ECLI:NL:TGDKG:2017:220 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/626839 / DW RK 17/383

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2017:220
Datum uitspraak: 08-09-2017
Datum publicatie: 10-01-2018
Zaaknummer(s): C/13/626839 / DW RK 17/383
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie:   Tenuitvoerlegging vonnis. Klager stelt dat hij het verschuldigde bedrag overeenkomstig de gemaakte afspraak in termijnen heeft betaald en niet begrijpt niet waarom nu een hoger bedrag moet worden betaald. Getelde betalingsafspraak niet aannemelijk gemaakt. Niet de volledige in de dagvaarding vermelde kostenposten voldaan. Klager is gedagvaard en bij inmiddels onherroepelijk geworden vonnis veroordeeld.  Het hoger te betalen bedrag is daarvan het gevolg. Klacht ongegrond verklaard. Hoger beroep ingesteld.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM 4

Beslissing van 8 september 2017 zoals bedoeld in  artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer C/13/626839 / DW RK 17/383 ingesteld door:

[     ],

wonende te [     ],

klager,

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

1. Ontstaan en loop van de procedure

Bij brief met bijlagen, ingekomen op 6 april 2017 heeft klager een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna: de gerechtsdeurwaarder. Bij aangehechte brief met bijlagen, ingekomen op 26 juni 2017, heeft de gerechtsdeurwaarder op de klacht gereageerd. De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van 28 juli 2017 in aanwezigheid van klager. De gerechtsdeurwaarder is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschenen. Van de behandeling ter zitting zijn aantekeningen gemaakt. De uitspraak is bepaald op 8 september 2017.

2. De feiten

De gerechtsdeurwaarder is belast met de executie van een tegen klager gewezen verstekvonnis.

3. De klacht

Klager stelt dat hij het verschuldigde bedrag overeenkomstig de gemaakte afspraak in termijnen heeft betaald. Hij begrijpt niet wat de reden is dat hij nu alsnog een veel hoger bedrag moet betalen.

4. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

4.1 De gerechtsdeurwaarder heeft aangevoerd dat hij klager bij herhaling heeft getracht uit te leggen dat hij aansprakelijk is voor de verkeersboete die is opgelegd door het CJIB met betrekking tot het voertuig dat door klager was gehuurd ten tijde van de verkeersovertreding. Omdat betaling uitbleef is klager gedagvaard en bij verstek veroordeeld. Na de betekening van de grosse is klager op kantoor geweest en is nogmaals getracht om hem de situatie uit te leggen. Klager heeft geen verzet ingesteld tegen het vonnis hoewel hem dat wel is geadviseerd. Er is geen betalingsregeling getroffen. Klager heeft de hoofdsom in termijnen betaald, maar pas nadat het op 1 augustus 2016 gewezen vonnis op 3 augustus 2016 was betekend.

5.  Beoordeling van de klacht

5.1 Op grond van artikel 34 lid 1 van de Gerechtsdeurwaarderswet zijn gerechtsdeurwaarders, waarnemend gerechtsdeurwaarders, toegevoegd gerechtsdeurwaarders, kandidaat -gerechtsdeurwaarders en degene die is toegevoegd in het kader van de stageverplichting bij de in artikel 25, eerste lid bedoelde opleiding, onderworpen aan tuchtrechtspraak ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling en ter zake van enig handelen of nalaten dat een behoorlijk gerechtsdeurwaarder niet betaamt. Ter beoordeling staat of de handelwijze van de gerechtsdeurwaarder een tuchtrechtelijk verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.

5.2 Een dagvaarding is geen betalingsverzoek of aanmaning, maar een oproep om bij de rechter te verschijnen. Klager heeft ter voorkoming van het aanhangig maken van de zaak niet de volledige in de dagvaarding vermelde kostenposten voldaan. Klager is evenmin verschenen op de rolzitting om verweer te voeren. Hierdoor is klager bij verstek veroordeeld tot betaling. Voorts is geen verzet ingesteld. Het vonnis is daarmee onherroepelijk geworden. Klager is daarna wel gaan betalen, maar inmiddels was ook het salaris gemachtigde volgens het liquidatietarief verschuldigd en de kosten van de betekening van het vonnis. Dat die kosten inmiddels verschuldigd waren geworden, is gevolg van het feit dat er een vonnis is gewezen en komt dus niet voor rekening van de gerechtsdeurwaarder. Dat met klager enige betalingsafspraak is gemaakt, heeft hij niet aannemelijk gemaakt.

5.3 Klager heeft ter zitting nog aangevoerd dat hij al naar aanleiding van de sommatie van 13 april 2016 is gaan aflossen. Hij was toen nog niet gedagvaard. Klager heeft deze stelling echter niet aannemelijk gemaakt en bovendien was hij nadat de vordering aan de gerechtsdeurwaarder uit handen was gegeven ook rente en incassokosten verschuldigd die hij niet heeft betaald. Ook hier geldt dat klager zijn verweren bij de rechter had kunnen voeren hetgeen hij niet heeft gedaan.

5.4 Ten overvloede overweegt de Kamer dat het vast beleid is van de Kamer om na ontvangst van de klacht de beklaagde gerechtsdeurwaarder om commentaar te vragen. Daarvoor geldt een termijn van vier weken. De gerechtsdeurwaarder heeft binnen die termijn niet gereageeerd en evenmin na rappel van het secretariaat van de Kamer. Omdat hij zich vervolgens niet aan zijn toezegging heeft gehouden om alsnog binnen een bepaalde termijn te reageren is de zaak naar de zitting van de Kamer verwezen. De gerechtsdeurwaarder wordt verzocht om voortaan net als de meesten van zijn collega’s, binnen de tijd die daarvoor staat te reageren op een klacht. Hij had wellicht de verwijzing van deze zaak naar een zitting van de Kamer daarmee kunnen voorkomen.

5.5 Op grond van het vorenstaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING                                                               

De Kamer voor gerechtsdeurwaarders:

-                  verklaart de klacht  ongegrond.

Aldus gegeven door mr. A.E. de Vos, plaatsvervangend-voorzitter, mr. W.M. de Vries en mr. J.N. Reijn,  leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 8 september 2017 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.