Gerechtsdeurwaarders
-
ECLI:NL:TGDKG:2018:39 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 735.2016
Klacht (gedeeltelijk) gegrond. Maatregel: waarschuwing. De gerechtsdeurwaarder had geen uitdrukkelijke (schriftelijke) toestemming van het kind om de opdracht uit te voeren. De opdracht is aangenomen via de moeder, waarbij gerechtsdeurwaarder is uitgegaan van de mededelingen van de moeder. Anders dan de overtuiging van de gerechtsdeurwaarder dat de (impliciete) toestemming is gelegen in de familiebetrekkingen, was de uitdrukkelijke toestemming van het (inmiddels) meerderjarig kind wel degelijk vereist.
Datum uitspraak:
06-04-2018 Datum publicatie:
09-04-2018 ECLI:
ECLI:NL:TGDKG:2018:39
-
ECLI:NL:TGDKG:2018:40 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 751.2017
Klacht ongegrond. Klager stelt schending van zijn privacy, doordat de gerechtsdeurwaarder zijn werkgever op de hoogte heeft gebracht van zijn veroordeling door de meervoudige strafkamer, waardoor hij mogelijk zijn baan zou verliezen. Bij het leggen van loonbeslag, dient de gerechtsdeurwaarder het proces-verbaal van beslaglegging, een afschrift van de titel (i.c. het dwangbevel) en een door de werkgever in te vullen derdenverklaring mee te betekenen op grond van artikel 475 lid 2 Rv. Uitvoering volgens dit artikel kan dus niet leiden tot tuchtrechtelijk onbehoorlijk handelen. Een (mogelijke) gevolg van het gelegde beslag kan de gerechtsdeurwaarder niet worden aangerekend.
Datum uitspraak:
06-04-2018 Datum publicatie:
09-04-2018 ECLI:
ECLI:NL:TGDKG:2018:40
-
ECLI:NL:TGDKG:2018:41 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 790.2016
Klacht ongegrond. Klager is ten onrechte in de veronderstelling dat executiekosten pas verschuldigd zijn als deze uitdrukkelijk in het vonnis worden genoemd. Op grond van een uitspraak van de Hoge raad (ECLI:BL:HR:2010:BL1116) levert een vonnis ook een executoriale titel op voor nadien gemaakte kosten. De rechter kan immers niet weten of executie noodzakelijk zal zijn; er kan namelijk ook vrijwillig aan een vonnis worden voldaan. Van enig klachtwaardig tuchtrechtelijk handelen is dan ook geen sprake.
Datum uitspraak:
06-04-2018 Datum publicatie:
09-04-2018 ECLI:
ECLI:NL:TGDKG:2018:41
-
ECLI:NL:TGDKG:2018:42 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 863.2017
Klacht (gedeeltelijk) gegrond. Maatregel: één week schorsing. Het uitgangspunt bij de beoordeling van de klacht is dat volgens artikel 19 van de Gerechtsdeurwaarderswet, de kwaliteitsrekening (hierna ook: de derdenrekening) uitsluitend bestemd is voor gelden die de gerechtsdeurwaarder in verband met zijn werkzaamheden als zodanig ten behoeve van derden onder zich neemt en voor gelden die aan hem worden toevertrouwd ten behoeve van derden. De gerechtsdeurwaarder mag van deze rekening uitsluitend betalingen doen aan de rechthebbenden, waarbij in het geval er van de kwaliteitsrekening wordt overgeboekt naar de bankrekening van het kantoor eerst moet zijn vastgesteld dat de bewaringspositie (hiervoor) toereikend is. Artikel 5 van de Administratieverordening gerechtsdeurwaarders heeft een overeenkomstige strekking. Gerechtsdeurwaarder sub 1 heeft erkend € 10.000,- te hebben opgenomen van de kwaliteitsrekening, terwijl hij wist, dan wel behoorde te weten dat hij daar niet aan mocht komen. In de eerste plaats omdat hij daarmee een tekort zou veroorzaken en ten tweede betrof het niet zijn eigen kwaliteitsrekening.
