ECLI:NL:TADRARL:2017:14 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 16-601

ECLI: ECLI:NL:TADRARL:2017:14
Datum uitspraak: 06-02-2017
Datum publicatie: 22-03-2017
Zaaknummer(s): 16-601
Onderwerp:
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Kwaliteit van de dienstverlening
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Beleidsvrijheid
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Klacht tegen optreden eigen advocaat in strafzaak. Klager verwijt verweerster dat zij niet alle relevante stukken bij de griffie heeft opgevraagd en dat zij het strafdossier niet aan klager heeft afgegeven. Beide klachtonderdelen ongegrond verklaard. Gesteld noch gebleken is dat verweerster niet over bepaalde stukken beschikte terwijl die voor de verdediging van cruciaal belang zouden zijn. Van verweerster kon niet verlangd worden dat zij ook nog een volledig papieren dossier aan klager ter hand zou stellen nu klager reeds een volledig digitaal dossier in zijn bezit had.

Beslissing van 6 februari 2017

in de zaak 16-601

naar aanleiding van de klacht van:

X

wonende te A

klager

tegen

mr. Y

kantoorhoudende te A

verweerster

1    VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1    Bij brief van 1 februari 2016 heeft klager zich bij de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Midden-Nederland beklaagd over verweerster.

1.2    Bij brief aan de raad van 24 juni 2016 met kenmerk 16-0026/ML/SD, door de raad ontvangen op 27 juni 2016, heeft de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Midden-Nederland de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.3    De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 14 november 2016 in aanwezigheid van klager en verweerster. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.4    De raad heeft kennis genomen van het van de deken ontvangen dossier.

2    FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan.

2.1    Verweerster heeft klager bijgestaan in een strafzaak die op 28 januari 2016 is behandeld. De zaak werd eerder door een andere advocaat behandeld. Verweerster heeft bij haar voorganger het dossier opgevraagd. Kort voor de zitting heeft verweerster van de griffie nog nadere stukken ontvangen. Tijdens de behandeling heeft verweerster om aanhouding verzocht. Dat verzoek is afgewezen. Vervolgens heeft klager een wrakingsverzoek ingediend dat ook is afgewezen.

2.2    Nadat de strafzaak was geëindigd, heeft verweerster aan klager digitaal nog de nodige stukken toegezonden.

3    KLACHT

3.1    De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

a)    verweerster niets heeft gedaan of willen doen met het omvangrijke strafdossier dat zij een dag voor de mondelinge behandeling van de strafzaak van klager heeft ontvangen,

b)    verweerster niet heeft gereageerd op het verzoek van klager om zijn dossier aan hem af te geven,

c)    verweerster zich niet heeft onttrokken bij de rechtbank Noord-Nederland ondanks herhaalde verzoeken van klager daartoe.

3.2    Ter toelichting van zijn klacht heeft klager nog het volgende naar voren gebracht.

Ad klachtonderdeel a)

3.3    Het dossier van klager was zeer omvangrijk en dat heeft hij ook meerdere malen aan verweerster aangegeven. Zij heeft echter niet naar hem geluisterd. Uiteindelijk heeft verweerster de dag voor de zitting van de griffie nadere stukken ontvangen. Dat was echter maar een fractie van wat er bij de rechtbank was. Ook klager zelf heeft nog stukken aan verweerster overhandigd. Met al deze aanvullende stukken heeft verweerster niets gedaan. Haar verzoek om aanhouding van de behandeling is afgewezen. Zij heeft geen goede verdediging gevoerd.

Ad klachtonderdeel b)

3.4    Klager erkent dat hij alle ontbrekende stukken digitaal van verweerster heeft ontvangen. Hij wilde echter het papieren dossier.

Ad klachtonderdeel c)

3.5    Klager heeft verweerster verzocht om zich uit de zaken te onttrekken bij de rechtbank. Dat heeft zij niet gedaan.

4    VERWEER

Ad klachtonderdeel a)

4.1    Verweerster heeft bij haar voorganger het dossier van klager opgevraagd en tijdig ontvangen. Vervolgens heeft zij de zaak voorbereid. Verweerster heeft tijdens de zitting geen schriftelijke pleitnotities overgelegd maar heeft uiteraard haar pleidooi voorbereid. Voorafgaande aan de zitting kwam klager nog met allerlei dossiers met stukken. Die heeft verweerster globaal doorgenomen maar waren volgens haar niet van belang. Verweerster heeft aan klager gevraagd haar specifiek aan te geven welke stukken uit de aanvullende dossiers in zijn visie voor de zaak van belang waren. Daarover heeft klager geen duidelijkheid verschaft. Bij hoge uitzondering heeft verweerster de dag voor de zitting van de griffie digitaal nog de nodige correspondentie ontvangen. Daarbij zaten geen processtukken en met name geen verhoren van de rechter-commissaris. Het ging alleen om correspondentie die voor het verweer in de strafzaak niet relevant waren.

Ad klachtonderdeel b)

4.2    Klager beschikt reeds over het grootste deel van zijn dossier. Nadat klager verweerster had laten weten dat zij niet meer voor hem behoefde op te treden, heeft verweerster de stukken die ter zitting waren overgelegd nog digitaal aan klager toegezonden.

Ad klachtonderdeel c)

4.3    Verweerster heeft het verzoek van klager om zich aan de zaak te onttrekken ontvangen nadat de zaak al gesloten was. Er was dus geen zaak meer waaraan zij zich kon onttrekken. Verweerster had echter wel het vonnis nodig om de zaak te kunnen declareren bij de Raad voor Rechtsbijstand. Dat heeft zij afgewacht.

5    BEOORDELING

Ad klachtonderdeel a)

5.1    Verweerster heeft uiteengezet welke werkzaamheden zij ter verdediging van klager heeft verricht. Met name heeft verweerster onweersproken gesteld dat zij aan klager heeft gevraagd specifiek aan te geven welke stukken hij uit het aanvullend dossier voor zijn verdediging van belang vond, op welke vraag zij geen antwoord heeft gekregen. Gesteld noch gebleken is dat verweerster niet over bepaalde stukken beschikte terwijl die voor de verdediging van cruciaal belang zouden zijn. De raad is dan ook niet gebleken dat verweerster bij de behartiging van de belangen van klager tuchtrechtelijk verwijtbaar tekort is geschoten. Dit klachtonderdeel wordt derhalve ongegrond verklaard.

Ad klachtonderdeel b)

5.2    Ter zitting heeft klager erkend dat hij van verweerster het volledige dossier heeft ontvangen. Zijn enige bezwaar is dat hij geen volledig papieren dossier in zijn bezit heeft gekregen. Klager miskent daarmee dat dit niet van verweerster verwacht kon en hoefde te worden. Dit klachtonderdeel mist derhalve feitelijke grondslag en wordt derhalve ongegrond verklaard.

Ad klachtonderdeel c)

5.3    Klager heeft niet meer gereageerd op het verweer van verweerster dat zij zich niet kon onttrekken omdat het verzoek tot onttrekking was gedaan nadat de behandeling van de zaak was gesloten. Van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen kan derhalve geen sprake zijn, zodat dit klachtonderdeel ongegrond wordt verklaard.

BESLISSING

De raad van discipline:

-    verklaart alle klachtonderdelen ongegrond.

Aldus gewezen door mr. K.H.A. Heenk, voorzitter, en mrs. A.D.G Bakker, E. Bige, B.E.J.M. Tomlow en M.W. Veldhuijsen, leden, bijgestaan door mr. A.M. van Rossum,

als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 6 februari 2017.

Griffier    Voorzitter