ECLI:NL:TADRARL:2018:139 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 17-546

ECLI: ECLI:NL:TADRARL:2018:139
Datum uitspraak: 18-06-2018
Datum publicatie: 25-06-2018
Zaaknummer(s): 17-546
Onderwerp:
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Beleidsvrijheid
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Vereiste communicatie met de cliënt
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Geheimhoudingsplicht
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Financiën
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Ongegrond verzet. Voor het doen horen van (een) getuige(n) of het doen van nader onderzoek door de raad, zoals klager de raad heeft verzocht, zijn geen  termen aanwezig.

Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden

van 18 juni 2018

in de zaak 17-546

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de Raad van Discipline van 9 oktober 2018 op de klacht van:

klager

tegen:

verweerder

1.    VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1    Bij brief van 31 december 2016 heeft klager zich bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Midden-Nederland beklaagd over verweerder.

1.2    Bij brief aan de raad van 5 juli 2017 met kenmerk 16-0240/MV/sd, door de raad ontvangen op 6 juli 2017, heeft de deken de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.3    Bij beslissing van 9 oktober 2017 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad (hierna: de voorzitter) de klacht kennelijk ongegrond verklaard, welke beslissing op eveneens 9 oktober 2017 is verzonden aan klager.

1.4    Bij brief van 2 november 2017, door de raad ontvangen op 3 november 2017, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

1.5    Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 23 maart 2018 in aanwezigheid van klager en verweerder. Van de behandeling ter zitting is proces-verbaal opgemaakt. De pleitnota van klager is aan het proces-verbaal gehecht.

1.6    De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven, alsmede van het verzetschrift van klager van 2 november 2017. De raad heeft tevens kennis genomen van de e-mailberichten van klager van 19 en 21 maart 2018.

2.    FEITEN EN KLACHT

2.1    Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht (klachtonderdelen a tot en met k) verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter. Klager komt tegen die weergave in verzet op, zoals hierna, onder 3, wordt besproken.

3.    VERZET EN VERWEER

3.1    De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, het volgende in:

a)    klager is niet gehoord alvorens de voorzitter de klacht heeft beoordeeld;

b)    de deken is niet ingegaan op het verzoek van klager om zijn taak als toezichthouder uit te oefenen en onderzoek te (laten) doen naar en bij verweerder op kantoor;

c)    klager kan zich niet (volledig) verenigen met de door de voorzitter vastgestelde feiten;

d)    klager kan zich niet (volledig) verenigen met de door de voorzitter omschreven klachtonderdelen;

e)    klager kan zich niet (volledig) verenigen met het door de voorzitter omschreven verweer van verweerder;

f)    klager kan zich niet (volledig) verenigen met de beoordeling door de voorzitter

Toelichting

3.2    Klager is verbaasd dat hij niet is gehoord voordat op de klacht is beslist. Klager verzoekt de raad klager alsnog te doen horen. Klager verzoekt de raad tevens om een getuige- of deskundigengehoor te gelasten en de deken te doen horen. Klager spreekt niet alleen verweerder maar ook de deken aan op diens onrechtmatig handelen door de wet en regelgeving niet na te leven. Verweerder en de deken hebben de raad een grote leugen voorgeschoteld. Er is sprake van misleiding.

3.3    Het gemotiveerde verweer van verweerder ter zitting komt hierna, voor zover relevant, bij de beoordeling aan de orde.

4.    BEOORDELING

4.1    De raad is van oordeel dat de voorzitter bij de beoordeling van de klacht de juiste maatstaf heeft toegepast en acht heeft geslagen op alle relevante omstandigheden van het geval. De door klager aangevoerde verzetgronden kunnen niet slagen. Naar het oordeel van de raad heeft de voorzitter de klacht terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond bevonden.

4.2    Daarbij is van belang dat de voorzitter van de raad zonder behandeling ter zitting mag besluiten dat een klacht kennelijk ongegrond is, zoals hier is geschied (zie artikel 46j Advocatenwet). Voor het doen horen van (een) getuige(n) of het doen van nader onderzoek door de raad, zoals klager de raad heeft verzocht, zijn geen  termen aanwezig. De raad acht zich op basis van het klachtdossier voldoende voorgelicht. Wat er voorts van het vermeend verwijtbaar handelen van de deken ook zij, niet het handelen van de deken maar enkel dat van verweerder staat in deze klachtprocedure centraal. Ook de overige gronden van verzet leveren geen nieuwe gezichtspunten op. Reden waarom er geen plaats is voor verder onderzoek naar de klacht. Het verzet moet ongegrond worden verklaard.

BESLISSING

De raad van discipline:

verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gewezen door mr. A.E. Zweers, voorzitter, mrs. W.H. Kesler, M.L.C.M. van Kalmthout, leden, bijgestaan door mr. L.M. Roorda als griffier en uitgesproken in het openbaar op 18 juni 2018.

Griffier                                                                      Voorzitter

Verzonden d.d. 18 juni 2018.