ECLI:NL:TADRSGR:2017:16 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-668/DH/DH

ECLI: ECLI:NL:TADRSGR:2017:16
Datum uitspraak: 23-01-2017
Datum publicatie: 09-02-2017
Zaaknummer(s): 16-668/DH/DH
Onderwerp: Wat een behoorlijk advocaat betaamt, subonderwerp: Wat in het algemeen niet betaamt
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Verweerder heeft de klacht uitvoerig gemotiveerd betwist. Tegenover deze gemotiveerde betwisting is op basis van de stellingen en de zich in het dossier bevindende stukken de juistheid van het door klaagster en klager gestelde niet komen vast te staan. Klacht in alle onderdelen ongegrond.

Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Den Haag

van 23 januari 2017

in de zaak 16-668/DH/DH

naar aanleiding van de klacht van:

klaagster

en

klager

tegen:

verweerder

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief van 31 mei 2015 en e-mail van 12 juni 2015, aangevuld op 5 november 2015, heeft klaagster bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Den Haag een klacht ingediend over verweerder. Zij heeft deze klacht ingediend voor zichzelf, in haar hoedanigheid van bestuurder van de [Stichting Beheer Derdengelden X] en namens [klager].

1.2 Bij brief aan de raad van 30 juni 2016 met kenmerk K123 2015 dk/ab, door de raad ontvangen op 5 juli 2016, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Den Haag de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.3 De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 28 november 2016 in aanwezigheid van klaagster en verweerder.

1.4 De raad heeft kennisgenomen van de processtukken, bedoeld in artikel 49, lid 2 Advocatenwet alsmede van de e-mail van verweerster d.d. 11 november 2016 en de daarbij gevoegde bijlagen.

2 FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende feiten uitgegaan.

2.1 Klaagster is de voormalig echtgenote van klager.

2.2 Klager is in het verleden opgetreden als advocaat voor de heer C. en de heer A.

2.3 Zowel de heer C. als de heer A. zijn naar aanleiding van het optreden van klager diens wederpartij in verschillende civiele procedures.

2.4 Verweerder heeft als advocaat namens de heer C. en de heer A. het faillissement van klager en van klaagster aangevraagd.

2.5 Klager wordt in de boven genoemde procedures bijgestaan door klaagster, de heer C. en de heer A. door verweerder.

3 KLACHT

3.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat hij:

a) lichtvaardig jegens klager het faillissement heeft aangevraagd door een onjuiste weergave van feiten te geven terwijl hij wist of behoorde te weten dat die feiten onjuist waren.

b) het faillissement van klager heeft aangevraagd mede met de opzet en/of het oogmerk klaagster schade toe te brengen nu hij wist of behoorde te weten dat de praktijk van klaagster op hetzelfde adres gevestigd was als die van mr. K. en tevens wist of behoorde te weten dat mr. K. en klaagster ieder voor 50% gerechtigd waren in het onroerend goed.

c) in de zaken die hij voor C. en diens twee vennootschappen voert geen dominus litis is.

d) ten onrechte en lichtvaardig met een faillissement van de [Stichting Beheer Derdengelden X] heeft gedreigd.

e) lichtvaardig en ontijdig het faillissement van klaagster heeft aangevraagd.

f) in procedures bij de rechtbank en de Raad van Toezicht de reputatie van klaagster smaadt en belastert.

g) in procedures bij de rechtbank/het hof en bij de Raad van Toezicht zowel tegen klager als klaagster over diverse zaken opzettelijk fout dan wel opzettelijk niet geïnformeerd heeft waar hij dit wel behoorde te doen en klaagster daarmee nodeloos en ontoelaatbaar schaadt.

4 VERWEER

4.1 Verweerder heeft zich tegen de klacht verweerd, op welk verweer de raad hierna waar nodig zal ingaan.

5 BEOORDELING

5.1 Klaagster heeft blijkens haar stellingen haar klacht behalve namens zichzelf in haar hoedanigheid van advocaat van klager tevens ingediend namens klager, en in haar hoedanigheid van bestuurder van de [Stichting Beheer Derdengelden X], al dan niet als opvolger van de [Stichting Beheer Derdengelden Y].

5.2 De klachtonderdelen lenen zich voor gezamenlijke bespreking.

5.3 Verweerder heeft elk van deze onderdelen uitvoerig gemotiveerd betwist. Tegenover deze gemotiveerde betwisting is op basis van de stellingen en de zich in het dossier bevindende stukken, de juistheid van het door klaagster en klager gestelde niet komen vast te staan. De raad acht de klacht in alle onderdelen derhalve ongegrond.

BESLISSING

De raad van discipline:

- verklaart de klacht in alle onderdelen ongegrond.

Aldus beslist door mr. M.P.J.G. Göbbels, voorzitter, mrs. M.G. van den Boogerd, T. Hordijk, P.J.E.M. Nuiten en P.C.M. van Schijndel, leden, bijgestaan door mr. M.M.C. van der Sanden als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 23 januari 2017.

Deze beslissing is in afschrift op 23 januari 2017 verzonden.