ECLI:NL:TGDKG:2017:99 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 1189.2015

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2017:99
Datum uitspraak: 16-05-2017
Datum publicatie: 13-07-2017
Zaaknummer(s): 1189.2015
Onderwerp: KBvG
Beslissingen: Berisping
Inhoudsindicatie: Klacht gegrond. Berisping. Het is de gerechtsdeurwaarder, in het kader van geheimhoudingsplicht, niet toegestaan gegevens van en/of over klaagster, zonder haar toestemming, aan derden te verstrekken. In dit geval betrof het de zoon van klaagster.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM 4

Beslissing van 16 mei 2017 zoals bedoeld in  artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer C/13/599997 / DW RK 15/1189 ingesteld door:

[   ],

wonende te Wassenaar,

klaagster,

tegen:

[   ],

gerechtsdeurwaarder te [   ],

beklaagde.

1. Ontstaan en loop van de procedure

Bij brief, ingekomen op 29 december 2015, heeft klaagster een klacht ingediend tegen (een medewerker van) beklaagde, hierna: de gerechtsdeurwaarder. Bij brief, ingekomen op 2 februari 2016, heeft de gerechtsdeurwaarder een verweerschrift ingediend. De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van 4 april 2017. De gerechtsdeurwaarder is verschenen. Klaagster is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschenen. Van de behandeling ter zitting zijn aantekeningen gemaakt. De uitspraak  is bepaald op 16 mei 2017.

2. De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:

De gerechtsdeurwaarder is belast met de executie van een tegen klaagster uitgevaardigd dwangbevel. Na de betekening op 17 december 2015, heeft klaagster telefonisch contact opgenomen met de gerechtsdeurwaarder om een betalingsregeling te treffen. Zij heeft toen gesproken met een medewerker van de gerechtsdeurwaarder. Zij heeft bij die gelegenheid geen telefoonnummer verstrekt en heeft gebruik gemaakt van haar eigen vaste aansluiting. Op 28 december 2015 heeft een medewerkster van de gerechtsdeurwaarder telefonisch gesproken met de zoon van klaagster. Zijn telefoonnummer is na enig onderzoek gevonden. Dit gesprek had plaats omdat van klaagster het aan haar toegezonden inkomsten- en uitgavenformulier nog niet retour was ontvangen. Er is verzocht dat klaagster daarover contact zou opnemen.

3. De klacht

Klaagster verwijt de gerechtsdeurwaarder dat zijn medewerkster haar zoon heeft gebeld op zijn nummer en daarbij heeft gesproken over haar schuld. Klaagster vindt het ontoelaatbaar dat haar privé gegevens zijn gedeeld met een derde zonder dat zij daarvoor toestemming heeft verleend. Toen zij daarover op 28 december 2015 belde met de medewerker om haar beklag te doen, heeft hij ontkend dat er door zijn collega was gebeld en heeft hij gezegd dat klaagster zelf op 17 december 2015 met het mobiele telefoonnummer van haar zoon had gebeld. Volgens klaagster heeft hij dus gelogen, omdat zij op 17 december 2015 zelf met haar vaste nummer van haar huistelefoon heeft gebeld, zij nooit van een andere telefoonverbinding gebruik maakt en haar zoon op die dag op zijn werk was.

4. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder heeft de klacht erkend. Aan klaagster is door de medewerker inderdaad ten onrechte ontkend dat het telefoongesprek met de zoon had plaatsgevonden. De medewerker heeft in strijd met de instructies gehandeld. Er had met de zoon van klaagster niet gesproken mogen worden over haar privé omstandigheden. Aan klaagster zijn excuses aangeboden, die zijn door haar aanvaard.

5. Beoordeling van de klacht

5.1 Ingevolge het daartoe bepaalde in de Gerechtsdeurwaarderswet kunnen slechts klachten worden ingediend tegen gerechtsdeurwaarders (waaronder mede worden begrepen waarnemend- en kandidaat-gerechtsdeurwaarders). Klachten tegen medewerkers dienen daarbij te worden geacht te zijn gericht tegen gerechtsdeurwaarders, die voor de medewerkers verantwoordelijk zijn.

Daarom wordt de gerechtsdeurwaarder, de als enige aan het kantoor verbonden gerechtsdeurwaarder, als beklaagde aangemerkt. Hiermee is in de aanhef van de beschikking al rekening gehouden.

5.2 Ter beoordeling staat of er sprake is van tuchtrechtelijk laakbaar handelen in de zin van artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet. Het verstrekken van gegevens van klaagster zonder haar toestemming aan een derde is in strijd met artikel 5 van de Beroeps- en gedragsregels voor gerechtsdeurwaarders (de geheimhoudingsplicht) en de Gedragscode gerechtsdeurwaarders ter bescherming persoonsgegevens (Staatscourant 2004, nr. 33). Dit is ook vaste jurisprudentie van de Kamer, zie bijvoorbeeld de uitspraak van 24 maart 2015, ECLI:NL:TGDKG:2015:35.

5.3 De Kamer acht de klacht gegrond en ziet gelet op de ernst van de gedraging, waaronder ook de aanvankelijke ontkenning dat het gesprek zou hebben plaatsgevonden, aanleiding na te noemen maatregel op te leggen.

5.4 Op grond van het vorenstaande wordt beslilst als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor gerechtsdeurwaarders:

-                     verklaart de klacht gegrond;

-                     legt aan de gerechtsdeurwaarder de maatregel van berisping op.

Aldus gegeven door mr. L. van Berkum, plaatsvervangend-voorzitter, mr. A. Sissing en M. Colijn, leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 16 mei 2017 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.