ECLI:NL:TADRSHE:2017:151 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 17-616/DB/LI

ECLI: ECLI:NL:TADRSHE:2017:151
Datum uitspraak: 28-08-2017
Datum publicatie: 06-09-2017
Zaaknummer(s): 17-616/DB/LI
Onderwerp: Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Vrijheid van handelen
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Het staat een advocaat vrij een betwiste vordering in oprdracht van zijn cliënte middels rechtsmaatregelen te incasseren. Klacht kennelijk ongegrond.

Beslissing van de voorzitter van de Raad van Discipline in het ressort  ’s-Hertogenbosch van 28 augustus 2017

in de zaak 17- 616/DB/LI

naar aanleiding van de klacht van:

klager

tegen:

verweerder

De (plaatsvervangend) voorzitter van de raad van discipline (hierna: de voorzitter) heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg (hierna: de deken) van 16 augustus 2017 met kenmerk K17-018, door de raad ontvangen op 17 augustus 2017, en van de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken.

1             FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken, van de volgende feiten uitgegaan.

1.1      Verweerder heeft op 17 november 2016 gebruik gemaakt van een parkeeraccomodatie van de cliënte van verweerder, verder te noemen X. Klager is de parkeeraccomodatie bumper-klevend achter een voorganger (“treintje-rijden”) onder de slagboom door uitgereden.

1.2      Verweerder heeft namens X op 20 december 2016 gesommeerd tot betaling van door X geleden schade over te gaan. Verweerder schreef onder meer het volgende :

“Het  middels “treintje rijden” verlaten van de parkeeraccomodaties van (X) is onrechtmatig. X lijdt hierdoor schade. Daarnaast is niet voldaan aan de jegens X bestaande betalingsverlichting(en).

Voornoemd kenteken stond op voornoemd(e) tijdstip(pen) op uw naam geregistreerd bij de Rijksdienst voor het Wegverkeer (RDW). U bent om die reden op grond van de algemene voorwaarden van (X) schadevergoeding verschuldigd ad € 300,00 per overtreding, alsmede het in uw geval geldende ‘tarief verloren kaart’ ad (totaal) € 60.”

Verweerder heeft klager vervolgens gesommeerd binnen 16 dagen tot betaling over te gaan bij gebreke waarvan X onverwijld en zonder nadere aankondiging, sommatie of ingebrekestelling zou overgaan tot daagvaarding en de vordering aan de deurwaarder uit handen zou geven.

1.3      Klager heeft de vordering van X per e-mails dd.  27 december 2016 en 2,10,11,13 en 19 januari 2017 betwist. De e-mails van klager zijn door of namens verweerder beantwoord per e-mails van 30 december 2016, 12,18 en 20  januari 2017.

2             KLACHT

2.1      De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

1.    verweerder de vordering van zijn cliënte niet heeft onderbouwd,

2.    niet adequaat heeft gereageerd op het verweer van klager

3.    ongeoorloofde druk op klager heeft uitgeoefend om hem te bewegen tot betaling aan zijn cliënte over te gaan.

2.2       Klager heeft ter toelichting op de klacht het volgende naar voren gebracht|:

          Verweerder heeft niet adequaat gereageerd op de door klager aangedragen argumenten omtrent de feitelijke situatie. Verweerder heeft zich aanvankelijk niet in de casus verdiept, maar enkel op betaling aangedrongen en met rechtsmaatregelen gedreigd. Verweerder trad enkel op als incasseerder voor zijn cliënte, zonder de nodige distantie tot zijn cliënte in acht te nemen.

3             VERWEER

3.1      De stellingen van klager omtrent het handelen van verweerder zijn feitelijk onjuist. Zowel in de eerste sommatiebrief als in de daarop volgende correspondentie is de vordering van X uitvoerig onderbouwd.

3.2      Verweerder is als advocaat uiteraard partijdig en dient de belangen van zijn  cliënte te behartigen en niet die van klager. Uit de correspondentie blijkt dat het verweer van klager uiterst serieus is genomen en ook dusdanig behandeld. De cliënte van verweerder was echter van oordeel dat het verweer van klager aantoonbaar onjuist was en wenste om die reden haar vordering aan de Kantonrechter voor te leggen. Er was geen sprake van het uitoefenen van ontoelaatbare pressie om klager te bewegen tot betaling over te gaan. Hoewel de gestelde betalingstermijn ruimschoots was verstreken is klager uit coulance nog in de gelegenheid gesteld tot betaling over te gaan zonder dat hij de extra incassokosten verschuldigd zou worden. Het stond X vrij om haar vordering op klager te handhaven en het stond verweerder vrij om X daarbij als advocaat bij te staan. Indien klager het niet eens is met de vordering van X kan hij verweer voeren bij de Kantonrechter.

