ECLI:NL:TGDKG:2016:160 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW verzet 780.2016

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2016:160
Datum uitspraak: 25-10-2016
Datum publicatie: 08-03-2017
Zaaknummer(s): GDW verzet 780.2016
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie:   Beslissing op verzet. Het verzet is gedaan buiten de daarvoor geldende termijn. Het verzet wordt niet ontvankelijk verklaard.    

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 25 oktober 2016 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de beschikking van 28 juni 2016 met zaaknummer 635.2015 en het daartegen ingestelde verzet met zaaknummer 780.2016 ingesteld door:

[     ],

wonende te [     ],

klaagster,

gemachtigde [     ],

tegen

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde,

gemachtigde [     ].

1. Ontstaan en verloop van de procedure

Bij brief met bijlagen van 24 juli 2015 heeft klaagster een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna: de gerechtsdeurwaarder. Bij brief van 2 september 2015 heeft de gerechtsdeurwaarder een verweerschrift ingediend. Bij beslissing van 28 juni 2016 heeft de voorzitter de klacht als zijnde kennelijk ongegrond afgewezen. De gemachtigde van klaagster is een afschrift van de beslissing van de voorzitter toegezonden bij brief van 29 juni 2016. Bij faxbrief van 15 juli 2016 heeft klaagster verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter. Bij email van 24 oktober 2015 heeft de gerechtsdeurwaarder medegedeeld niet te zullen verschijnen. Het verzetschrift is behandeld ter zitting van 25 oktober 2016, alwaar de gemachtigde van klaagster is verschenen. Van de behandeling ter zitting zijn aantekeningen gemaakt. De behandeling ter zitting is geschorst voor beraad over de vraag of het verzet tijdig is gedaan. Na hervatting van de behandeling heeft de kamer direct mondeling uitspraak gedaan en klaagster niet-ontvankelijk verklaard in haar verzet. Deze beslissing vormt de schriftelijke uitwerking daarvan.

2. De ontvankelijkheid van het verzet

2.1 Het verzet dient op grond van de wet te worden ingediend binnen veertien dagen na verzending van de brief met de beslissing van de voorzitter. Die beslissing is verzonden bij brief van 29 juni 2016. De termijn begon daarmee te lopen op 30 juni 2016 en eindigde op 13 juli 2016. Uit de faxbrief met daarop de aantekening van de dag en het tijdstip van verzending blijkt dat het verzet is verzonden na ommekomst van de termijn, namelijk op 25 april 2016 om 01:21 uur. Het verzet is gedaan buiten de termijn van veertien dagen zodat klaagster in het verzet niet-ontvankelijk dient te worden verklaard.

2.2 De gemachtigde van klaagster heeft nog aangevoerd dat zij op dat moment bezig was te verhuizen en de post naar haar oude adres is verzonden. De kamer stelt vast dat de brief met de beslissing van de voorzitter is verzonden naar het correspondentieadres van de gemachtigde zoals op haar briefpapier staat vermeld. Het is de verantwoording van een professioneel gemachtigde om maatregelen te treffen dat de postbus tijdig wordt geleegd. In elk geval betreft dit geen omstandigheid die maakt dat de termijnoverschrijding verschoonbaar is.

2.3 Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING:

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-        verklaart klaagster niet-ontvankelijk in het verzet.

Aldus gegeven door mr. C.W. Inden, voorzitter, en mr. M. Nijenhuis en A.M. Maas , leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 25 oktober 2016, in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing staat op grond van het bepaalde in artikel 39, lid 4, van de Gerechtsdeurwaarderswet geen rechtsmiddel open.