ECLI:NL:TADRAMS:2017:89 Raad van Discipline Amsterdam 16-490/A/A

ECLI: ECLI:NL:TADRAMS:2017:89
Datum uitspraak: 24-04-2017
Datum publicatie: 01-05-2017
Zaaknummer(s): 16-490/A/A
Onderwerp: Tuchtprocesrecht, subonderwerp: Hoger beroep niet mogelijk
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Verzet. Klacht over de advocaat van de wederpartij. Verzet ongegrond.

Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam

van 24 april 2017

in de zaak 16-490/A/A

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter van de raad van discipline van 4 juli 2016 op de klacht van:

klager

tegen:

verweerder

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief van 6 november 2015 heeft klager bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam (hierna: “de deken”) een klacht ingediend over verweerder.

1.2 Bij brief aan de raad van 26 mei 2016 met kenmerk 4015-0765, door de raad ontvangen op 26 mei 2016, heeft de deken de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.3 Bij beslissing van 4 juli 2016 heeft de voorzitter van de raad (hierna: de voorzitter) de klacht kennelijk ongegrond verklaard, welke beslissing op 4 juli 2016 is verzonden aan klager.

1.4 Bij brief van 2 augustus 2016, door de raad ontvangen op 4 augustus 2016, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

1.5 Verzoeker heeft bij e-mail van 8 september 2016 een verzoek gedaan tot wraking van de voorzitter. Het wrakingsverzoek is behandeld ter zitting van de raad van 31 oktober 2016. Bij beslissing van 22 november 2016 is het wrakingsverzoek afgewezen.

1.6 Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 13 maart 2017 in aanwezigheid van verweerder.

1.7 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven, alsmede van het verzetschrift van klager van 2 augustus 2016 en de aanvullende stukken van 10 augustus 2016, 11 september 2016, 12 september 2016, 1 december 2016, en 17 december 2016.

2 FEITEN EN KLACHT

2.1 Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter. Tegen die weergave komt klager in verzet niet op.

3 VERZET

De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, in dat de voorzitter de klacht ten onrechte kennelijk ongegrond heeft verklaard en voorbij is gegaan aan de relevantie van de door klager genoemde feiten en omstandigheden.

4 BEOORDELING

4.1 De raad is van oordeel dat de voorzitter bij de beoordeling de juiste maatstaf heeft toegepast en voorts acht heeft geslagen op alle relevante omstandigheden van het geval. Naar het oordeel van de raad kunnen de door klager aangevoerde gronden niet slagen en heeft de voorzitter de klacht terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond bevonden.

4.2 Nu het verzet van klager tegen de beslissing van de voorzitter ook overigens geen nieuwe gezichtspunten oplevert is er geen plaats voor verder onderzoek naar de klacht en moet het verzet ongegrond worden verklaard.

BESLISSING

De raad van discipline:

 verklaart het verzet ongegrond.

Aldus beslist door mr. Q.R.M. Falger, voorzitter, mrs. R. Lonterman, M. Middeldorp, B. Roodveldt en C. Wiggers, leden, bijgestaan door mr. N.M.K. Damen als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 24 april 2017.

Griffier Voorzitter

Deze beslissing is in afschrift op 24 april 2017 verzonden.