ECLI:NL:TAHVD:2017:24 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160249

ECLI: ECLI:NL:TAHVD:2017:24
Datum uitspraak: 13-02-2017
Datum publicatie: 14-02-2017
Zaaknummer(s): 160249
Onderwerp: Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Vrijheid van handelen
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Klager verwijt verweerster haar cliënt niet te hebben tegengehouden toen deze een beschikking wilde executeren, privacygevoelige informatie en onjuiste informatie aan het hof te hebben verschaft en een kansloze procedure te zijn gestart.Het hof bekrachtigt het oordeel van de raad dat de klacht ongegrond is.

Beslissing

van 13 februari 2017

in de zaak 160249

naar aanleiding van het hoger beroep van:

klager

tegen:

verweerster

1    HET GEDING IN EERSTE AANLEG

Het hof verwijst naar de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort‘s-Hertogenbosch (verder: de raad) van 29 augustus 2016, gewezen onder nummer 16-421/DB/LI, aan partijen toegezonden op 29 augustus 2016, waarbij de klacht van klager tegen verweerster ongegrond is verklaard.

De beslissing is gepubliceerd op tuchtrecht.nl als ECLI:NL:TADRSHE:2016:131.

2    HET GEDING IN HOGER BEROEP

2.1    De memorie waarbij klager van deze beslissing in hoger beroep is gekomen, is op 27 september 2016 ter griffie van het hof ontvangen.

2.2    Het hof heeft voorts kennis genomen van:

-    de stukken van de eerste aanleg;

-    de brief van klager van 1 oktober 2016;

-    de antwoordmemorie van verweerster;

-    de brief van verweerster van 9 december 2016.

2.3    Het hof heeft de zaak mondeling behandeld ter openbare zitting van 16 december 2016, waar klager en verweerster zijn verschenen.

3    KLACHT

3.1    De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

a)    verweerster niet voldoende zorg jegens klager in acht heeft genomen door in te stemmen met het nemen van invorderingsmaatregelen via een deurwaarder terwijl zij van mening is dat er geen sprake is van een achterstand in de alimentatiebetaling,

b)    verweerster bewust onjuiste alsmede privacygevoelige informatie aan het gerechtshof verschaft heeft in het kader van de procedure in hoger beroep,

c)    verweerster een kansloze zaak is gestart over een verzoek om een bijdrage in de kosten van levensonderhoud en studie.

4    FEITEN

In overweging 2 heeft de raad vastgesteld van welke feiten in deze procedure wordt uitgegaan. De door de raad vastgestelde feiten vormen ook in hoger beroep het uitgangspunt.

5    BEOORDELING

5.1    Het onderzoek in hoger beroep heeft niet geleid tot andere beschouwingen en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de raad, waarmee het hof zich verenigt.   

5.2    De grieven van klager tegen de beslissing van de raad worden verworpen. De beslissing van de raad dient te worden bekrachtigd.

BESLISSING

Het Hof van Discipline:

bekrachtigt de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort‘s-Hertogenbosch van 29 augustus 2016, gewezen onder nummer 16-421/DB/LI.

Aldus gewezen door mr. W.H.B. den Hartog Jager, voorzitter, mrs. G. Creutzberg, G.W.S. de Groot, A.B.A.P.M. Ficq en M. Pannevis, leden, in tegenwoordigheid van mr. A.N. Kikkert, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 13 februari 2017.

griffier    voorzitter    

De beslissing is verzonden op 13 februari 2017.