Datum uitspraak:
06-04-2018 Datum publicatie:
09-04-2018 ECLI:
ECLI:NL:TGDKG:2018:42
-
ECLI:NL:TGDKG:2018:43 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 923.2016
Klacht ongegrond. Klager stelt dat de gerechtsdeurwaarder ten onrechte beslag geeft gelegd onder een bank waar hij geen rekening heeft lopen. Ten aanzien daarvan overweegt de Kamer dat er in het geval van beslaglegging onder een derde een gerechtvaardigd vermoeden moet zijn van een relatie tussen de derde en de schuldenaar. De gerechtsdeurwaarder heeft in opdracht van de schuldeiser beslag heeft gelegd onder de bank. Uit de overgelegde producties blijkt dat het schuldeiser die heeft aangegeven dat klager (onder meer) bij deze bank zou bankieren. Aan de mededeling van de schuldeiser kon de gerechtsdeurwaarder een redelijk vermoeden ontlenen dat klager een rekening bij de betreffende bank. De gerechtsdeurwaarder heeft dan ook niet tuchtrechtelijk laakbaar gehandeld door beslag onder de bank te leggen.
Datum uitspraak:
06-04-2018 Datum publicatie:
09-04-2018 ECLI:
ECLI:NL:TGDKG:2018:43
-
ECLI:NL:TGDKG:2018:44 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 837.2017
Beslissing op verzet. Gedeeltelijk gegrond. Maatregel: berisping.De gerechtsdeurwaarder heeft de opdrachtgever (pas een jaar later) laten weten de opdracht niet te kunnen aannemen vanwege belangenverstrengeling. Gelet op artikel 11 Gerechtsdeurwaarderswet, in samenhang met artikel 6 Verordening beroeps- en gedragsregels gerechtsdeurwaarders, kan de gerechtsdeurwaarder een gekregen opdracht niet zonder meer weigeren op grond van onverenigbaarheid. Van belang is deze zaak is het dat onverenigbaarheid verder gaat dan het enkele feit dat gevraagd wordt een ambtshandeling te verrichten jegens een partij die al opdrachtgever is van de gerechtsdeurwaarder.
Datum uitspraak:
06-04-2018 Datum publicatie:
09-04-2018 ECLI:
ECLI:NL:TGDKG:2018:44
-
ECLI:NL:TGDKG:2018:20 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/612525 / DW RK 16/801
De gerechtsdeurwaarders hebben de klachten van klager afdoende in de interne klachtenregeling doorlopen en onderdelen van de klacht als juist erkend. De gerechtsdeurwaarders hebben klager gecompenseerd door het totaalbedrag van de door klager verrichte betalingen tevens in mindering te brengen in het nieuwe dossier. Ook hebben de gerechtsdeurwaarders de kosten van het bankbeslag afgeboekt. Klacht ongegrond.
Datum uitspraak:
03-04-2018 Datum publicatie:
06-04-2018 ECLI:
ECLI:NL:TGDKG:2018:20
-
ECLI:NL:TGDKG:2018:26 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/611683 / RK DW 16/734
De door de gerechtsdeurwaarder in rekening gebrachte kosten berusten op door de overheid vastgestelde en in het Besluit tarieven ambtshandeling gerechtsdeurwaarders neergelegde tarieven. Niet gebleken is dat de gerechtsdeurwaarder andere of hogere kosten in rekening heeft gebracht.
Datum uitspraak:
03-04-2018 Datum publicatie:
06-04-2018 ECLI:
ECLI:NL:TGDKG:2018:26
-
ECLI:NL:TGDKG:2018:27 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/611127 / DW RK 16/683
Gerechtsdeurwaarder sub 1: Klaagster is er niet van op de hoogte gebracht dat het gerechtsdeurwaarderskantoor is gefuseerd. Vervolgens is klaagster per abuis meegenomen in het project waarbij gekeken werd of langlopende zaken op kortere termijn geregeld konden worden. Daar komt nog eens bij dat er opzettelijk onjuiste informatie is verstrekt, namelijk de mededeling dat de verwarrende mededeling was te wijten aan een hack – wat niet het geval was. De mededelingen van (of namens) een gerechtsdeurwaarder aan een schuldenaar moeten zo helder mogelijk en naar waarheid zijn. Nu dat hier niet is gebeurd levert dat een tuchtrechtelijk verwijt aan de gerechtsdeurwaarder sub 1 op. Klacht gegrond met maatregel van berisping.Gerechtsdeurwaarder sub 2: Gerechtsdeurwaarder sub 2 heeft erkend dat hij het verzoek van klaagster om een overzicht van betalingen abusievelijk over het hoofd heeft gezien. Niet gebleken is dat sprake is van een grote onzorgvuldigheden of van handelen tegen beter weten in. Klaagster heeft gerechtsdeurwaarder sub 2 ook een jaar lang niet meer aan haar verzoek om een overzicht herinnerd. Gerechtsdeurwaarder sub 2 heeft nadat klaagster haar verzoek heeft herhaald binnen een redelijke termijn alsnog het verzochte overzicht verstrekt en heeft daarbij excuses aangeboden. De fout is hersteld en is niet zo ernstig dat deze niet op deze wijze opgelost kan worden. Klacht ongegrond.
