ECLI:NL:TNORARL:2013:18 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden AL/2013/43

ECLI: ECLI:NL:TNORARL:2013:18
Datum uitspraak: 20-12-2013
Datum publicatie: 01-12-2014
Zaaknummer(s): AL/2013/43
Onderwerp: Overig
Beslissingen:
Inhoudsindicatie:   De klacht, dat niet tot betaling is overgegaan, treft geen doel meer omdat inmiddels betaling heeft plaatsgevonden. Ter zake van het niet nakomen van gemaakte afspraken is niet tuchtrechtelijk laakbaar gehandeld nu de voortvarendheid wordt vooral bepaald door de wijze waarop partijen met elkaar zijn omgegaan dat betreft niet een zelfstandig door de notaris gemaakte keuze.

KAMER VOOR HET NOTARIAAT IN HET RESSORT

ARNHEM-LEEUWARDEN                              

Kenmerk: AL/2013/43

Beslissing van de Kamer voor het notariaat op de klacht van

[X] te [..],

hierna klaagster,

gemachtigde: mr. R.H. Hulshof, advocaat te Leeuwarden,

tegen

[..],

notaris te [..],

hierna de notaris,

gemachtigde: mr. drs. S.A. Roodhof, advocaat te Grou.

1. Verloop van de procedure

1.1 Het verloop van de procedure blijkt uit:

-      een brief, met bijlagen, van klaagster van 26 april 2012;

-      het verloop zoals dat is weergegeven in de uitspraak van de kamer van toezicht over de notarissen en kandidaat-notarissen te Leeuwarden van 7 maart 2013;

-      een brief van 7 november 2013, met bijlagen, van klaagster;

-      een brief van 19 november 2013, met bijlagen, van de notaris;

-      een brief van 20 november 2013, met bijlagen, van klaagster.

1.2 Gelet op de wijziging van de Wet op het notarisambt (Wna) ingaande 1 januari 2013, is de behandeling van de klacht overgedragen aan de kamer voor het notariaat in het ressort Arnhem‑Leeuwarden, hierna de kamer.

1.3 De klachtzaak is ter zitting van 27 november 2013 behandeld. Namens klaagster is verschenen haar gemachtigde. De notaris is in persoon verschenen, tezamen met zijn gemachtigde.

2. De feiten

2.1 Gelet op hetgeen klaagster en de notaris over en weer hebben aangevoerd en op basis van door hen overgelegde stukken, gaat de kamer uit van de volgende feiten.

2.2 Mr. [A] en mr. [B], hierna [B], werken samen in de vennootschap [X], zijnde klaagster.

2.3 [B] en de notaris hebben voorheen deel uitgemaakt van een samenwerkingsverband, dat bekend staat als [C].

2.4 [B] en de notaris zijn tot vereffenaars aangesteld in de liquidatie van [D] en haar dochtervennootschappen [E] en [F].

2.5 Ter zake van de vereffening is ter zitting van de kantonrechter op 16 februari 2010 onder meer overeengekomen dat partijen in onderling overleg de verdere vereffening afhandelen en geen der partijen, ook de vereffenaars niet, in het kader van de vereffening kosten in rekening zullen brengen.

2.6 Ter zake van een aantal juridische procedures, waarin [C] betrokken is, zijn werkzaamheden verricht door klaagster. Klaagster heeft daarvoor declaraties ingediend bij [C].

3. Standpunten

3.1 Klaagster stelt zich op het standpunt dat de notaris niet juist heeft gehandeld. Klaagster wijst op het onbetaald blijven van haar declaraties voor de in opdracht van de vereffenaars verrichte werkzaamheden. Voor zover later wel tot betaling is overgegaan, is klaagster van mening dat klachtwaardig is gehandeld door destijds niet direct tot betaling over te gaan. Voorts stelt klaagster zich op het standpunt dat de notaris gemaakte afspraken niet is nagekomen. Ook is niet voldoende voortvarend gehandeld en heeft de notaris werkopdrachten gegeven terwijl hij wist dat er onvoldoende financiële middelen beschikbaar waren.

3.2 Op het verweer van de notaris zal de kamer hierna, voor zover het verweer van belang is voor de beoordeling, nader ingaan.

4. Overwegingen

4.1 Hoewel het werk van een vereffenaar niet ziet op het handelen van de notaris in het ambt van notaris, is de kamer van oordeel dat het handelen van een notaris als vereffenaar zodanig raakt aan zijn functioneren als notaris, dat klaagster kan worden ontvangen in haar klacht.

