ECLI:NL:TAHVD:2017:217 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170165

ECLI: ECLI:NL:TAHVD:2017:217
Datum uitspraak: 10-11-2017
Datum publicatie: 20-11-2017
Zaaknummer(s): 170165
Onderwerp: Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Vereiste communicatie met de cliënt
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Bekrachtiging van de beslissing van de raad.

Beslissing                               

van 10 november 2017

in de zaak 170165

naar aanleiding van het hoger beroep van:

klager

tegen:

verweerder

1    HET GEDING IN EERSTE AANLEG

Het hof verwijst naar de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ‘s Hertogenbosch (verder: de raad) van 8 mei 2017, onder nummer 16-1058/DB/OB, aan partijen toegezonden op 8 mei 2017, waarbij de klacht in alle onderdelen ongegrond is verklaard.

De beslissing is gepubliceerd op tuchtrecht.nl als ECLI:NL:TADRSHE:2017:93.

2    HET GEDING IN HOGER BEROEP

2.1    De memorie waarbij klager van deze beslissing in hoger beroep is gekomen, is op 8 juni 2017 ter griffie van het hof ontvangen.

2.2    Het hof heeft voorts kennis genomen van:

-    de stukken van de eerste aanleg;

-    de antwoordmemorie van verweerder.

2.3    Het hof heeft de zaak mondeling behandeld ter openbare zitting van 22 september 2017, waar klager en verweerder zijn verschenen.

3    KLACHT

De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

1.    verweerder ernstig nalatig is geweest bij de behartiging van de belangen van klager; afspraken en beloften niet is nagekomen;

2.    verweerder tegenstrijdige belangen heeft behartigd;

3.    verweerder in deze klachtzaak in zijn antwoord met opzet onwaarheid heeft gesproken;

4.    verweerder (te) laat voor een toevoeging heeft gezorgd;

5.    verweerder de klacht die bij zijn kantoor is ingediend niet voortvarend heeft opgepakt.

4    FEITEN

In overweging 2 heeft de raad vastgesteld van welke feiten in deze procedure wordt uitgegaan. De door de raad vastgestelde feiten vormen ook in hoger beroep het uitgangspunt.    

5    BEOORDELING  

Het onderzoek in hoger beroep heeft niet geleid tot andere beschouwingen en gevolgtrekkingen dan die zijn vervat in de beslissing van de raad, waarmee het hof zich verenigt. De grieven van klager tegen de beslissing van de raad worden verworpen. De beslissing van de raad wordt derhalve bekrachtigd.

BESLISSING

Het Hof van Discipline:

bekrachtigt - voor zover aan het hof voorgelegd - de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Hertogenbosch van 8 mei 2017, onder nummer 16-1058/DB/OB.

Aldus gewezen door mr. P.M.A. de Groot-van Dijken, voorzitter, mrs. L. Ritzema, G..W.S. de Groot, G.J.L.F. Schakenraad en J.H.J.M. Mertens-Steeghs, leden, in tegenwoordigheid van mr. N.A.M. Sinjorgo, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 10 november 2017.

griffier    voorzitter                           

De beslissing is verzonden op 10 november 2017.