ECLI:NL:TGZCTG:2017:92 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2016.430

ECLI: ECLI:NL:TGZCTG:2017:92
Datum uitspraak: 14-03-2017
Datum publicatie: 14-03-2017
Zaaknummer(s): C2016.430
Onderwerp: Schending beroepsgeheim
Beslissingen:
Inhoudsindicatie:  

C E N T R A A L  T U C H T C O L L E G E

voor de Gezondheidszorg

Beslissing in de zaak onder nummer C2016.430 van:

A., wonende te B., appellant, klager in eerste aanleg,

tegen

C., tandarts, werkzaam te D., verweerder in beide instanties.

1.         Verloop van de procedure

A. – hierna: klager – heeft op 9 juni 2016 bij het Regionaal Tuchtcollege te Eindhoven tegen C. – hierna: de tandarts – een klacht ingediend. Bij beslissing van 3 oktober 2016, onder nummer 16110 heeft dat College de klacht afgewezen. Klager is van die beslissing tijdig in beroep gekomen.  De zaak is in beroep behandeld ter openbare  zitting van het Centraal Tuchtcollege van 7 februari 2017, waar klager en de tandarts zijn verschenen. De tandarts werd vergezeld door E., klachtenfunctionaris bij F..

2.         Beslissing in eerste aanleg

Het Regionaal Tuchtcollege heeft aan zijn voormelde beslissing de volgende overwegingen ten grondslag gelegd.

2. De feiten

Het gaat in deze zaak om het volgende.

Klager heeft in april 2015 een tandheelkundige behandeling ondergegaan met de uitvoering waarvan hij niet tevreden was. Daarop heeft klager eerst bij de tandartsenpraktijk intern een klacht ingediend en, nadat deze  in de visie van klager niet afdoende was afgehandeld, de klacht conform de bij de praktijk geldende klachtenregeling doorgezonden aan de klachtenfunctionaris van de serviceorganisatie waar de praktijk bij aangesloten is. De organisatie waarbinnen verweerder werkzaam is kent een klachtenprocedure. Het klachtenreglement is te vinden op de website en houdt onder andere in:

“2. Schriftelijke klacht indienen

Als de behandelaar het probleem in uw ogen onvoldoende heeft opgelost, dan kunt u uw klacht schriftelijk kenbaar maken bij de klachtenfunctionaris.

Hiertoe is een klachtenformulier beschikbaar via de balie. Via onze website (....) is er ook een mogelijkheid om het klachtenformulier in te vullen.

De klachtenfunctionaris zal de rol van bemiddelaar op zich nemen om samen met betrokkene(n) het probleem op te lossen.

In het geval dat de bemiddeling door de klachtenfunctionaris succesvol is en de betrokkene(n) een oplossing voor het probleem hebben gevonden, zal de klachtenfunctionaris deze uitkomst op schrift stellen en aan partijen toezenden.”

De klinisch directeur heeft op 22 oktober 2015 zijn bevindingen schriftelijk gerapporteerd aan de klachtenfunctionaris.

3. Het standpunt van klager en de klacht

Verweerder heeft zonder toestemming van klager zijn medische gegevens ingezien en daarover, zonder klager mondeling dan wel schriftelijk te horen, een oordeel gegeven.

4. Het standpunt van verweerder

De klachtenfunctionaris heeft met klager afgesproken dat er bemiddeld zou worden met de behandelend tandarts en via een mailbericht aan klager gemeld dat zijn gegevens aan verweerder zouden worden voorgelegd ter inhoudelijke beoordeling. Tegen deze voorgestelde gang van zaken is door klager geen bezwaar gemaakt. Verweerder heeft aan de hand van de hem ter beschikking gestelde informatie een beoordeling gemaakt en zijn conclusie aan de klachtenfunctionaris ter hand gesteld.

