ECLI:NL:TGDKG:2014:152 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW886.2013

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2014:152
Datum uitspraak: 02-09-2014
Datum publicatie: 10-10-2014
Zaaknummer(s): GDW886.2013
Onderwerp: Andere werkzaamheden (art. 20 Gdw)
Beslissingen: Een berisping
Inhoudsindicatie:   Nakomen overeenkomst, negeren verzoeken om informatie zonder enkele reden. De Kamer is van oordeel dat van een gerechtsdeurwaarder mag worden verwacht dat deze zijn opdrachtgever op de hoogte houdt van zijn werkzaamheden. Ondanks verzoeken daartoe is de opdrachtgever niet op de hoogte gebracht van zijn werkzaamheden. Nu de gerechtsdeurwaarder klager niet uit eigen beweging op de hoogte heeft gehouden en hij niet op de drie verzoeken van klager om informatie heeft gereageerd, wordt de klacht gegrond verklaard. Maatregel van berisping opgelegd.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 2 september 2014 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer 886.2013 ingesteld door:

[     ] ,

wonende te [     ],

klager,

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

Ontstaan en loop van de procedure

-           Bij brief met bijlagen, ingekomen op 29 oktober 2013, heeft klager een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna: de gerechtsdeurwaarder.

-           Bij brief, ingekomen op 10 december 2013, heeft klager zijn klacht aangevuld.

-           Bij verweerschrift, ingekomen op 10 december 2013, heeft de gerechts-eurwaarder op de klacht gereageerd.

-           De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van 10 juni 2014 alwaar klager en de gerechtsdeurwaarder zijn verschenen.

-           Van deze behandeling is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.

-           De uitspraak is bepaald op 2 september 2014.

1. De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:

-           Klager heeft met de gerechtsdeurwaarder op 11 juli 2013 afgesproken dat de gerechtsdeurwaarder een debiteur van klager (hierna de debiteur) tweemaal zou aanmanen. Daarna zou bezien worden of tot dagvaarding van de debiteur zou worden overgegaan.

-           Bij e-mail van 4 september 2013 heeft klager de gerechtsdeurwaarder verzocht om mede te delen wat de huidige stand van zaken was.

-           Bij e-mails van 20 september 2013 en 21 oktober 2013 heeft klager de gerechtsdeurwaarder gerappelleerd om op zijn e-mail van 4 september 2013 te reageren.

-           Ondanks de drie e-mails van klager is de gerechtsdeurwaarder niet tot sommatie van de debiteur overgegaan.

-           Op 27 november 2013 heeft er tussen klager en de gerechtsdeurwaarder een gesprek plaatsgevonden over de gang van zaken. Diezelfde dag heeft de gerechtsdeurwaarder schriftelijk aan klager medegedeeld dat hij de vorderingen per abuis niet heeft behandeld zoals klager dat van hem mocht verwachten. Ook heeft de gerechtsdeurwaarder in dit schrijven zijn veront-schuldigingen aan klager aangeboden. De gerechtsdeurwaarder heeft diezelfde dag de debiteur aangemaand.

-           Bij brief van 1 december 2013 heeft klager zijn opdracht ingetrokken. De gerechtsdeurwaarder heeft bij brief van 6 december 2013 aan klager medegedeeld dat het dossier zal worden gesloten en dat er geen kosten in rekening worden gebracht.

2. De klacht

Klager verwijt de gerechtsdeurwaarder dat deze de overeenkomst niet is nagekomen, zijn verzoeken om informatie totaal heeft genegeerd en daarvoor ook geen enkele reden heeft aangevoerd. Klager stelt schade te hebben geleden die voor vergoeding in aanmerking komt.

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder heeft erkend dat hij de vordering van klager niet heeft behandeld zoals van hem verwacht mocht worden.

4. De beoordeling van de klacht

4.1 Op grond van het bepaalde in artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet zijn gerechtsdeurwaarders en kandidaat-gerechtsdeurwaarders onderworpen aan tucht-rechtspraak ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met die wet of in strijd met hetgeen een behoorlijk handelend gerechtsdeurwaarder betaamt. Ter beoordeling staat of er sprake is van tuchtrechtelijk laakbaar handelen in de zin van artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet.

4.2 Bij de beoordeling van deze klacht dient tot uitgangspunt dat van een gerechtsdeurwaarder mag worden verwacht dat deze zijn opdrachtgever op de hoogte houdt van zijn werkzaamheden. Uit de overgelegde producties alsmede hetgeen ter zitting naar voren is gebracht kan worden opgemaakt dat de gerechtsdeurwaarder zijn opdrachtgever, ondanks diens verzoeken, niet op de hoogte heeft gehouden van zijn werkzaamheden. Nu de gerechtsdeurwaarder klager niet uit eigen beweging op de hoogte heeft gehouden en hij niet op de drie verzoeken van klager om informatie heeft gereageerd, is de klacht terecht voorgesteld.

4.3 De Kamer is niet bevoegd een schadevergoeding toe te kennen. Het verzoek van klager met betrekking tot het vergoeden van de schade zal de Kamer passeren, omdat voor dergelijke verzoeken in een tuchtprocedure geen plaats is.

4.4 Wegens de ernst van de nalatigheid acht de Kamer oplegging van na te melden maatregel op zijn plaats.

4.5 Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-        verklaart de klacht gegrond;

-        legt de gerechtsdeurwaarder de maatregel van berisping op.

Aldus gegeven door mr. C.W. Inden, plaatsvervangend-voorzitter, en mrs. A. Sissing en J.J.L. Boudewijn, leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van                 2 september 2014, in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing, hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.