ECLI:NL:TNORARL:2013:19 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden AL/2013/47

ECLI: ECLI:NL:TNORARL:2013:19
Datum uitspraak: 20-12-2013
Datum publicatie: 01-12-2014
Zaaknummer(s): AL/2013/47
Onderwerp: Personen- en Familierecht
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Het is te verklaren dat dat de notaris van een in een vonnis genoemd bedrag uit gaat, dat dit niet juist was en de waarde al eerder was bepaald heeft de notaris op dat moment niet gezien. Echter in de conceptfase is er ruimte om onjuistheden te corrigeren. De notaris mocht op basis van de toezegging van de advocaat, van de ex-partner van klager, handelen. De notaris hoefde er geen rekening mee te houden dat de advocaat de toezegging niet gestand zou doen.

KAMER VOOR HET NOTARIAAT IN HET RESSORT

ARNHEM-LEEUWARDEN                              

Kenmerk: AL/2013/47

Beslissing van de Kamer voor het notariaat op de klacht van

[X],

wonende te [..],

hierna klager,

gemachtigde: mr. Ch.M. de Ruiter Kardol, advocaat te Amsterdam,

tegen

[..],

oud-notaris te [..],

hierna de notaris.

1. Verloop van de procedure

1.1 Het verloop van de procedure blijkt uit:

-      een brief, verzonden per email, van klager van 21 maart 2013;

-      een email van klager van 1 april 2013, met bijlagen;

-      een brief van de notaris van 24 april 2013, met bijlagen.

1.2 De klachtzaak is ter zitting van 27 november 2013 behandeld. Klager is in persoon verschenen, tezamen met zijn gemachtigde. De notaris is eveneens in persoon verschenen.

2. De feiten

2.1 Gelet op hetgeen klager en de notaris over en weer hebben aangevoerd en op basis van door hen overgelegde stukken, gaat de kamer uit van de volgende feiten.

2.2 Het huwelijk tussen klager en mevrouw [A], hierna [A], is door echtscheiding ontbonden op 24 november 1984. Over de daarop overeen te komen verdeling van de ontbonden algehele gemeenschap van goederen, hebben klager en [A] elkaar in rechte betrokken. Dat heeft geleid tot een aantal vonnissen over verschillende onderdelen van de verdeling.

2.3 Bij vonnis van de rechtbank Utrecht van 6 juli 2011 is gekomen tot een vaststelling van de verschillende waarden. Daarbij is bepaald dat door de notaris een akte van verdeling wordt opgemaakt.

2.4 Door de notaris is een concept-akte van verdeling opgesteld waarbij voor het pand [B] een waarde van € 51.277,16 is gehanteerd.

2.5 Bij kort gedingvonnis van de rechtbank Utrecht van 20 juli 2012 is onder meer vastgesteld dat de waarde van het pand [B] eerder al werd bepaald op € 113.000,=.

Tevens is bepaald dat partijen binnen een week dienen mee te werken aan het passeren van de met inachtneming van het vonnis aangepaste akte.

2.6 De akte van verdeling is door de notaris gepasseerd op 26 juli 2012.

3. Standpunten

3.1 Klager stelt zich op het standpunt dat de notaris onachtzaam heeft gehandeld. Klager noemt in dit verband dat de notaris ten onrechte is uitgegaan van een waarde van het pand [B] van € 51.277,16 in plaats van € 113.000,=. Verder geeft klager aan dat in de akte van verdeling is vermeld dat de certificaten van aandelen van klagers bedrijf vrij zijn van beslag. Naar de mening van klager betekent dit dat de notaris zorg moet dragen dat hij een getekende brief heeft met die toezegging en dat er een opdracht bij de deurwaarder ligt om het beslag op te heffen. Volgens klager heeft de notaris dat niet goed afgedekt. Ook geeft klager aan dat de notaris is uitgegaan van niet juiste bedragen op de derdengeldenrekening. Naar de mening van klager heeft de notaris ten onrechte geen moeite gedaan om de verschillen te verklaren.

