ECLI:NL:TADRSHE:2017:30 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 17-016/DB/OB

ECLI: ECLI:NL:TADRSHE:2017:30
Datum uitspraak: 16-02-2017
Datum publicatie: 17-02-2017
Zaaknummer(s): 17-016/DB/OB
Onderwerp: Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Vrijheid van handelen
Beslissingen:
Inhoudsindicatie:  Niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door van zijn cliënt verkregen stukken te overleggen. Kennelijk ongegrond.

Beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de Raad van Discipline in het ressort  ’s-Hertogenbosch

van 16 februari 2017

in de zaak 17-016/DB/OB

naar aanleiding van de klacht van:

klager

tegen:

verweerder

De plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline (hierna: de voorzitter) heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Oost-Brabant (hierna: de deken) van 9 januari 2017 met kenmerk 48|16|091K, door de raad ontvangen op 10 januari 2017, en van de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken.

1                FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, van de volgende feiten  uitgegaan:

1.1       Verweerder is de advocaat van de heer S (hierna: “S”), zijnde de ex-echtgenoot van klagers dochter, mevrouw A (hierna: ”A”). Verweerder heeft S bijgestaan in de echtscheidingsprocedure tussen S en A. A werd bijgestaan door mr. X.

1.2       S heeft aan verweerder nota’s overhandigd, die verweerder vervolgens in de gerechtelijke procedure tussen S en A in het geding heeft gebracht. Het betrof nota’s van de eenmanszaak van klager welke waren geadresseerd aan de Beheer B.V. van S.

1.3       Bij e-mailbericht d.d. 11 januari 2016 heeft klager verweerder bericht dat hij in het dossier de hierboven genoemde facturen had aangetroffen, waarop klagers naam was vermeld, maar dat hij die facturen nimmer had opgesteld noch had verzonden. Klager heeft verweerder om een nadere toelichting gevraagd.

1.4       Bij e-mailbericht van diezelfde dag heeft verweerder het van klager ontvangen e-mailbericht doorgestuurd aan mr. X. Verweerder heeft bij mr. X aangegeven dat, indien mr. X behoefte had aan overleg of een nadere toelichting, verweerder dat wel van mr. X zou vernemen. Voorts heeft verweerder aangegeven dat het hem niet vrij stond om rechtstreeks met A en haar vader (zijnde klager) contact te hebben.

            1.5        Mr. X heeft niet op het e-mailbericht van verweerder gereageerd.

2             KLACHT

2.1      De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat hij:

1.    gebruik heeft gemaakt van vervalste documenten, ook nadat hem bekend was geworden dat er sprake was van onregelmatigheden, hetgeen strafbaar is en ten gevolge waarvan klager schade heeft geleden;

2.    niet heeft gereageerd op klagers verzoek om opheldering;

3.    zich heeft schuldig gemaakt aan bedreiging, chantage en poging tot oplichting.

3             VERWEER

                        3.1       De heer S heeft niet alleen de facturen, maar ook de bewijzen van de door hem verrichte betalingen van die facturen aan verweerder overhandigd. In het kader van de beoordeling van de zaak is het relevant dat de rechtbank kennis neemt van zowel de facturen als de betalingsbewijzen. Om die reden heeft verweerder de facturen alsmede de betaalbewijzen in het geding gebracht. Verweerder heeft geen aanleiding gehad om te twijfelen aan de inhoud van de door S aan hem overhandigde documenten. Verweerder heeft niet onrechtmatig gehandeld en klager heeft ook geen schade geleden.

                        3.2       Klager is actief betrokken in de echtscheidingsprocedure tussen S en A. Klager heeft regelmatig contact met mr. X aangezien alle beslissingen door mr. X in samenspraak met klager worden genomen. Het stond verweerder niet vrij om rechtstreeks met klager in contact te treden. Om die reden heeft verweerder naar aanleiding van klagers verzoek om een nadere toelichting een e-mailbericht gestuurd aan mr. X, maar die heeft niet gereageerd.

                        3.3       Verweerder heeft zich niet schuldig gemaakt aan bedreiging, chantage en poging tot oplichting.

4             BEOORDELING

4.1       Klachtonderdeel 1

            De voorzitter overweegt dat de advocaat de belangen van zijn cliënt dient te behartigen aan de hand van het feitenmateriaal dat zijn cliënt hem verschaft, en dat hij in het algemeen mag afgaan op de juistheid daarvan en slechts in uitzonderingsgevallen gehouden is de juistheid daarvan te verifiëren.

