ECLI:NL:TGDKG:2018:59 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/614742 / DW RK 16/967

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2018:59
Datum uitspraak: 08-05-2018
Datum publicatie: 23-05-2018
Zaaknummer(s): C/13/614742 / DW RK 16/967
Onderwerp: Andere werkzaamheden (art. 20 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: De gerechtsdeurwaarder heeft niet tijdig gereageerd op e-mailberichten. Klacht gegrond, geen maatregel.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 8 mei 2018 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer C/13/614742 / DW RK 16/967 ingesteld door:

[  ],

wonende te [  ],

klaagster,

tegen:

[  ],

gerechtsdeurwaarder te [  ],

beklaagde.

Ontstaan en loop van de procedure

Bij klachtenformulier met bijlagen, ingekomen op 5 september 2016, heeft klaagster een klacht ingediend tegen (het kantoor van) beklaagde, hierna: de gerechtsdeurwaarder. Bij verweerschrift, ingekomen op 6 oktober 2016, heeft de gerechtsdeurwaarder gereageerd. De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van 27 maart 2018 alwaar klaagster noch de gerechtsdeurwaarder, hoewel behoorlijk opgeroepen, is verschenen. De uitspraak is bepaald op 8 mei 2018.

1. De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:

-           Op 1 augustus 2016 heeft de gerechtsdeurwaarder beslag gelegd onder [  ] ten laste van klaagster. Het proces-verbaal van dit beslag is bij exploot van 8 augustus 2016 aan klaagster betekend.

-           Bij e-mailbericht van 9 augustus 2016 heeft klaagster aan de gerechtsdeurwaarder verzocht om aan te geven op welke uitkering beslag is gelegd.

-           Bij separaat e-mailbericht van 9 augustus 2016 heeft klaagster een inkomensoverzicht aan de gerechtsdeurwaarder verzonden.

-           Klaagster heeft de gerechtsdeurwaarder bij e-mailberichten van

17 en 29 augustus 2016 aan de e-mailberichten van 9 augustus 2016 herinnerd.

-           Bij e-mailbericht van 1 september 2016 heeft klaagster bezwaar tegen het gelegde beslag gemaakt en verzocht om het ingevorderde bedrag op haar rekening te storten.

-           Bij brief van 5 september 2016 heeft de gerechtsdeurwaarder een reactie gegeven op de e-mailberichten van klaagster van 9 augustus 2016.

2. De klacht

Klaagster beklaagt zich er samengevat over dat de gerechtsdeurwaarder niet reageert op haar e-mailberichten.

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder heeft de klacht gemotiveerd weersproken. Voor zover van belang wordt hierna op dat verweer ingegaan.

4. De beoordeling van de klacht

4.1 De klacht is gericht tegen [  ]. Dat is de naam van een gerechtsdeurwaarderskantoor en een gerechtsdeurwaarderskantoor kan niet als beklaagde worden aangemerkt. Op grond van de uitspraak van het gerechtshof Amsterdam van 12 augustus 2014 (ECLI:NL:GHAMS:2014:3696) volgt dat bij klachten tegen een samenwerkingsverband de tuchtrechter zelf dient te onderzoeken tegen welke gerechtsdeurwaarder(s) van het samenwerkingsverband de klacht zich richt.

4.2 Nu de in aanhef vermelde gerechtsdeurwaarder heeft aangevoerd dat het dossier van klaagster onder zijn verantwoordelijkheid valt, wordt hij als beklaagde aangemerkt. Ter beoordeling staat of er sprake is van tuchtrechtelijk laakbaar handelen in de zin van artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet.

4.3 Van een gerechtsdeurwaarder mag worden verwacht dat hij e-mails met betrekking tot een bij hem in behandeling zijnde incasso binnen een redelijke termijn beantwoordt. Nu uit de overgelegde producties blijkt dat de gerechtsdeurwaarder eerst bij brief van 5 september 2016 op de e-mailberichten van klaagster van

9 augustus 2016 heeft gereageerd, is de klacht terecht voorgesteld.

4.4 De kamer is van oordeel dat kan worden volstaan met de constatering dat de klacht gegrond is. Klaagster was ervan op de hoogte dat ten laste van haar beslag onder [  ] was gelegd, alleen was niet duidelijk welke uitkering was getroffen door het beslag. Verder blijkt uit de e-mail van klaagster van

9 augustus 2016 niet duidelijk dat zij hierin verzoekt om aanpassing van de beslagvrije voet, maar blijkt dit eerst uit haar e-mail van 29 augustus 2016. Hierop heeft de gerechtsdeurwaarder naar het oordeel van de kamer binnen een redelijke termijn gereageerd. Gelet op voorgaande zijn geen termen aanwezig om tot het opleggen van een maatregel over te gaan.

4.5 Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-        verklaart de klacht gegrond;

-        ziet van het opleggen van een maatregel af.

Aldus gegeven door mr. M. Nijenhuis, plaatsvervangend-voorzitter, en

mr. Ch.A. van Dijk en mr. J.M. Wisseborn, leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 8 mei 2018, in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing, hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.