ECLI:NL:TGDKG:2017:82 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 744.2016

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2017:82
Datum uitspraak: 20-06-2017
Datum publicatie: 06-07-2017
Zaaknummer(s): 744.2016
Onderwerp: Andere werkzaamheden (art. 20 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Beslissing op verzet. De voorzitter is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet gegrond.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 20 juni 2017 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de beschikking van 5 juli 2016 met zaaknummer 727.2015 en het daartegen ingestelde verzet met zaaknummer C/13/611762 / DW RK 16/744 ingesteld door:

[  ],

wonende te [  ],

klaagster,

tegen:

[  ], [  ] en [  ],

gerechtsdeurwaarders te [  ],

beklaagden,

gemachtigde: [  ].

1. Ontstaan en verloop van de procedure

Bij brief met bijlagen, ingekomen op 25 augustus 2015, heeft klaagster een klacht ingediend tegen (de organisatie van) beklaagden, hierna: de gerechtsdeurwaarders. Bij verweerschrift, ingekomen op 22 september 2015, hebben de gerechts-deurwaarders op de klacht gereageerd. Bij beslissing van 5 juli 2016 heeft de voorzitter de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Klaagster is een afschrift van de beslissing van de voorzitter toegezonden bij brief van 5 juli 2016. Bij

e-mailbericht, ingekomen op 8 juli 2016, heeft klaagster verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter. Klaagster heeft voorafgaand de zitting schriftelijk medegedeeld niet ter zitting te zullen verschijnen. Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 9 mei 2017 alwaar de gemachtigde van de gerechtsdeurwaarders is verschenen. Van de behandeling ter zitting zijn aantekeningen gemaakt. De uitspraak is bepaald op 20 juni 2017.

2. De ontvankelijkheid van het verzet

Klaagster heeft verzet ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter, zodat zij in het verzet kan worden ontvangen.

3. De feiten

De gerechtsdeurwaarders hebben klaagster op 19 augustus 2015 tot betaling gesommeerd van een schuld aan haar ziektekostenverzekeraar. 

4. De oorspronkelijke klacht

Klaagster verwijt de gerechtsdeurwaarders dat deze haar benaderen om een onterechte vordering te betalen, die daarnaast onterecht is verhoogd met incassokosten en bovendien dat de sommatie niet is ondertekend. Nu weet klaagster niet wie op het kantoor van de gerechtsdeurwaarders met de vordering is belast.

Op haar schriftelijke bezwaren tegen de vordering hebben de gerechtsdeurwaarders niet gereageerd.

5. De beslissing van de voorzitter

5.1 De voorzitter heeft als volgt op de klacht overwogen:

4.1 Ingevolge artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet zijn gerechtsdeurwaarders en kandidaat-gerechtsdeurwaarders onderworpen aan tuchtrechtspraak ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met die wet of in strijd met hetgeen een behoorlijk gerechtsdeurwaarder betaamt. Ter beoordeling staat of de handelwijze van de gerechtsdeurwaarders een tuchtrechtelijk verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.

4.2 Daarvan is geen sprake. De gerechtsdeurwaarders hebben gemotiveerd verweer gevoerd. Tegenover dat verweer, waarbij de gerechtsdeurwaarders de gang van zaken duidelijk hebben toegelicht, zijn de enkele stellingen van klaagster niet voldoende om tuchtrechtelijk laakbaar handelen te kunnen vaststellen. 

4.3 Het is niet de taak van een gerechtsdeurwaarder om een aan hem in handen gegeven vordering inhoudelijk te beoordelen. Verder is volgens de gerechtsdeurwaarders is in het verleden ook al met klaagster gecorrespondeerd over de vordering. De gerechtsdeurwaarders behoefden dus niet meer in te gaan op de bezwaren van klaagster naar aanleiding van de sommatie. Klaagster kan wachten tot de vordering aan de rechter wordt voorgelegd en is dan in de gelegenheid om verweer te voeren. De incassokosten zijn in rekening gebracht omdat de vordering uit handen is gegeven. Op zich is dat toegestaan. Klaagster kan ook over de verschuldigdheid van die kosten het oordeel van de rechter afwachten. Tot slot is niet gebleken dat de sommatie zowel voor wat betreft de stijl als de inhoud in strijd is met de tuchtrechtelijke norm. Een dergelijke brief hoeft niet te zijn ondertekend. Het kantooradres van de gerechtsdeurwaarders is vermeld, evenals het dossiernummer. De ontvanger van een dergelijke sommatie is dus in staat contact met de gerechtsdeurwaarder op te nemen die de sommatie heeft verstuurd en zich te informeren over de vordering.

5.2 Op grond hiervan heeft de voorzitter de klacht van klaagster als kennelijk ongegrond afgewezen.

6. De gronden van het verzet

In verzet heeft klager aangevoerd dat de Kamer voor Gerechtsdeurwaarders in strijd handelt met het ne bis in idem beginsel. De onderhavige vordering is door de Kamer reeds behandeld in een klacht gericht tegen het gerechtsdeurwaarderskantoor

[  ] te [  ].

7. De beoordeling van de gronden van het verzet

7.1 Het verzet kan naar het oordeel van de Kamer niet slagen. Het onderzoek in verzet heeft immers niet geleid tot vaststelling van andere feiten dan wel tot andere beschouwingen en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de voorzitter waarmee de Kamer zich verenigt. De Kamer acht de beslissing van de voorzitter juist en de door klager aangevoerde gronden geven geen aanleiding de motivering van de beslissing aan te passen.

7.2 Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING:

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-        verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gegeven door mr. M. Nijenhuis, plaatsvervangend-voorzitter, en

mr. Ch.A. van Dijk en M.W. de Ruijter, leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 20 juni 2017, in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing staat op grond van het bepaalde in artikel 39, lid 4 van de Gerechtsdeurwaarderswet geen rechtsmiddel open.