ECLI:NL:TADRSHE:2018:85 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 18-098/DB/LI/D

ECLI: ECLI:NL:TADRSHE:2018:85
Datum uitspraak: 11-06-2018
Datum publicatie: 15-06-2018
Zaaknummer(s): 18-098/DB/LI/D
Onderwerp: Wat een behoorlijk advocaat betaamt, subonderwerp: Bezwaren van de deken
Beslissingen: Berisping
Inhoudsindicatie: Advocaat heeft herhaaldelijk niet geantwoord op verzoeken van de deken om informatie en daardoor de deken in diens toezichthoudende taak belemmerd, wat een advocaat ernstig valt aan te rekenen. Dekenbezwaar gegrond, berisping.  

Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ’s-Hertogenbosch

van 11 juni 2018

in de zaak 18-098/DB/LI/D

naar aanleiding van het bezwaar van:

deken

tegen:

verweerder

1                    Verloop van de procedure

1.1      Bij brief aan de raad van 7 februari 2018 met kenmerk K18-013 , door de raad ontvangen op 8 februari 2018 , heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg zijn bezwaar ter kennis van de raad gebracht.

1.2      Het bezwaar is behandeld ter zitting van de raad van 16 april 2018 in aanwezigheid van de deken, mr. T., stafjurist van het bureau van de orde van advocaten in het arrondissement Limburg en verweerder. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3      De raad heeft kennis genomen van:

-       de brief van de deken van 7 februari 2018, met bijlagen;

-       de email van verweerder dd. 2 april 2018, met bijlagen

2                 FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende feiten uitgegaan.

2.1      Mr. X heeft verweerder per email van 7 september 2017 namens een voormalig cliënt van verweerder aansprakelijk gesteld voor de door die voormalig cliënt ten gevolge van nalatig handelen van verweerder geleden schade en verweerder verzocht de kwestie bij zijn beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar te melden. Mr. X heeft verweerder per telefax dd. 26 september 2017 nogmaals aansprakelijk gesteld voor de door de voormalig cliënt van verweerder ten gevolge van het nalatig handelen van verweerder geleden schade.

2.2      Op 10 oktober 2017 heeft telefonisch contact over de aanleiding van de aansprakelijkstelling plaatsgevonden tussen mr. X en verweerder. Mr. X  schreef per email van 11 oktober 2017 het volgende aan verweerder : “Naar aanleiding van ons telefonisch onderhoud van gisteren deze email. Als bijlage de stukken die u nog niet in uw dossier heeft. Ik verzoek u mij per ommegaande te bevestigen dat u de zaak heeft doorgestuurd naar uw verzekering.” Op 2 november 2017 heeft mr. X zich tot de deken gewend met het verzoek om te bemiddelen, aangezien hij van verweerder niets had vernomen.

2.3       De directeur/adjunct-secretaris van het bureau van de orde van advocaten in het arrondissement Limburg heeft per email van 7 november 2017 aan verweerder verzocht de kwestie bij zijn beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar te melden en hem hierover te informeren.

  2.4     De deken heeft verweerder per email van 15 december 2017 bericht dat hij nog geen antwoord op de email van 7 december 2017 had ontvangen en verzocht verweerder uiterlijk op 22 december 2017 de gevraagde reactie aan te leveren, bij gebreke waarvan een dekenbezwaar werd aangekondigd.

  2.5     Verweerder schreef per email van 22 december 2017 het volgende : “In de bijlage treft u afschrift van mijn reactie dd. heden op de klachten als geformuleerd door c.q. namens de heer L. Deze brief wordt u vandaag ook in tweevoud per reguliere post toegezonden.” De deken heeft de aangekondigde bijlage noch per email noch per post ontvangen.

3                 brzwaar

3.1      De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

verweerder aan de deken niet de verzochte informatie heeft verstrekt, omdat hij ondanks daartoe in de gelegenheid te zijn gesteld, geen reactie heeft gegeven op het verzoek van de deken om deze te informeren of hij de aansprakelijkheidsstelling van zijn cliënt aan zijn beroepsverzekeraar heeft gemeld.

4                VERWEER

4.1      Verweerder erkent het verloop van de beschreven feiten en trekt het boetekleed aan. Verweerder had de deken per email van 22 december 2017 bericht, maar de bijlagen bleken verkeerd om gescand te zijn, waardoor de deken de reactie van verweerder met bijlagen niet heeft ontvangen.

4.2      Verweerder heeft bij brief van 23 oktober 2017, althans per email dd. 2 november 2017, de aansprakelijkstelling gemeld bij zijn beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar. Per email van 3 november 2017 heeft de beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar verweerder bericht dat de verzekering geen dekking bood wegens wanbetaling.

