dat de erfgenamen in het buitenland volmacht geven aan de medewerkers van het notariskantoor, maar klager heeft ook van dit aanbod geen gebruik willen maken. Dat staat klager vrij, maar het heeft de afwikkeling van de nalatenschap wel vertraagd. Dit is de consequentie van het handelen van klager en valt de notaris niet te verwijten.

4.4  Dat de notaris een declaratie stuurt voor de door haar verrichte werkzaamheden is evenmin verwijtbaar. Een notaris heeft weliswaar een ministerieplicht, maar dat wil niet zeggen dat zij haar diensten kosteloos moet verrichten. Ter zitting heeft de notaris verklaard dat de broer en zus haar hebben laten weten uit eigen middelen haar laatste declaratie te zullen voldoen.

4.5  Klager heeft gesteld dat de notaris onnodig werk heeft verricht. Daarvan is de Kamer niets gebleken.

4.6  Uit de processtukken blijkt nog dat klager stelt dat zijn broer zelf een testament heeft gemaakt en heeft geprobeerd om het erfdeel van klager en zijn zus te verminderden. De Kamer overweegt dat, zonder nadere toelichting, niet duidelijk is wat klager hiermee bedoelt. Uit niets blijkt echter dat de notaris zich hierdoor heeft laten beïnvloeden.

4.7  Ook overigens is niet gebleken dat de notaris enig verwijt kan worden gemaakt. De Kamer acht de klacht ongegrond.

4.8  De Kamer is op grond van de Wna niet bevoegd om te oordelen over de praktijkvoering van een notaris of de hoogte van een declaratie. Voorts is het zonder volmachten voor de notaris niet mogelijk om de nalatenschap af te wikkelen, indien zij daartoe al bereid zou zijn.

5. De beslissing

De Kamer voor het notariaat verklaart de klacht tegen de notaris ongegrond.

Deze beslissing is gegeven door mr. O. Nijhuis, plv. voorzitter,

mrs. H.J. Hettema, D. Eggels, C.J. Hofman-Wels en H. Quispel, plv. leden, en in tegenwoordigheid van mr. C. van Schelven, secretaris, uitgesproken in het openbaar op 7 februari 2014.

De secretaris                                                          De plv. voorzitter