4.2 Ingevolge artikel 93, eerste lid, van de Wet op het notarisambt (Wna) zijn notarissen, toegevoegd notarissen en kandidaat-notarissen aan tuchtrechtspraak onderworpen ter zake van handelen of nalaten in strijd met hetzij enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling, hetzij met de zorg die zij als notaris, toegevoegd notaris of kandidaat-notaris behoren te betrachten ten opzichte van degenen te wier behoeve zij optreden en ter zake van handelen of nalaten dat een behoorlijk notaris, toegevoegd notaris of kandidaat-notaris niet betaamt.

De kamer zal de klacht aan de hand van deze maatstaf beoordelen en overweegt als volgt.

4.3 Gelet op de overgelegde stukken, alsmede het verhandelde ter zitting, stelt de kamer vast dat de klacht, dat niet tot betaling is overgegaan, geen doel meer treft omdat inmiddels betaling heeft plaatsgevonden. Wat dit klachtonderdeel betreft resteert aldus de vraag of de vereffenaar eerder had moeten betalen. Naar het oordeel van de kamer heeft de notaris daarin niet klachtwaardig gehandeld. Gelet op het uitgangspunt dat [B] en de notaris, beide vereffenaars, ter zake van de liquidatie geen kosten in rekening zouden brengen, mocht de notaris eerst de discussie aangaan over de ingediende declaraties. Nog daargelaten of opdrachten bestemd waren voor [X] of de mede-vereffenaar [B], hoefde het voor de notaris niet op voorhand duidelijk te zijn dat het ging om werkzaamheden die niet door [B] waren verricht.

De kamer zal dit onderdeel van klacht ongegrond verklaren.

4.4 Voor zover is gesteld dat de notaris de gemaakte afspraken niet is nagekomen is de kamer van oordeel dat ook in dit verband niet gebleken is van tuchtrechtelijk laakbaar handelen. De kamer constateert dat er onderling erg veel is gediscussieerd en gecorrespondeerd en dat er verschil van inzicht en werkwijze bestaat. Daaruit blijkt bijvoorbeeld dat [B] niet antwoordt op concrete vragen over de declaraties van [X] en dat hij niet zou willen communiceren met de advocaat van de notaris. In bedoeld geheel van omstandigheden kan bezwaarlijk worden gesproken van handelen dat enkel de notaris kan worden aangerekend en waarop hij tuchtrechtelijk moet worden aangesproken.

Ook dit klachtonderdeel zal ongegrond worden verklaard.

4.5 Voor zover is geklaagd over gebrek aan voortvarendheid is de kamer van oordeel dat ook in dat verband niet is gebleken van klachtwaardig handelen. Immers, de voortvarendheid wordt, evenals onder 4.4 is overwogen, vooral bepaald door de wijze waarop partijen met elkaar zijn omgegaan en betreft niet een zelfstandig door de notaris gemaakte keuze.

4.6 Met betrekking tot het standpunt van klaagster, dat de notaris opdrachten heeft verstrekt terwijl hij wist dat niet kon worden betaald, volgt de kamer klaagster niet. Nog daargelaten dat het niet voor de hand ligt dat de notaris wel en [B] geen zicht had op de financiële mogelijkheden, is naar het oordeel van de kamer van belang, dat niet is komen vast te staan dat niet kon worden betaald.

4.7 Ook overigens is de kamer uit hetgeen klaagster heeft aangevoerd niet gebleken van klachtwaardig handelen van de notaris.

Beslist wordt derhalve als volgt.

5. Beslissing

De kamer voor het notariaat in het ressort Arnhem-Leeuwarden;

-          verklaart de klacht ongegrond.

Deze beslissing is gegeven door mr. R.J. Jue, plv. voorzitter, mr. M.C.J. Heessels, mr. W.J. Hordijk, mr. J.N.G.J. Kuin en A. Roesink-Kragt, plv. leden, en in tegenwoordigheid van G.J. Doeleman, secretaris, uitgesproken in het openbaar op 20 december 2013.

De secretaris,                                                                                  de plv. voorzitter,

Tegen deze beslissing van de kamer van toezicht kunnen partijen binnen dertig dagen na de datum van verzending van deze uitspraak hoger beroep instellen bij het gerechtshof te Amsterdam.

Postadres, postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.