ECLI:NL:TADRSHE:2018:79 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 18-129/DB/LI/D

ECLI: ECLI:NL:TADRSHE:2018:79
Datum uitspraak: 28-05-2018
Datum publicatie: 06-06-2018
Zaaknummer(s): 18-129/DB/LI/D
Onderwerp: Wat een behoorlijk advocaat betaamt, subonderwerp: Bezwaren van de deken
Beslissingen: Anders
Inhoudsindicatie: Aan een advocaat in diens hoedanigheid van procespartij komt de vrijheid toe de aanpak van zijn zaak te bepalen. Een uitvoerbaar bij voorraad verklaring van een veroordelend vonnis betekent dat het vonnis ten uitvoer kan worden gelegd, ook indien door de veroordeelde procespartij een rechtsmiddel tegen dat vonnis is aangewend.. Het stond een advocaat vrij om nog niet over te gaan tot voldoening aan een niet onherroepelijk vonnis. Het lag op de weg van de wederpartij van de advocaat om al dan niet over te gaan tot het nemen van executiemaatregelen. Dekenbezwaar ongegrond.

Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Hertogenbosch

van 28 mei 2018

in de zaak 18-129/DB/LI/D

naar aanleiding van het bezwaar van:

deken

tegen:

verweerder

1       Verloop van de procedure

1.1      Bij brief aan de raad van 15 februari 2018 met kenmerk K18-019 , door de raad ontvangen op 16 februari 2018 , heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg zijn bezwaar tegen verweerder ter kennis van de raad gebracht.

1.2      De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 26 maart 2018 in aanwezigheid van de deken en verweerder. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3      De raad heeft kennis genomen van:

-           de brief van de deken van 15 februari 2018, met bijlagen.

2          FEITEN

Voor de beoordeling van het bezwaar wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende feiten uitgegaan.

2.1      Verweerder is verwikkeld in een (financieel) geschil met een voormalig cliënt. De voormalig cliënt heeft een klacht ingediend bij de Geschillencommissie. De Geschillencommissie heeft bij bindende uitspraak van 7 maart 2017 de klacht van de voormalig cliënt van verweerder gegrond verklaard en bepaald dat verweerder een bedrag van € 4.250,- aan zijn voormalig cliënt diende te voldoen.

2.2      De voormalig cliënt van verweerder heeft zich per email van 25 april 2017 tot de deken gewend omdat verweerder nog niet had voldaan aan de uitspraak van de Geschillencommissie. De deken heeft verweerder bij brief van 2 mei 2017 verzocht tot uitvoering van de uitspraak van de Geschillencommissie over te gaan.  Verweerder heeft de deken desgevraagd op 11 mei 2017 bericht zich tot de rechtbank te zullen wenden om de uitspraak van de Geschillencommissie te laten vernietigen.

2.3      De kantonrechter heeft verweerder bij -uitvoerbaar bij voorraad verklaard- vonnis van 25 oktober 2017 veroordeeld tot nakoming van het bindend advies van de Geschillencommissie met veroordeling van verweerder in de proceskosten. De advocaat van de voormalige cliënt van verweerder heeft verweerder op 6 november 2017 verzocht uiterlijk op 8 november 2017 tot betaling over te gaan. Verweerder is niet tot betaling overgegaan. De voormalige cliënt heeft zich op 15 december 2017 voor bemiddeling tot de deken gewend.

2.4      De deken heeft verweerder bij brief van 17 januari 2018 verzocht per omgaande voor nauwgezette uitvoering van de uitspraak van de kantonrechter zorg te dragen en de deken binnen 5 dagen hierover te informeren, bij gebreke waarvan de deken een dekenbezwaar in het vooruitzicht stelde.

2.5      Verweerder heeft de deken per email van 7 februari 2018 bericht dat hij hoger beroep heeft ingesteld tegen het vonnis van de kantonrechter en dat hij hangende het beroep zou proberen tot een compromis met zijn voormalige cliënt dan wel diens rechtsbijstandsverzekeraar te komen.

3          bezwaar

3.1      De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

verweerder ondanks herhaalde sommatie door verschillende partijen een bindend advies van de Geschillencommissie, waarbij is geoordeeld dat hij een bedrag van € 4.250,- aan de cliënt diende te voldoen, en een uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis van de kantonrechter te Roermond, waarbij is vastgesteld dat de advocaat het bindend advies van de Geschillencommissie dient na te komen, niet is nagekomen.