4.2       Naar het oordeel van de voorzitter mocht verweerder ervan uit gaan dat de door zijn cliënte overhandigde facturen inhoudelijk juist waren. Niet is gebleken dat verweerder aanleiding had om aan de juistheid van de facturen te twijfelen, laat staan dat verweerder aanleiding had om te veronderstellen dat deze waren vervalst. Gezien de door verweerder gegeven onderbouwing acht de voorzitter voorts voorstelbaar dat verweerder het in het kader van de behartiging van de belangen van S noodzakelijk achtte om de gewraakte facturen in het geding te brengen. Dat klager ten gevolge van verweerders handelen schade heeft geleden, is niet gebleken. De voorzitter is van oordeel dat verweerder van zijn handelwijze geen tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt.

4.3       Klachtonderdeel 2

            Verweerder heeft naar aanleiding van het e-mailbericht van klager d.d. 11 januari 2016 nog diezelfde dag een e-mailbericht gestuurd aan mr. X met de mededeling dat, indien daaraan behoefte zou bestaan, hij bereid was tot het geven van een nadere toelichting. Naar het oordeel van de voorzitter is het begrijpelijk dat verweerder zich, in zijn hoedanigheid van advocaat van de ex-echtgenoot van klagers dochter, niet vrij achtte om rechtstreeks met klager over de zaak te corresponderen. Dat verweerder op klagers e-mailbericht heeft gereageerd middels verzending van een e-mailbericht aan de advocaat van klagers dochter, kan hem naar het oordeel van de voorzitter dan ook geenszins tuchtrechtelijk worden verweten.

4.4       Klachtonderdeel 3

            Verweerder heeft uitdrukkelijk betwist dat hij zich heeft schuldig gemaakt aan bedreiging, chantage en poging tot oplichting. De voorzitter is van oordeel dat klager dit klachtonderdeel volstrekt onvoldoende heeft onderbouwd en dat uit de overgelegde stukken geenszins van bedoeld strafbaar handelen zijdens verweerder is gebleken.

4.5       Gelet op het voorgaande is de voorzitter van oordeel dat de klacht met toepassing van artikel 46j lid 1 sub c Advocatenwet kennelijk ongegrond moet worden verklaard.

BESLISSING

De voorzitter verklaart:

de klacht met toepassing van artikel 46j lid 1 sub c Advocatenwet kennelijk ongegrond.

Aldus beslist door mr. A.G.M. Zander, voorzitter, met bijstand van mr. Th.H.G. van de Langenberg als griffier op 16 februari 2017  

Griffier                                            Voorzitter

mededelingen van de griffier ter informatie:

Deze beslissing is in afschrift op 16 februari 2017

verzonden aan:

-     klager

-     verweerder

-     de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Oost -Brabant

Ingevolge artikelen 46j en 46h van de Advocatenwet kunnen klager, verweerder en de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Oost-Brabant binnen dertig dagen na verzending van het afschrift van deze beslissing schriftelijk verzet doen bij de Raad van Discipline in het ressort ’s-Hertogenbosch.

Het verzet wordt ingesteld door middel van indiening van een verzetschrift ( in tweevoud ), waarin de gronden van het verzet voorzien van een motivering worden omschreven.

De termijn van dertig dagen begint op de dag volgend op die van verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het verzetschrift derhalve ontvangen zijn op de griffie van de raad van discipline. Verlenging van de termijn van dertig dagen is niet mogelijk.

                     Het verzetschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij de raad van discipline:

                      a.         Per post

Het verzetschrift dient samen met de beslissing waarvan verzet in tweevoud, per post te    worden toegezonden aan de griffie van de raad.

Het postadres van de griffie van de raad van discipline is:

Postbus 1190, 4801 BD Breda

b.         Bezorging

De griffie is gevestigd in het gerechtsgebouw, Sluissingel 20, Breda

c.         Per fax

Het faxnummer van de raad van discipline is

088-2053737

Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het verzetschrift samen met een afschrift van de beslissing waarvan verzet in tweevoud per post te worden toegezonden aan de griffie van de raad van discipline.

Informatie ook op raadvandiscipline.nl