ECLI:NL:TGDKG:2017:141 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/605344 / DW RK 16/328

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2017:141
Datum uitspraak: 07-07-2017
Datum publicatie: 13-09-2017
Zaaknummer(s): C/13/605344 / DW RK 16/328
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie:   Klacht over misleidende reclame en exorbitante kosten. Dat de opdrachten onder alle omstandigheden zouden worden uitgevoerd op basis van “no cure no pay”, wordt door klaagster niet onderbouwd. Weliswaar wordt daarmee op de website van de gerechtsdeurwaarder reclame gemaakt, maar dat neemt niet weg dat uit de algemene voorwaarden volgt dat een opdrachtgever onder omstandigheden (onder meer bij intrekking van de opdracht tegen het advies van de gerechtsdeurwaarder in), ook bij een niet (volledig) behaald resultaat een vergoeding verschuldigd kan zijn. Dat er geen resultaat is geboekt is door de gerechtsdeurwaarder gemotiveerd weersproken. Dat de gerechtsdeurwaarder exorbitant hoge kosten in rekening heeft gebracht voor de door hem verrichte werkzaamheden, is de kamer niet gebleken. Klachten ongegrond.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 7 juli 2017 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer C/13/605344 / DW RK 16/328 ingediend door:

[     ],

gevestigd te [     ],

klaagster,

vertegenwoordigd door [     ],

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde,

gemachtigde .

Ontstaan en loop van de procedure

Bij klachtenformulier, ingekomen op 30 maart 2016, heeft klager een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna de gerechtsdeurwaarder. Bij e-mail van 10 mei 2016 heeft de gerechtsdeurwaarder op de klacht gereageerd. De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van 26 mei 2017 alwaar de gemachtigde van de gerechtsdeurwaarder is verschenen. Van de behandeling ter zitting zijn aantekeningen gemaakt. De uitspraak is bepaald op 7 juli 2017.

1. De feiten

a)     De gerechtsdeurwaarder is door klaagster (de opdrachtgever) ingeschakeld voor het incasseren van twee vorderingen op een schuldenaar. Het ging daarbij om een vordering van € 10.255,00 en een vordering van ongeveer € 6.900,00.

b)     Ter uitvoering van deze opdracht(en) heeft de gerechtsdeurwaarder aanmaningen verzonden aan de schuldenaar. In één dossier zijn door klaagster betalingen ontvangen.

c)     De dossiers zijn gesloten omdat klaagster niet reageerde op verzoeken van de gerechtsdeurwaarder. Vervolgens heeft de gerechtsdeurwaarder twee facturen verzonden aan klaagster voor in totaal een bedrag van € 1.761,84.

d)     Omdat klaagster de facturen niet wenste te voldoen heeft de gerechtsdeurwaarder de zaak voorgelegd aan de rechter. 

2. De klacht

Klaagster beklaagt zich samengevat over het volgende. Allereerst stelt klaagster dat de mededeling op de website van de gerechtsdeurwaarder, inhoudende dat er wordt gewerkt op basis van ‘no cure no pay’, misleidend is. Daarnaast heeft de gerechtsdeurwaarder exorbitant hoge kosten in rekening gebracht voor de door hem verrichte werkzaamheden, die overigens geen resultaat hebben opgeleverd.

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder heeft de klacht weersproken. Voor zover van belang wordt hierna op dat verweer ingegaan.

4. De beoordeling van de klacht

4.1 Op grond van artikel 34 lid 1 van de Gerechtsdeurwaarderswet zijn de gerechtsdeurwaarders, waarnemend- en toegevoegd kandidaat-gerechtsdeurwaarders aan tuchtrechtspraak onderworpen ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling en ter zake van enig handelen of nalaten dat een behoorlijk gerechtsdeurwaarder, waarnemend gerechtsdeurwaarder en toegevoegd kandidaat-gerechtsdeurwaarder niet betaamt. Ter beoordeling staat of er sprake is van tuchtrechtelijk laakbaar handelen in voormelde zin.

4.2 De kamer overweegt dat de klachten zich lenen voor gezamenlijke behandeling. De eerste klacht betreft de website van de gerechtsdeurwaarder, althans de door klaagster gestelde misleidende mededeling op die website dat er wordt gewerkt op basis van ‘no cure no pay’. De tweede klacht ziet op de door de gerechtsdeurwaarder in rekening gebrachte kosten. Klaagster stelt dat deze kosten exorbitant hoog zijn, terwijl de verrichte werkzaamheden geen resultaat hebben opgeleverd.

4.3 De gerechtsdeurwaarder heeft aangevoerd dat klaagster bij het indienen van de vorderingen op 6 september 2015 en 12 oktober 2015 akkoord is gegaan met de door hem gehanteerde algemene voorwaarden en dat de gerechtsdeurwaarder – na intrekking van de opdracht(en) – heeft gefactureerd overeenkomstig deze algemene voorwaarden. Bovendien is volgens de gerechtsdeurwaarder wel degelijk uitvoering gegeven aan de opdracht(en) en heeft dit in één dossier zelfs geleid tot betaling van de gematigde incassokosten overeenkomstig de algemene voorwaarden.

4.4 Dat de opdrachten onder alle omstandigheden zouden worden uitgevoerd op basis van “no cure no pay”, wordt door klaagster niet onderbouwd. Weliswaar wordt daarmee op de website van de gerechtsdeurwaarder reclame gemaakt, maar dat neemt niet weg dat uit de algemene voorwaarden volgt dat een opdrachtgever onder omstandigheden (onder meer bij intrekking van de opdracht tegen het advies van de gerechtsdeurwaarder in), ook bij een niet (volledig) behaald resultaat een vergoeding verschuldigd kan zijn. Omdat klaagster een bouwbedrijf heeft, mag zij als professionele opdrachtgeefster bekend worden verondersteld met het bestaan van algemene voorwaarden. De gerechtsdeurwaarder heeft ook onweersproken aangevoerd dat klaagster de incasso-opdrachten heeft ingevoerd via het portaal www.eenmalige-incoasso.nl en dat het daarvoor nodig is om een account aan te maken, waarbij uitdrukkelijk akkoord dient te worden gegaan met de door de gerechtsdeurwaarder gehanteerde algemene voorwaarden. Van tuchtrechtelijk verwijtbare misleiding is dan ook geen sprake.

4.5 Dat er geen resultaat is geboekt is door de gerechtsdeurwaarder gemotiveerd weersproken. Dat de gerechtsdeurwaarder exorbitant hoge kosten in rekening heeft gebracht voor de door hem verrichte werkzaamheden, is de kamer niet gebleken. De gerechtsdeurwaarder heeft omgerekend 10 % incassokosten in rekening gebracht, terwijl de algemene voorwaarden uitgaan van 15%. In tuchtrechtelijke zin is er geen sprake van een excessieve tariefstelling (ECLI:NL:GHAMS:2005:AS8273). Voor ingrijpen van de tuchtrechter is dan ook geen plaats.

5. O p grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-       verklaart de klacht ongegrond.

Aldus gegeven door mr. S.P. Pompe, voorzitter, en mr. A.E. de Vos en M. Colijn, leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 7 juli 2017, in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing, hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.