ECLI:NL:TGDKG:2017:68 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 740.2015

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2017:68
Datum uitspraak: 25-04-2017
Datum publicatie: 23-06-2017
Zaaknummer(s): 740.2015
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen: Geldboete
Inhoudsindicatie: De gerechtsdeurwaarder heeft tweemaal beslag gelegd zonder dat het vonnis was betekend. Gegrond, geldboete van € 500,00.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM 4

Beslissing van 25 april 2017 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer C/13//592625 / DW RK 15/740 ingesteld door:

[   ],

gevestigd te ‘s-Gravenhage,

klager,

gemachtigde [   ],

tegen:

[   ],

gerechtsdeurwaarder te [   ],

beklaagde.

1. Ontstaan en loop van de procedure

Bij brief met bijlagen, ingekomen op 26 augustus 2015 heeft klager een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna: de gerechtsdeurwaarder. Bij brief van 6 november 2015 heeft de gerechtsdeurwaarder op de klacht gereageerd. Klager heeft bij brieven van 15 en 17 februari 2017 nog nader gereageerd. De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van 28 februari 2017 in aanwezigheid van klager en de gerechtsdeurwaarder (vergezeld door [   ]). Klager heeft een pleitnotitie overgelegd. Van de behandeling ter zitting zijn aantekeningen gemaakt. De uitspraak is bepaald op 11 april 2017.

2. De feiten

a)      De gerechtsdeurwaarder heeft klager geassisteerd bij de inning van een vordering op een debiteur welke assistentie heeft geresulteerd in een vonnis van 13 februari 2014 gewezen door de rechtbank Oost-Brabant.

b)      De gerechtsdeurwaarder heeft op 22 mei 2014 ten laste van de debiteur beslag gelegd onder ABN-AMRO bank. Het proces-verbaal van het gelegde beslag is op 5 juni 2014 aan de debiteur betekend.

c)      Op 28 augustus 2014 heeft de gerechtsdeurwaarder opnieuw ten laste van de debiteur  beslag gelegd onder ABN-AMRO bank gelegd. Het proces-verbaal van het beslag is op 23 september 2014 aan de debiteur betekend.

d)     Voorafgaand aan de beslagen was het vonnis niet betekend. De kosten van de gelegde beslagen zijn aan klager doorbelast.

3. De klacht

Klager verwijt de gerechtsdeurwaarder beslagen te hebben gelegd zonder dat daaraan vooraf het vonnis is betekend en de kosten daarvan aan hem heeft doorberekend.

4. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder heeft de klacht erkend. Hij acht de klacht echter toch ongegrond, omdat het vonnis op grond van een vergissing niet is betekend en klager hem nooit heeft ingelicht over zijn onvrede met betrekking tot de doorbelaste kosten. Bovendien hebben partijen ter beslechting van hun vele geschillen een vaststellingsovereenkomst gesloten. Klager had zich dan ook tot hem dienen te wenden, aldus de gerechtsdeurwaarder. Als er vervolgens met klager geen vergelijk mogelijk zou blijken te zijn, had klager zich tot de civiele rechter kunnen wenden.

5. Beoordeling van de klacht

5.1 Op grond van het bepaalde in artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet zijn gerechtsdeurwaarders en kandidaat-gerechtsdeurwaarders onderworpen aan tuchtrechtspraak ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling en ter zake van enig handelen of nalaten dat een behoorlijk gerechtsdeurwaarder of kandidaat-gerechtsdeurwaarder niet betaamt.

Ter beoordeling staat of de handelwijze van de gerechtsdeurwaarder een tuchtrechtelijk verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.

5.2 De gerechtsdeurwaarder heeft erkend twee keer beslag te hebben gelegd zonder dat het vonnis door hem is betekend. Hij heeft hiervoor ter zitting geen verklaring kunnen geven. Wel heeft hij zich ter zitting bereid verklaard om de kosten te crediteren in het kader van de uitvoering van de vaststellingsovereenkomst. De Kamer is van oordeel dat het handelen van de gerechtsdeurwaarder zeer onzorgvuldig is, zeker met betrekking tot de tweede beslaglegging van 28 augustus 2014. Dit geldt te meer nu de gerechtsdeurwaarder in zijn verweerschrift heeft verklaard dat de schuldenaar reeds op 5 juni 2014 “het restant verschuldigde” al had voldaan, zodat geconstateerd moet worden dat dit beslag is gelegd na voldoening van de gehele vordering. De gerechtsdeurwaarder  kon hiervoor desgevraagd ter zitting geen verklaring geven. Uit de overgelegde stukken blijkt voorts dat de (nietige) derdenbeslagen niet tijdig zijn overbetekend maar pas na respectievelijk 14 en 26 dagen. Eén en ander geeft blijk van onzorgvuldig handelen van de gerechtsdeurwaarder bij de uitoefening van zijn ambtelijke werkzaamheden. De gerechtsdeurwaarder heeft hiervoor geen berouw getoond dan wel excuses aangeboden.

5.3 De Kamer acht de klacht gegrond en ziet aanleiding tot het opleggen van na te melden maatregel. Bij de hoogte van de boete heeft de Kamer er acht op geslagen dat de gerechtsdeurwaarder vier exploten ten onrechte heeft uitgebracht.

6. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-        verklaart de klacht gegrond;

-        legt aan de gerechtsdeurwaarder de maatregel op tot betaling van een geldboete van € 500,00 met aanzegging dat de Kamer de ex artikel 43 lid 5 van de Gerechtsdeurwaarderswet te bepalen termijn en de wijze waarop de gerechtsdeurwaarder de boete moet voldoen, na het onherroepelijk worden van deze beslissing per aangetekende brief aan de gerechtsdeurwaarder zal mededelen.

Aldus gegeven door mr. M. Nijenhuis, plaatsvervangend-voorzitter, mr. L. van Berkum en mr. J.J.L. Boudewijn, leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 25 april 2017  in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.