Datum uitspraak:
03-04-2018 Datum publicatie:
06-04-2018 ECLI:
ECLI:NL:TGDKG:2018:27
-
ECLI:NL:TGDKG:2018:28 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/634339 / DW RK 17/851
Beslag op auto, vrijwaringsbewijs. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens. Verzet ongegrond.
Datum uitspraak:
03-04-2018 Datum publicatie:
06-04-2018 ECLI:
ECLI:NL:TGDKG:2018:28
-
ECLI:NL:TGDKG:2018:29 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/635559 / DW RK 17/934
De kamer stelt vast dat de brief van de gerechtsdeurwaarder van 19 december 2016 niet voldoet aan de criteria van artikel 8 lid 2 Btag. Dat de gerechtsdeurwaarder dit heeft erkend en heeft aangegeven dat het kantoor heeft besloten de zin met betrekking tot de kosten uit de betreffende brief te verwijderen en een format voor alle vergeefse beslagpogingen te gebruiken, doet er niet aan af dat er een onjuiste brief op het adres van klaagster is achtergelaten en klaagster hier niet over is geïnformeerd. Verzet gegrond, klacht tav brief gerechtsdeurwaarder 19 december 2016 gegrond, klacht voor het overige ongegrond.
Datum uitspraak:
03-04-2018 Datum publicatie:
06-04-2018 ECLI:
ECLI:NL:TGDKG:2018:29
-
ECLI:NL:TGDKG:2018:30 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/626081 DW RK 17/323
Anders dan de voorzitter in de beslissing van 14 maart 2017 in rechtsoverweging 4.3 heeft overwogen, overweegt de kamer dat de vergissing van de gerechtsdeurwaarder om één van de drie dossiers na het vonnis van de kantonrechter niet te sluiten wel degelijk tuchtrechtelijk laakbaar is. De kamer is van oordeel dat de gerechtsdeurwaarder niet heeft voldaan aan artikel 4 van de Verordering beroeps- en gedragsregels van de Gerechtsdeurwaarders en kennelijk gebruik heeft gemaakt van een niet sluitend computersysteem. De gerechtsdeurwaarder had tevens alvorens klager te dagvaarden beter moeten onderzoeken of de vordering nog daadwerkelijk open stond. Niet gebleken is dat de gerechtsdeurwaarder dit heeft gedaan. Verzet gegrond met oplegging van geldboete € 250,--.
Datum uitspraak:
03-04-2018 Datum publicatie:
06-04-2018 ECLI:
ECLI:NL:TGDKG:2018:30
-
ECLI:NL:TGDKG:2018:31 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/632621 / DW RK 17/734
Vordering zorgverzekeraar. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.
Datum uitspraak:
03-04-2018 Datum publicatie:
06-04-2018 ECLI:
ECLI:NL:TGDKG:2018:31
-
ECLI:NL:TGDKG:2018:32 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/612695 / DW RK 16/813
De gerechtsdeurwaarder wel degelijk binnen een redelijke termijn steeds op de verzoeken van klager om informatie heeft gereageerd. De gerechtsdeurwaarder is bij een onder bewind gestelde in beginsel verplicht om met of via de bewindvoerder te communiceren. De gerechtsdeurwaarder heeft dan ook niet tuchtrechtelijk laakbaar gehandeld door klager naar zijn bewindvoerder te verwijzen voor (verzoeken om) informatie terzake zijn dossiers. Het is uiteindelijk aan de werkgever van klager om de beslagvrije voet op correcte wijze toe te passen. Klacht ongegrond.
