ECLI:NL:TGDKG:2016:162 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW 706.2016

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2016:162
Datum uitspraak: 04-08-2016
Datum publicatie: 15-05-2017
Zaaknummer(s): GDW 706.2016
Onderwerp: Incassotraject
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Verzoek tot wraking. Verzoek niet-ontvankelijk verklaard vanwege het feit dat de tuchtrechter geen zaak van verzoeker in behandeling heeft.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing op het bij brief van 4 juli 2016 gedane en onder zaaknummer 706.2016 geregistreerde verzoek van:

[     ],

wonende te [     ],

verzoeker,

welk verzoek strekt tot wraking van mr. M.S.F. Voskens, in haar hoedanigheid van plaatsvervangend-voorzitter in de zaak met nummer 354.2016.

1. De procedure

1.1 Bij beschikking van 21 juni 2016 is een door klager ingediende klacht als zijnde kennelijk ongegrond afgewezen. De beslissing is bij brief van 21 juni 2016 aan klager toegezonden.

2. De beoordeling

2.1 Op grond van het bepaalde in artikel 37 lid 4 van de Gerechtsdeurwaarderswet kunnen de leden van de Kamer voor Gerechtsdeurwaarders worden gewraakt. Het wrakingsverzoek dient te worden behandeld door (plaatsvervangend) leden van de Kamer die niet zijn belast van de behandeling van de zaak van klager.

Titel IV van het Vierde Boek van het Wetboek van Strafvordering is van overeenkomstige toepassing verklaard.

2.2  De Kamer zal verzoeker niet-ontvankelijk verklaren in zijn verzoek. Een verzoek tot wraking is erop gericht om een tuchtrechter die in de ogen van klager (schijnbaar) partijdig is van de behandeling van een zaak af te halen. Wraking kan daarom slechts betrekking hebben op een lid van de Kamer die een zaak van klager in behandeling heeft.

2.3 In de zaak van klager is op 21 juni 2016 beslist. Het wrakingsverzoek is gedaan op 4 juli 2016, nadat de uitspraak is gedaan, en kan dus niet in behandeling worden genomen.

2.4 Voor een mondelinge behandeling van het verzoek bestaat geen aanleiding. Het recht op hoor en wederhoor is door de wetgever bedoeld voor het debat over de gegrondheid van het verzoek. Aan dat onderzoek komt de Kamer niet toe omdat het verzoek niet-ontvankelijk wordt verklaard.

3. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING :

De wrakingskamer van de Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-      verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn verzoek tot wraking.

Aldus gegeven door mr. A.W.J. Ros, voorzitter, mr. M. Nijenhuis en M. Colijn leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 4 augustus 2016 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.