ECLI:NL:TADRARL:2017:41 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 54/13

ECLI: ECLI:NL:TADRARL:2017:41
Datum uitspraak: 20-02-2017
Datum publicatie: 23-03-2017
Zaaknummer(s): 54/13
Onderwerp: Grenzen van het tuchtrecht, subonderwerp: Advocaat in hoedanigheid van deken of tuchtrechter
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Verzet tegen voorzittersbeslissing. Niet gebleken is dat de voorzitter heeft verzuimd relevante feiten te betrekken bij zijn oordeel. De voorzitter heeft de juiste maatstaf toegepast. Verzet ongegrond.

Beslissing van de raad van discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden

van 20 februari 2017

in de zaak 54/13

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline van 9 september 2013 op de klacht van:

klager

tegen:

mr. [     ] in zijn hoedanigheid va deken van de orde van advocaten

verweerder

1.    VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1    Bij brief van 24 mei 2013 heeft klager een klacht ingediend bij de plaatsvervangend voorzitter (hierna: de voorzitter) van de raad van discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden tegen verweerder in zijn hoedanigheid van deken van de orde van advocaten in het arrondissement Overijssel.

1.2    Bij beslissing van 3 juni 2013 heeft de voorzitter van de raad de klacht verwezen naar de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Noord-Nederland voor de instructie van de onderhavige klacht.

1.3    De deken van de orde van advocaten in het arrondissement Noord-Nederland heeft de klacht bij brief van 19 augustus 2013 (ontvangen op 30 augustus 2013) naar de raad gestuurd met de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken.

1.4    Bij beslissing van 9 september 2013 heeft de voorzitter van de raad de klacht kennelijk ongegrond verklaard, welke beslissing op 13 september 2013 is verzonden aan klager.

1.5    Bij brief van 21 september 2013, door de raad ontvangen op 24 september 2013, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

1.6    Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 9 december 2016 in aanwezigheid van klager. Verweerder was niet aanwezig.

1.7    De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven, alsmede van het verzetschrift van klager van 21 september 2013. en een per fax verzonden brief van klager die op 6 december 2016 is ontvangen, waarop als datum staat 9 december 2016.

2.    FEITEN EN KLACHT

2.1    Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter. Tegen die weergave komt klager in verzet niet op.

3.    VERZET

De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, het volgende in:

3.1    De voorzitter heeft verzuimd in zijn beslissing te melden dat klager al vóór de afronding van het onderzoek van verweerder  bezwaar heeft gemaakt tegen diens werkwijze. Evenmin is melding gemaakt van het verzoek om onbevoegdverklaring van de raad van discipline. Verder heeft de voorzitter verzuimd in zijn beslissing melding te maken van door klager in zijn brieven genoemde relevante feiten.

3.2    Er is geen eerlijke procesgang geweest.

4.    BEOORDELING

4.1    De nieuwe Advocatenwet is van toepassing op klachten die op of na 1 januari 2015 zijn ingediend bij de deken. De onderhavige klacht is voor 1 januari 2015 ingediend bij de deken en wordt door de raad van discipline derhalve behandeld en beoordeeld op grond van de oude Advocatenwet, zoals die tot 1 januari 2015 gold. Waar in deze beslissing naar de Advocatenwet wordt verwezen, wordt de oude Advocatenwet bedoeld.

4.2    De raad is van oordeel dat de voorzitter bij de beoordeling de juiste maatstaf heeft toegepast en voorts acht heeft geslagen op alle relevante omstandigheden van het geval. Naar het oordeel van de raad kunnen de door klager aangevoerde gronden niet slagen en heeft de voorzitter de klacht terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond bevonden.

4.3    Nu het verzet van klager tegen de beslissing van de voorzitter ook overigens geen nieuwe gezichtspunten oplevert is er geen plaats voor verder onderzoek naar de klacht en moet het verzet ongegrond worden verklaard.

BESLISSING

De raad van discipline:

verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gewezen door mr. A.E. Zweers, voorzitter, mrs. N.H.M. Poort, G.J. van der Veer, leden en bijgestaan door mr. D.C, van der Kwaak-Wamelink als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 20 februari 2017.

griffier                                                voorzitter

Verzonden d.d. 20 februari 2017.