4          VERWEER

4.1      Het is juist dat er een uitvoerbaar bij verklaard vonnis ligt. Verweerder heeft niet voldaan aan het vonnis, maar wel onderhandelingen gevoerd met zijn voormalig cliënt. Pas nadat verweerder in appel is gegaan en de zaak bij het hof was aangebracht, bleek er bereidheid om te schikken. Het was nodig om niet direct aan het vonnis te voldoen, om daarmee een schikking af te dwingen.

5          BEOORDELING

5.1      Vast staat dat de Geschillencommissie bij bindend advies uitspraak van 7 maart 2017 heeft bepaald dat verweerder een bedrag van € 4.250,- aan zijn voormalig cliënt diende te voldoen en dat verweerder door de kantonrechter bij -uitvoerbaar bij voorraad verklaard- vonnis van 25 oktober 2017 is veroordeeld tot nakoming van het bindend advies van de Geschillencommissie met veroordeling van verweerder in de proceskosten. Voorts staat vast dat verweerder appel heeft ingesteld tegen voormeld vonnis van de kantonrechter en niet is overgegaan tot nakoming van het vonnis en het bindend advies van de Geschillencommissie.

5.2      Voorop staat dat van een advocaat mag worden verwacht dat hij voldoet aan een onherroepelijke rechterlijke uitspraak. De vraag die ter beoordeling van de raad voorligt is of de enkele omstandigheid dat een vonnis uitvoerbaar bij voorraad is verklaard, voor een advocaat met zich meebrengt dat hij tot onmiddellijke nakoming hiervan dient over te gaan, ook indien door die advocaat appel tegen dat vonnis appel is ingesteld en het vonnis derhalve nog niet onherroepelijk is. De raad beantwoordt deze vraag negatief. Naar het oordeel van de raad komt aan een procespartij, en dus ook aan een advocaat in diens hoedanigheid van procespartij, de vrijheid toe de aanpak van zijn zaak te bepalen. Een uitvoerbaar bij voorraad verklaring van een veroordelend vonnis betekent dat het vonnis ten uitvoer kan worden gelegd, ook indien door de veroordeelde procespartij een rechtsmiddel tegen dat vonnis is aangewend. Door niet over te gaan tot nakoming van een uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis heeft verweerder welbewust het risico genomen dat de wederpartij, ondanks het door verweerder ingestelde appel,  tot executie van het vonnis zou overgaan, met alle (financiële) gevolgen van dien. Het stond verweerder echter vrij om, om hem moverende redenen, nog niet over te gaan tot voldoening aan een niet onherroepelijk vonnis. Het lag op de weg van de wederpartij van verweerder om al dan niet over te gaan tot het nemen van executiemaatregelen.

6          BESLISSING

De raad verklaart

het bezwaar van de deken ongegrond.

Aldus beslist door mr. A.G.M. Zander , voorzitter, mrs. A. Groenewoud en A.L.W.G. Houtakkers, leden, bijgestaan door mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, als griffier en uitgesproken in het openbaar op 28 mei 2018.

Griffier                                                                 Voorzitter

mededelingen van de griffier ter informatie:

verzending

Deze beslissing is in afschrift op 28 mei 2018

verzonden aan:

verweerder

de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg      

de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

de secretaris van de Nederlandse Orde van Advocaten

het College van Toezicht van de Nederlandse Orde van Advocaten

rechtsmiddel

Van deze beslissing staat hoger beroep bij het Hof van Discipline open voor:

verweerder

de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg

- de deken van de Nederlandse orde van Advocaten

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.               Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 85452, 2508 CD Den Haag

b.               Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres:

Kneuterdijk 1, 2514 EM Den Haag

Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u telefonisch contact op te nemen met de griffie van het hof via telefoonnummer 088-2053777.

c.               Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 088-2053701

Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post, voorzien van een originele handtekening, te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

d.         Per e-mail

Het e-mailadres van het Hof van Discipline is: griffie@hofvandiscipline.nl .

Tegelijkertijd  met de indiening per e-mail dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post, voorzien van een originele handtekening, te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Informatie ook op www.hofvandiscipline.nl