ECLI:NL:TADRSHE:2017:128 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 17-436/DB/LI

ECLI: ECLI:NL:TADRSHE:2017:128
Datum uitspraak: 28-06-2017
Datum publicatie: 03-07-2017
Zaaknummer(s): 17-436/DB/LI
Onderwerp: Wat een behoorlijk advocaat betaamt, subonderwerp: Bezwaren van de deken
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Van advocaat kan niet worden verwacht dat hij zijn dossiers langer dan 20 jaar bewaart. Het valt advocaat niet te verwijten als hij na periode van ruim 30 jaar niet meer over dossier beschikt en geen informatie meer kan verschaffen. Kennelijk ongegrond.

Beslissing van de voorzitter van de Raad van Discipline in het ressort  ’s-Hertogenbosch

van 28 juni 2017

in de zaak 17-436/DB/LI

naar aanleiding van de klacht van:

klager

tegen:

verweerder

De (plaatsvervangend) voorzitter van de raad van discipline (hierna: de voorzitter) heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg (hierna: de deken) van 8 juni 2017 met kenmerk K17-015, door de raad ontvangen op 9 juni 2017, en van de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken.

1             FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken, van de volgende feiten uitgegaan.

1.1       Klager is in 1978 een ongeval overkomen. Verweerder heeft in de letselschadeprocedure de moeder van klager in haar hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordiger(s) van klager bijgestaan. Het dossier is in 1983 gesloten.

2             KLACHT

2.1      De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

verweerder heeft nagelaten de door klager gestelde vragen te beantwoorden en klager nader te informeren over het door hem in de letselschadezaak van klager bereikte resultaat.

2.2       Klager heeft zijn klacht als volgt toegelicht:

Klager heeft verweerder in 2014, 2016 en 2017 verzocht hem informatie over het verloop van de letselschadezaak te verstrekken. Verweerder heeft klager naar zijn moeder verwezen. Verweerder stelt zich de zaak niet te kunnen herinneren en zijn documenten te hebben vernietigd. Verweerder heeft een deal met de verkeerde persoon gesloten. Het geld is aan de moeder van klager betaald, maar zij was niet gewond. Verweerder weet dat hij aan de verkeerde persoon betaalde. Verweerder is verantwoordelijk voor zijn daden en had klager in 2014 de waarheid moeten vertellen

3             VERWEER

3.1       Verweerder is niet onwillig om informatie aan klager te verstrekken, maar is daartoe niet in staat. Het is mogelijk dat klager verweerder in 2014 of eerder heeft gebeld, maar verweerder kan zich dat niet meer herinneren. Als dat gesprek heeft plaats gevonden is het heel; goed mogelijk dat verweerder klager heeft verwezen naar zijn moeder, omdat verweerder destijds met haar als wettelijk vertegenwoordigster heeft gesproken. Verweerder weet niet meer wat met de assuradeur is afgesproken en ook niet of de “deal” tegen finale kwijting was.

3.2       Het dossier in de kwestie waar de vragen van klager betrekking op hebben is 34 jaar geleden gesloten. Gelet op de bewaartermijn van 5 jaar voor dossiers kan verweerder niet worden verweten dat hij geen informatie meer kan verstrekken. Ook indien gerekend wordt vanaf het bereiken van de meerderjarige leeftijd van klager is de bewaartermijn ruimschoots verstreken.

4             BEOORDELING

4.1      Klager verwijt verweerder dat hij hem in de periode 2014-2017 desgevraagd geen nadere informatie over de hoogte van de in de letselschadeprocedure aan klager toegekende uitkering heeft willen geven. Nu de klacht geen betrekking heeft op gedragingen van verweerder ten tijde van de behandeling van de zaak maar op het verweten nalatig handelen van verweerder in de periode 2014-2017 kan klager in zijn klacht worden ontvangen.

4.2      Vast staat dat klager ruim dertig jaar nadat het dossier door verweerder is gesloten informatie wenste te verkrijgen over de hoogte van de door verweerder in de letselschadeprocedure met de verzekeraar bereikte financiële regeling. Op een advocaat rust ingevolge het bepaalde in artikel 7:412 BW de plicht zijn dossier gedurende vijf jaar te bewaren. Gelet op de aansprakelijkheidstermijn van 20 jaar ex artikel 3:310 BW doet een advocaat er verstandig aan om zijn dossiers gedurende een termijn van 20 jaar te bewaren. Van een advocaat kan niet worden verwacht dat hij zijn dossiers langer dan 20 jaar bewaart. Het valt een advocaat niet te verwijten dat hij na een periode van ruim 30 jaar niet meer over het betreffende dossier beschikt en hij gelet op het tijdsverloop geen nadere informatie over de zaak meer kan verschaffen. Verweerder valt derhalve tuchtrechtelijk niet aan te rekenen dat hij klager in 2014 geen nadere financiële informatie meer heeft kunnen verschaffen.

4.3      Op grond van het voorgaande zal de voorzitter met toepassing van artikel 46 j Advocatenwet de klacht kennelijk ongegrond verklaren.

BESLISSING

De voorzitter verklaart met toepassing van artikel 46j Advocatenwet de klacht kennelijk ongegrond

Aldus beslist door mr. J.D. Streefkerk, voorzitter, met bijstand van mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, als griffier op 28 juni 2017.

Griffier                                                                        Voorzitter

mededelingen van de griffier ter informatie:

Deze beslissing is in afschrift op 29 juni 2017

verzonden aan:

-  klager

-  verweerder

-  de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg

Ingevolge artikelen 46j en 46h van de Advocatenwet kunnen klager, verweerder en de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement   binnen dertig dagen na verzending van het afschrift van deze beslissing schriftelijk verzet doen bij de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Hertogenbosch,

Het verzet wordt ingesteld door middel van indiening van een verzetschrift ( in tweevoud ), waarin de gronden van het verzet voorzien van een motivering worden omschreven.

De termijn van dertig dagen begint op de dag volgend op die van verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het verzetschrift derhalve ontvangen zijn op de griffie van de raad van discipline. Verlenging van de termijn van dertig dagen is niet mogelijk.

                     Het verzetschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij de raad van discipline:

                     a.         Per post

Het verzetschrift dient samen met de beslissing waarvan verzet in tweevoud, per post te    worden toegezonden aan de griffie van de raad.

Het postadres van de griffie van de raad van discipline is:

Postbus 1190, 4801 BD Breda

b.         Bezorging

De griffie is gevestigd in het gerechtsgebouw, Sluissingel 20, Breda

c.         Per fax

Het faxnummer van de raad van discipline is

088-2053737

Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het verzetschrift samen met een afschrift van de beslissing waarvan verzet in tweevoud per post te worden toegezonden aan de griffie van de raad van discipline.

Informatie ook op raadvandiscipline.nl