5. De overwegingen van het college

Het college gaat, gezien de inhoud van het niet door klager weersproken  e-mail-bericht van 19 oktober 2015, ervan uit dat klager toestemming heeft gegeven dat verweerder kennis zou nemen van de medische gegevens van klager. Verweerder mocht op deze toestemming vertrouwen en hoefde derhalve geen aparte toestemming te vragen aan klager.  De vraag die dan resteert is of verweerder alvorens zijn conclusie aan de klachtenfunctionaris te verstrekken, klager schriftelijk dan wel mondeling in de gelegenheid had dienen te stellen om op zijn conclusie te reageren of klager, zoals deze in zijn repliek met een beroep op de Wet geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO) nader toelicht, op de mogelijkheid van inzage/correctie inzage en blokkering had dienen te wijzen.  Het college overweegt dienaangaande dat de WGBO niet op de onderhavige situatie van toepassing is zodat een beroep daarop klager niet toekomt. Immers is er in de relatie tussen verweerder en klager gezien het bepaalde in artikel 7:446 BW geen sprake van een behandelingsovereenkomst. Voor zover klager zich beroept op het bepaalde in artikel 7:464 BW dan dient dit beroep evenzeer te falen, nu dit artikel beoogt aan een betrokkene die in opdracht van een ander aan een medisch onderzoek wordt onderworpen in verband met bijvoorbeeld aanspraken of verplichtingen, een blokkeringsrecht toe te kennen. Naar het oordeel van het college is hiervan geen sprake, nu verweerder slechts in het kader van de klachtenbehandeling zijn mening heeft gegeven over het handelen van een collega. De klacht zal daarom als kennelijk ongegrond worden afgewezen.”

3.         Vaststaande feiten en omstandigheden

Voor de beoordeling van het beroep gaat het Centraal Tuchtcollege uit van de feiten en omstandigheden zoals weergegeven onder “2. De feiten” van de beslissing in eerste aanleg, welke weergave in beroep niet is bestreden.

4.         Beoordeling van het beroep

4.1 Klager heeft in beroep zijn klacht herhaald en nader toegelicht. Hij concludeert tot gegrondverklaring van zijn klacht.

4.2 In  beroep gaat het naar de kern genomen om de vraag of klager ermee heeft ingestemd of geacht kan worden ermee te hebben ingestemd dat verweerder kennis zou nemen van de medische gegevens van klager.

4.3 In dit verband zijn de navolgende e-mailberichten, gewisseld tussen de (niet-BIG-geregistreerde) klachtenfunctionaris en klager, van belang:

a. van de klachtenfunctionaris aan klager:

“(…)

Sent: Tuesday, October 06, 2015  12:31 PM

(…)

Ik heb uw twee e-mailberichten met bijlagen in goede orde ontvangen. Ik zal de informatie doornemen en vervolgens in het kader van hoor en wederhoor contact opnemen met de praktijkcoördinator en de behandelend tandarts van tandartsenpraktijk (…).

Hierna zal ik u nader informeren. (…)”

b. van klager aan de klachtenfunctionaris:

“(…)

Verzonden: woensdag 7 oktober 2015 11:00

(…)

Ik vergat gister te vermelden dat tandarts (…) mij niet de volledige dossier had gegeven, enkel maar hun patiëntenkaart.

De patiëntenkaart dat tandarts (…) op 8-4-2015 had doorgestuurd bij (…), heb ik tot de dag van vandaag niets mogen ontvangen.

Steeds als ik erom vraagt, stuurt tandarts (…) een mail met bijlage van foto en geen omschrijving of begeleiding schrijven.

Ik verzoek u tandarts (…) te dwingen een kopie van de patiëntenkaart van tandarts (…) ook naar mij te mailen. (…)”

c. van de klachtenfunctionaris aan klager:

“(…)

Sent: Monday, October 12, 2015  10:37 AM

(…)

Hartelijk dank voor uw aanvulling van woensdag 7 oktober.

Ik heb inmiddels contact gehad met de praktijkcoördinator van tandartspraktijk (…) en zij gaat mij de bij hen beschikbare informatie doorsturen zodat ik mezelf nader kan verdiepen in de ontstane situatie.

Ik hou u op de hoogte van de ontwikkelingen.

(…)”

d. van klager aan de klachtenfunctionaris:

“(…)

Verzonden: maandag 12 oktober 2015 14:12

(…)

Tevens verzoek ik u een kopie dat u van Tandarts (…) de beschikbare informatie krijgt, ook naar mij op te sturen.