3.2 Op het verweer van de notaris zal de kamer hierna, voor zover het verweer van belang is voor de beoordeling, nader ingaan.

4. Overwegingen

4.1 Ingevolge artikel 93, eerste lid, van de Wet op het notarisambt (Wna) zijn notarissen, toegevoegd notarissen en kandidaat-notarissen aan tuchtrechtspraak onderworpen ter zake van handelen of nalaten in strijd met hetzij enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling, hetzij met de zorg die zij als notaris, toegevoegd notaris of kandidaat-notaris behoren te betrachten ten opzichte van degenen te wier behoeve zij optreden en ter zake van handelen of nalaten dat een behoorlijk notaris, toegevoegd notaris of kandidaat-notaris niet betaamt.

De kamer zal de klacht aan de hand van deze maatstaf beoordelen en overweegt als volgt.

4.2 Voor zover klager heeft gewezen op de aanvankelijk door de notaris gehanteerde onjuiste waarde van het pand [B], is de kamer van oordeel dat geen sprake is van klachtwaardig handelen. Van belang is, dat de keuze van de notaris om uit te gaan van het in het vonnis van 6 juli 2011 genoemde bedrag van € 51.277,16, te verklaren is. Dat dit niet juist was en dat de waarde al eerder was bepaald op € 113.000,= heeft de notaris op dat moment niet gezien. Echter, in de conceptfase is er ruimte om onjuistheden te corrigeren.

4.3 Op de certificaten van aandelen van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [C] is door [A] beslag gelegd. In de akte van verdeling is vermeld dat de certificaten vrij van beslag zijn. De notaris is bij dit laatste uitgegaan van de door de advocaat van [A] bij brief van 6 juni 2012 gedane toezegging. Naar het oordeel van de kamer mocht de notaris op basis van deze toezegging handelen. De notaris hoefde er geen rekening mee te houden dat de advocaat van [A] de toezegging niet gestand zou doen. Door de notaris is niet klachtwaardig jegens klager gehandeld.

4.4 Met betrekking tot door klager genoemde verschillende tussenstanden van het tegoed op de derdengeldenrekening overweegt de kamer als volgt.

Klager wijst op een bedrag van € 1.657,92 in 2003 en vindt dat de notaris dit, gelet op een eerdere tussenstand en daarna uitbetaalde bedragen, zou moeten uitzoeken. Kennelijk heeft klager daarin ook aanleiding gezien om de nota van de notaris (nog) niet te voldoen.

Naar het oordeel van de kamer heeft de notaris ook hierin niet klachtwaardig gehandeld. Immers, de tussenstand van € 1.657,92 is klager per brief van 9 september 2003 door de toenmalige notaris meegedeeld. Deze stand van zaken is toentertijd kennelijk niet door klager bestreden. Aldus bestond er voor de notaris geen aanleiding om daar niet vanuit te gaan. Voor zover klager het nodig vond dat nader onderzoek zou worden verricht, heeft de notaris niet klachtwaardig gehandeld door daar een opdracht en betaling, inclusief betaling van de eerdere nota, voor te vragen.

4.5 Gelet op het voorgaande zal de kamer de klachten ongegrond verklaren.

Beslist wordt derhalve als volgt.

5. Beslissing

De kamer voor het notariaat in het ressort Arnhem-Leeuwarden;

-          verklaart de klachten ongegrond.

Deze beslissing is gegeven door mr. R.J. Jue, plv. voorzitter, mr. M.C.J. Heessels, mr. W.J. Hordijk, mr. J.N.G.J. Kuin en A. Roesink-Kragt, plv. leden, en in tegenwoordigheid van G.J. Doeleman, secretaris, uitgesproken in het openbaar op 20 december 2013.

De secretaris,                                                                                  de plv. voorzitter,

Tegen deze beslissing van de kamer van toezicht kunnen partijen binnen dertig dagen na de datum van verzending van deze uitspraak hoger beroep instellen bij het gerechtshof te Amsterdam.

Postadres, postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.