4             BEOORDELING

4.1      De klacht betreft het optreden van de advocaat van een wederpartij. Bij  de beoordeling van een dergelijke klacht geldt als uitgangspunt dat aan de advocaat een grote mate van vrijheid toekomt om de belangen van zijn cliënt te behartigen op een wijze die hem passend voorkomt. Deze vrijheid mag niet ten gunste van de tegenpartij worden beknot, maar mag ook niet worden misbruikt, wat het geval kan zijn als de belangen van de wederpartij (klager) nodeloos worden geschaad. De voorzitter zal de klacht met inachtneming van dit uitgangspunt beoordelen.

4.2      X heeft verweerder verzocht over te gaan tot het incasseren van een op grond van de algemene voorwaarden ontstane vordering tegen klager. Verweerder heeft klager op verzoek van X gesommeerd om tot betaling van de vordering van X over te gaan, bij gebreke waarvan rechtsmaatregelen werden aangekondigd. Klager heeft de vordering van X betwist, waarop door of namens verweerder gemotiveerd is gereageerd. X wenste haar vordering te handhaven en heeft verweerder verzocht rechtsmaatregelen te treffen. Het stond verweerder vrij om namens X een civielrechtelijke procedure tegen klager aanhangig te maken. Dat klager zich niet kon verenigen met de standpunten die verweerder namens X innam en met diens aanpak van de zaak betekent niet dat verweerder de grens heeft overschreden van hetgeen hem als advocaat van de wederpartij van klager vrijstond. Indien klager zich niet kon verenigen met de vordering van X lag het op zijn weg zich daartegen in de civielrechtelijke procedure bij de kantonrechter te verweren.

4.3      Naar het oordeel van de voorzitter is uit de aan de raad overgelegde stukken niet gebleken dat verweerder de belangen van klager nodeloos en op ontoelaatbare wijze heeft geschaad, waarvan hem tuchtrechtelijk een verwijt valt te maken. De voorzitter is voorts van oordeel dat een mondelinge behandeling niet van toegevoegde waarde is, zodat de beslissing buiten zitting wordt afgedaan.

4.4      Op grond van het voorgaande zal de voorzitter de klacht, met toepassing van artikel 46j Advocatenwet, in alle onderdelen kennelijk ongegrond verklaren

BESLISSING

De voorzitter verklaart:

de klacht, met toepassing van artikel 46j Advocatenwet in alle onderdelen kennelijk ongegrond.

Aldus beslist door mr. J.D. Streefkerk, voorzitter, met bijstand van mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, als griffier op 28 augustus 2017

Griffier                                                            Voorzitter

mededelingen van de griffier ter informatie:

Deze beslissing is in afschrift op28 augustus 2017

verzonden aan:

- klager

-  verweerde

-  de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg.

Ingevolge artikelen 46j en 46h van de Advocatenwet kunnen klager/klaagster, verweerder/verweerster en de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg binnen dertig dagen na verzending van het afschrift van deze beslissing schriftelijk verzet doen bij de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Hertogenbosch,

Het verzet wordt ingesteld door middel van indiening van een verzetschrift ( in tweevoud ), waarin de gronden van het verzet voorzien van een motivering worden omschreven.

De termijn van dertig dagen begint op de dag volgend op die van verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het verzetschrift derhalve ontvangen zijn op de griffie van de raad van discipline. Verlenging van de termijn van dertig dagen is niet mogelijk.

                     Het verzetschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij de raad van discipline:

                     a.         Per post

Het verzetschrift dient samen met de beslissing waarvan verzet in tweevoud, per post te    worden toegezonden aan de griffie van de raad.

Het postadres van de griffie van de raad van discipline is:

Postbus 1190, 4801 BD Breda

b.         Bezorging

De griffie is gevestigd in het gerechtsgebouw, Sluissingel 20, Breda

c.         Per fax

Het faxnummer van de raad van discipline is

088-2053737

Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het verzetschrift samen met een afschrift van de beslissing waarvan verzet in tweevoud per post te worden toegezonden aan de griffie van de raad van discipline.

Informatie ook op raadvandiscipline.nl