ECLI:NL:TGZRZWO:2016:98 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 305/2015

ECLI: ECLI:NL:TGZRZWO:2016:98
Datum uitspraak: 23-08-2016
Datum publicatie: 23-08-2016
Zaaknummer(s): 305/2015
Onderwerp: Geen of onvoldoende zorg
Beslissingen: Ongegrond/afwijzing
Inhoudsindicatie:   Klaagster verwijt de huisarts dat zij haar medisch dossier had zoekgemaakt. Klaagster was enkele malen van huisarts veranderd en verweerster was van Micro-His naar Medicom overgegaan. Dossier uiteindelijk gevonden. Vaker voorkomend probleem. Klacht kennelijk ongegrond, wel publicatie.  

    REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE

Beslissing d.d. 23 augustus 2016 naar aanleiding van de op 22 december 2015 bij het Regionaal Tuchtcollege te Zwolle ingekomen klacht van

A , wonende te B,

k l a a g s t e r

-tegen-

C , huisarts, werkzaam te D,

v e r w e e r s t e r

1.    HET VERLOOP VAN DE PROCEDURE

Dit blijkt uit het volgende:

-          het klaagschrift;

-          het verweerschrift met de bijlagen;

-          de repliek;

-          de dupliek.

Partijen hebben geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid mondeling gehoord te worden in vooronderzoek.

2.    FEITEN

Op grond van de stukken (waaronder het huisartsenjournaal) dient, voor zover van belang voor de beoordeling van de klacht, van het volgende te worden uitgegaan.

Verweerster heeft, samen met haar echtgenoot die ook huisarts is, in 1990 een huisartsenpraktijk geopend. Klaagster was patiënt in die praktijk sinds 1994.

Klaagster is in 2009 als patiënt ingeschreven in een praktijk in E en vervolgens in 2014 in een praktijk in B wegens verhuizingen. 

Op 18 november 2015 heeft klaagster haar medische gegevens opgevraagd bij verweerster omdat de huisartsen in E en B deze gegevens niet hadden.

Enige jaren geleden is de praktijk overgegaan naar een ander automatiseringssysteem. In het thans door de praktijk gebruikte automatiseringssysteem (Medicom) kunnen geen gegevens worden bewaard van patiënten die zijn uitgeschreven uit de praktijk. In het oude systeem (Micro-His) kon dat wel.

Verweerster heeft het oude systeem opgestart en het dossier van klaagster teruggehaald. Verweerster heeft het medisch dossier van klaagster als bijlage bij het verweerschrift overgelegd. In het dossier van klaagster staat geen notitie over uitschrijving uit de praktijk en/of doorsturen van medische gegevens. Wel is op

29 november 2007 met een vraagteken genoteerd dat klaagster in E woont.

3.    HET STANDPUNT VAN KLAAGSTER EN DE KLACHT

Klaagster verwijt verweerster -zakelijk weergegeven- dat verweerster haar medisch dossier heeft zoekgemaakt.

4.    HET STANDPUNT VAN VERWEERSTER

Verweerster voert -zakelijk weergegeven- aan dat de praktijk op verzoek van de huisartsenvereniging F over is gegaan van Micro-His naar Medicom en dat het daarom enige moeite heeft gekost om het dossier van klaagster boven water te krijgen maar dat het niet zoek was. Volgens verweerster had klaagster niet eerder om het verzenden van haar medische gegevens aan een andere huisarts gevraagd.

5.    DE OVERWEGINGEN VAN HET COLLEGE

5.1          

Het college wijst er allereerst op, dat het bij de tuchtrechtelijke toetsing van professioneel handelen er niet om gaat of dat handelen beter had gekund, maar om het geven van een antwoord op de vraag of de beroepsbeoefenaar bij het beroepsmatig handelen is gebleven binnen de grenzen van een redelijk bekwame beroepsuitoefening, rekening houdend met de stand van de wetenschap ten tijde van het klachtwaardig geachte handelen en met hetgeen toen in de beroepsgroep ter zake als norm of standaard was aanvaard.

5.2

Uit de hierboven weergegeven feiten blijkt dat de medische gegevens van klaagster niet zoek waren. Verweerster heeft ze in deze procedure ook overgelegd. De klacht kan dan ook niet slagen.

Wel blijkt uit het dossier dat er nogal wat misverstanden zijn geweest omtrent de beschikbaarheid van het medisch dossier. Mogelijk omdat klaagster zich niet actief heeft uitgeschreven uit de praktijk van verweerster en heeft verzocht om het doorzenden van haar gegevens naar haar nieuwe huisarts in E. Ook is er mogelijk het vermoeden geweest dat het dossier naar de nieuwe huisarts van klaagsters moeder was gestuurd maar dat bleek niet het geval te zijn. Wat daar ook van zij, in dit geval heeft het moeite gekost om het dossier van klaagster boven water te krijgen, maar is het wel gelukt.

Het college wijst er op dat digitalisering van medische dossiers en overgangen naar andere systemen vaker dergelijke problemen opleveren en vraagt daar aandacht voor. Om die reden zal deze beslissing op na te noemen wijze worden bekend gemaakt. Het college merkt nog op dat het beter ware geweest als verweerster klaagster zelf te woord had gestaan, zoals zij in deze procedure ook wel heeft erkend. Wellicht was deze klacht dan te voorkomen geweest. Overigens heeft haar echtgenoot wel gebeld in de loop van deze procedure. Voor zover de klacht ook over dit communicatieve aspect gaat, voert het echter te ver verweerster hiervan een tuchtrechtelijk verwijt te maken omdat het niet ongebruikelijk is de afgifte van medische dossiers, die binnen deze praktijk geprotocolleerd is, aan de assistente over te laten.

 5.3

Gelet op het voorgaande is de klacht kennelijk ongegrond en dient als volgt te worden beslist.

6.    DE BESLISSING

Het college:

-          wijst de klacht af;

-          bepaalt dat deze beslissing nadat deze onherroepelijk is geworden in geanonimiseerde vorm in de Nederlandse Staatscourant zal worden bekendgemaakt en ter publicatie zal worden aangeboden aan de tijdschriften ‘Medisch Contact’, ‘Tijdschrift voor Gezondheidsrecht’ en ‘Gezondheidszorg Jurisprudentie’;

Aldus gedaan in raadkamer door mr. A.L. Smit, voorzitter, dr. P.A.J. Buis en J.M. Komen, leden-artsen, in tegenwoordigheid van mr. H. van der Poel-Berkovits, secretaris, en uitgesproken in het openbaar op 23 augustus 2016 door mr. A.L. Smit, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. H. van der Poel-Berkovits, secretaris.                                                                                                  

                                                                                                                 voorzitter

                                                                                                                 secretaris

 

Tegen deze beslissing kan binnen zes weken na de dag van verzending van het afschrift ervan schriftelijk hoger beroep worden ingesteld bij het Centrale Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg door:

a. de klager en/of klaagster, voor zover de klacht is afgewezen, of voor zover hij/zij niet-ontvankelijk is verklaard;

b. degene over wie is geklaagd;

c. de hoofdinspecteur of de regionale inspecteur van de volksgezondheid, wie de aangelegenheid uit hoofde van de hun toevertrouwde belangen aangaat.

Het tot het Centrale Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg gerichte beroepschrift wordt ingezonden bij de secretaris van het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Zwolle, door wie het binnen de beroepstermijn moet zijn ontvangen.