(…)”

e. van de klachtenfunctionaris aan klager:

“(…)

Sent: Monday, October 12, 2015  4.38 PM

(…)

Inmiddels heb ik alle beschikbare informatie ontvangen vanuit (…).

Voor de inhoudelijke beoordeling van de situatie zal ik uw gegevens voorleggen aan onze klinisch directeur; tandarts C. (Centraal Tuchtcollege: verweerder).

Zodra ik zijn reactie heb ontvangen zal ik u nader berichten. (…)”

f. van klager aan de klachtenfunctionaris:

“(…)

Verzonden: maandag 19 oktober 2015 20:01

(…)

Hierbij verzoek ik u een kopie van de beschikbare informatie dat u van (…) hebt gekregen.

(…)”

4.4  Het Centraal Tuchtcollege neemt tot uitgangspunt het op de tandarts rustende medisch beroepsgeheim, op grond waarvan hij geen inlichtingen over een patiënt of inzage in of afschrift van medische informatie aan derden mag verstrekken. Dit is alleen anders als de patiënt uitdrukkelijk toestemming heeft gegeven om die informatie wel te verstrekken. Hierbij is niet relevant wie die derde is. (Centraal Tuchtcollege 12.1.1017, 2015.353; Medisch Contact 05, 2 februari 2017, blz 34-37).

4.5  Bij de uitleg van de hiervoor onder 4.3 weergegeven e-mailberichten gaat het om de vraag welke betekenis de klachtenfunctionaris en klager in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan deze berichten mochten toekennen en wat zij over en weer redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. Het Centraal Tuchtcollege kent in dat kader betekenis toe aan de omstandigheid dat deze berichten gewisseld zijn in het kader van een bij klager levende klacht over een door hem ondergane behandeling. Het is niet goed voorstelbaar dat een dergelijke klacht zonder kennisname van het medisch dossier op een verantwoorde wijze behandeld kan worden.

4.6  Uit de hiervoor weergegeven berichten leidt het Centraal Tuchtcollege af dat klager zich realiseert dat zijn medisch dossier van belang is voor de beoordeling van de klacht

(e-mailbericht 7 oktober 2015 te 11.00 uur) en dat de klachtenfunctionaris daarover gaat beschikken teneinde deze voor te leggen aan verweerder (e-mailberichten 12 oktober 2015 te 10.37 uur en 12 oktober 2015 te  4.38 PM). Klager wil over dezelfde informatie beschikken en vraagt daar bij herhaling om aan de klachtenfunctionaris (7 oktober 2015 te 11.00 uur, 12 oktober 2015 te 14.12 uur en 19 oktober 2015 te 20.01 uur in aansluiting op 12 oktober 2015 te 4.38 PM). Dit impliceert dat klager zich realiseert dat de klachten-functionaris over deze informatie de beschikking krijgt of heeft gekregen. Waar klager in deze situatie  geen bezwaar maakt tegen het laten toesturen van de medische informatie aan de klachtenfunctionaris, maar  wel het verzoek doet een kopie van die informatie aan hem ter beschikking te stellen, kunnen de over en weer gewisselde berichten redelijkerwijs niet anders worden uitgelegd dan dat klager ermee heeft ingestemd dat ook verweerder voor een inhoudelijke beoordeling van de klacht kennis zou nemen van de medische gegevens van klager, terwijl de klachtenfunctionaris dit ook in dit geval zo mocht opvatten.

4.7  Het voorgaande betekent dat het Centraal Tuchtcollege met het Regionaal Tuchtcollege van oordeel is dat de klacht als kennelijk ongegrond dient te worden afgewezen.  

5.         Beslissing

Het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg:

verwerpt het beroep;

bekrachtigt de beslissing waarvan beroep, onder verbetering van gronden.

Deze beslissing is gegeven door: mr. E.J. van Sandick, voorzitter, mr. Y.A.J.M. van Kuijck en mr. T.W.H.E. Schmitz, leden-juristen en drs. H.J. van Iterson en drs. M. Fokke, leden- beroepsgenoten en mr. M.H. van Gool, secretaris en uitgesproken ter openbare zitting van

14 maart 2017.                       Voorzitter   w.g.                                Secretaris  w.g.