ECLI:NL:TGDKG:2017:96 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 779.2016

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2017:96
Datum uitspraak: 09-05-2017
Datum publicatie: 06-07-2017
Zaaknummer(s): 779.2016
Onderwerp: Andere werkzaamheden (art. 20 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Beslissing op verzet. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 9 mei 2017 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de beschikking van 12 juli 2016 met zaaknummer

574.2016 en het daartegen ingestelde verzet met zaaknummer C/13/612253 / DW RK 16/779  ingesteld door:

[  ],

wonende te [  ],

klager,

tegen:

[  ],

toegevoegd kandidaat-gerechtsdeurwaarder te [  ],

beklaagde.

1. Ontstaan en verloop van de procedure

Bij brief, ingekomen op 7 juni 2016, heeft klager een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna: de gerechtsdeurwaarder.             Bij verweerschrift, ingekomen op

14 juni 2016, heeft de gerechtsdeurwaarder op de klacht gereageerd. Bij beslissing van 12 juli 2016 heeft de voorzitter de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Klager is een afschrift van de beslissing van de voorzitter toegezonden bij brief van 12 juli 2016. Bij brief, ingekomen op 18 juli 2016, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter. Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 28 maart 2017. Partijen hebben voorafgaand aan de zitting kenbaar gemaakt niet ter zitting te zullen verschijnen. De uitspraak is bepaald op 9 mei 2017.

2. De ontvankelijkheid van het verzet

Klager heeft verzet ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter, zodat hij in het verzet kan worden ontvangen.

3. De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:

-     Op 16 maart 2016 heeft gerechtsdeurwaarder ten laste van klager gepoogd beslag roerende zaken te leggen.

4. De oorspronkelijke klacht

Klager verwijt de gerechtsdeurwaarder samengevat dat hij huisvredebreuk heeft gepleegd door zich de toegang tot zijn woning te verschaffen.

5. De beslissing van de voorzitter

5.1 De voorzitter heeft als volgt op de klacht overwogen:

Op grond van artikel 444 lid 1 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering heeft de gerechtsdeurwaarder (die beschikt over een executoriale titel) ter inbeslagname toegang tot elke plaats. Dat klager de gerechtsdeurwaarder de toegang heeft geweigerd blijkt niet uit het door de gerechtsdeurwaarder overgelegde exploot. Daarin staat vermeld dat de gerechtsdeurwaarder de toegang tot de woning van klager is verleend. Bovendien had een weigering klager niet kunnen baten omdat de gerechtsdeurwaarder op de bij de wet voorgeschreven wijze was vergezeld door een hulpofficier van justitie. Van huisvredebreuk is in dit geval geen sprake.

5.2 Op grond hiervan heeft de voorzitter de klacht van klager als kennelijk ongegrond afgewezen.

6. De gronden van het verzet

In verzet heeft klager aangevoerd dat hij de gerechtsdeurwaarder geen toegang tot de woning heeft verleend.

7. De beoordeling van de gronden van het verzet

7.1 Het verzet kan naar het oordeel van de Kamer niet slagen. Het onderzoek in verzet heeft naar het oordeel van de Kamer niet geleid tot vaststelling van andere feiten dan wel tot andere beschouwingen en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de voorzitter waarmee de Kamer zich verenigt. De Kamer acht de beslissing van de voorzitter juist en de door klager aangevoerde gronden geven geen aanleiding de motivering van de beslissing aan te passen.

7.2 Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING:

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-        verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gegeven door mr. L. van Berkum, plaatsvervangend-voorzitter, en

mr. W.M. de Vries en M.W. de Ruijter, leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 9 mei 2017, in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing staat op grond van het bepaalde in artikel 39, lid 4 van de Gerechtsdeurwaarderswet geen rechtsmiddel open.