Datum uitspraak:
03-04-2018 Datum publicatie:
06-04-2018 ECLI:
ECLI:NL:TGDKG:2018:32
-
ECLI:NL:TGDKG:2018:33 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/613745 / DW RK 16/878
De kamer overweegt dat de opdracht een vonnis te betekenen, betaling aan te zeggen en beslag te leggen niet zonder meer een vrijbrief was om zonder overleg een betalingsregeling overeen te komen Te meer nu klaagster in haar brief van 29 juni 2016 expliciet heeft opgenomen dat zij verzoekt om beslag te leggen op alles wat mogelijk is en op de hoogte wil blijven van alle stappen die de gerechtsdeurwaarder gaat nemen. Klacht gedeeltelijk gegrond, geen reden voor opleggen maatregel.
Datum uitspraak:
03-04-2018 Datum publicatie:
06-04-2018 ECLI:
ECLI:NL:TGDKG:2018:33
-
ECLI:NL:TGDKG:2018:35 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/613019 DW RK 16/835
Klaagster heeft zich niet aan de afspraak gehouden dat zij bij alle aflossingen dossiernummers zou vermelden. Gelet op de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 31 mei 2011 (ECLI:NL:TGDKG:2010:108) is het niet in strijd met de tuchtrechtelijke norm dat de gerechtsdeurwaarders daarom de betalingen zonder dossiernummers hebben geboekt in andere dossiers dan door klaagster was bedoeld. Klacht ongegrond.
Datum uitspraak:
03-04-2018 Datum publicatie:
06-04-2018 ECLI:
ECLI:NL:TGDKG:2018:35
-
ECLI:NL:TGDKG:2018:34 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/616379 / DW RKn 16/1070
De kamer acht het klachtwaardig dat de gerechtsdeurwaarder op een bepaald moment een uurtarief is gaan rekenen zonder klagers hiervan op de hoogte te stellen en te houden. De enkele verwijzing van de gerechtsdeurwaarder naar de algemene voorwaarden, nog afgezien van de vraag of klagers hierover beschikten, is te weinig om het berekenen van een uurtarief te rechtvaardigen. De kamer ziet niet in waarom de gerechtsdeurwaarder niet gelijk is overgegaan tot het overdragen van het gehele dossier, nadat de advocaat van klagers heeft aangegeven dat klagers de overeenkomst met de gerechtsdeurwaarder hadden opgezegd en om het dossier hebben verzocht. Verder heeft de gerechtsdeurwaarder ter zitting erkend dat er een rekenfout in de afrekening heeft gezeten, welke fout uiteindelijk in de civiele procedure is opgelost. Het verzet en de klacht is op deze onderdelen gegrond. Omdat de gerechtsdeurwaarder inmiddels ontslag heeft gekregen, nadat hij door de kamer is geschorst, wordt volstaan met het opleggen van een berisping.
Datum uitspraak:
03-04-2018 Datum publicatie:
06-04-2018 ECLI:
ECLI:NL:TGDKG:2018:34
-
ECLI:NL:TGDKG:2018:37 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/629758 / DW RK 17/563
Klager zou onjuist zijn geïnformeerd over het kind geboden budget. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.
Datum uitspraak:
03-04-2018 Datum publicatie:
06-04-2018 ECLI:
ECLI:NL:TGDKG:2018:37
-
ECLI:NL:TGDKG:2018:36 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/613234 / DW RK 16/852
Buitengerechtelijke incassokosten. De kamer overweegt dat het niet aan de tuchtrechter is om inhoudelijk de verschuldigdheid van de genoemde kosten te beoordelen. Klacht ongegrond.
Datum uitspraak:
03-04-2018 Datum publicatie:
06-04-2018 ECLI:
ECLI:NL:TGDKG:2018:36
-
ECLI:NL:TGDKG:2018:38 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/627273 / DW RK 17/412
De kamer is van oordeel dat het in dit geval op de weg van de gerechtsdeurwaarder had gelegen om bij de opdrachtgever na te gaan of het standpunt van klager dat er inmiddels bij het Hof was geschikt juist was en de bewijslast niet bij klager neer te leggen. Dit mede gelet op de omstandigheid dat klager het rolnummer van de zaak aan de medewerker heeft doorgegeven en daarmee voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat er een zaak was, hetgeen bovendien door het noemen van het nummer eenvoudig te verifiëren was. Verzet gegrond, geen termen aanwezig voor het opleggen van een maatregel.
Datum uitspraak:
03-04-2018 Datum publicatie:
06-04-2018 ECLI:
ECLI:NL:TGDKG:2018:38