4.3      Verweerder heeft een eenmanskantoor zonder secretaresse en heeft door kantoordrukte en onderbezetting niet (tijdig) gereageerd op de verzoeken van mr. X en de deken. Verweerder acht dit laakbaar en biedt zijn excuses voor de vertraagde gang van zaken aan.

4.4      Er was bovendien sprake van beslaglegging door de belastingdienst onder de Raad voor Rechtsbijstand waardoor verweerder (tijdelijk) niet aan zijn  betalingsverplichtingen, waaronder de premiebetaling aan zijn verzekeraar, kon voldoen. Hierdoor bood de verzekering tijdelijk geen dekken. Ook dit is laakbaar. Verweerder erkent daarmee ook de destijds ontstane gevaarsituatie van een aansprakelijkstelling. Dit was de eerste keer en het zal in de toekomst niet meer gebeuren.

5                 BEOORDELING

 5.1    Vast staat dat verweerder niet tijdig heeft gereageerd op herhaalde verzoeken van de deken om informatie. Artikel 37 van de Gedragsregels (1992)  bepaalt in dit verband dat een advocaat verplicht is de deken te antwoorden op verzoeken om informatie verband houdend met diens taak als deken. De ratio van deze bepaling is dat de deken de in het kader van het tuchtrecht door de wetgever aan hem opgedragen taken niet naar behoren kan vervullen indien een advocaat zijn verplichting verzaakt om aanstonds op verzoeken van de deken te reageren.

6                MAATREGEL

Het stelselmatig niet reageren door verweerder op herhaalde verzoeken van de deken moet dan ook als ernstig worden aangemerkt, omdat verweerder daarmee de werking van het tuchtrecht heeft gefrustreerd. Naar het oordeel van de raad kan daarom niet worden volstaan met een lichtere dan de hierna op te leggen maatregel.

7                GRIFFIERECHT EN KOSTENVEROORDELING

7.1     Nu de raad aan verweerder een maatregel oplegt, zal   de raad verweerder daarnaast op grond van artikel 48ac, eerste lid, Advocatenwet veroordelen in de volgende proceskosten:

a)  € 750  kosten van de Nederlandse Orde van Advocaten en

b)  € 500 kosten van de Staat. 

7.2     Verweerder moet het bedrag van € 750 binnen vier weken nadat deze beslissing onherroepelijk is geworden, overmaken naar rekeningnummer IBAN:NL85 INGB 0000 079000, BIC:INGBNL2A, t.n.v. Nederlandse Orde van Advocaten, Den Haag, onder vermelding van “kostenveroordeling raad van discipline” en het zaaknummer.

7.3     Verweerder moet het bedrag van € 500 binnen vier weken nadat deze beslissing onherroepelijk is geworden, overmaken naar rekeningnummer NL 05 INGB 0705 003981 t.n.v. Ministerie van Justitie en Veiligheid, onder vermelding van “Tuchtrechtelijke kostenveroordeling advocatuur, DGRR” en het zaaknummer.

BESLISSING

De raad van discipline:

-     verklaart het bezwaar van de deken gegrond;

-      legt aan verweerder de maatregel van berisping op;

-      veroordeelt verweerder tot betaling van de proceskosten van € 750 aan de Nederlandse Orde van Advocaten, op de manier en binnen de termijn als hiervóór bepaald in 7.2 ;

-      veroordeelt verweerder tot betaling van de proceskosten van € 500 aan de Staat, op de manier en binnen de termijn als hiervóór bepaald in 7.3 ;

Aldus beslist door mr. M.E. Bartels, voorzitter, mrs. N.M. Lindhout en L.W.M. Caudri, leden, bijgestaan door mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, als griffier en uitgesproken in het openbaar op 11 juni 2018.  

Griffier                                                                Voorzitter

mededelingen van de griffier ter informatie:

verzending

Deze beslissing is in afschrift op 11 juni 2018

verzonden aan:

-     verweerder

-     de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg      

-     de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

-     de secretaris van de Nederlandse Orde van Advocaten

-     het College van Toezicht van de Nederlandse Orde van Advocaten

rechtsmiddel

Van deze beslissing staat hoger beroep bij het Hof van Discipline open voor:

-     verweerder

-     de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg      

-     de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.   Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 85452, 2508 CD Den Haag

b.   Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres:

Kneuterdijk 1, 2514 EM Den Haag

Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u telefonisch contact op te nemen met de griffie van het hof via telefoonnummer 088-2053777.

c.   Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 088-2053701

Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post, voorzien van een originele handtekening, te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

d.         Per e-mail

Het e-mailadres van het Hof van Discipline is: griffie@hofvandiscipline.nl .

Tegelijkertijd  met de indiening per e-mail dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post, voorzien van een originele handtekening, te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Informatie ook op www.hofvandiscipline.nl