ECLI:NL:TADRAMS:2017:153 Raad van Discipline Amsterdam 17-124/A/NH

ECLI: ECLI:NL:TADRAMS:2017:153
Datum uitspraak: 30-07-2017
Datum publicatie: 07-07-2017
Zaaknummer(s): 17-124/A/NH
Onderwerp:
  • Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Vrijheid van handelen
  • Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Fouten
  • Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Wat nooit geoorloofd is
  • Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Jegens wederpartij in acht te nemen zorg
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Verzetzaak. Klacht tegen advocaat wederpartij. Verzet ongegrond.

Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam

van 30 juni 2017

in de zaak 17-124/A/NH

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline van 27 maart 2017 op de klacht van:

klagers

tegen:

verweerder

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief van 9 september 2016 hebben klagers bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Noord-Holland (hierna: “de deken”) een klacht ingediend over verweerder.

1.2 Bij brief aan de raad van 9 februari 2017 met kenmerk td/md/16-343, door de raad ontvangen op 13 februari 2017, heeft de deken de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.3 Bij beslissing van 27 maart 2017 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad (hierna: de voorzitter) de klacht kennelijk ongegrond verklaard, welke beslissing op 27 maart 2017 is verzonden aan klagers.

1.4 Bij brief van 10 april 2017, door de raad ontvangen op 11 april 2017, hebben klagers verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

1.5 Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 19 mei 2017 in aanwezigheid van klaagster sub 2, vergezeld door haar vader, en verweerder.

1.6 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven, alsmede van het verzetschrift van klagers van 10 april 2017.

2 FEITEN EN KLACHT

2.1 Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter.

3 VERZET

3.1 De gronden van het verzet strekken ertoe om de klacht opnieuw in volle omvang te doen beoordelen.

4 BEOORDELING

4.1 De raad is van oordeel dat de voorzitter bij de beoordeling de juiste maatstaf heeft toegepast en voorts acht heeft geslagen op alle relevante omstandigheden van het geval. Naar het oordeel van de raad kunnen de door klager aangevoerde gronden niet slagen. De voorzitter heeft de klacht terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond bevonden.

4.2 In aanvulling op de beoordeling van de voorzitter van klachtonderdeel b, overweegt de raad nog dat de e-mail van de heer P. aan klagers van 4 juni 2015, die door klagers is opgevat als een bedreiging aan hun adres, niet door verweerder is opgesteld. Verweerder kan niet tuchtrechtelijk verantwoordelijk worden gehouden voor e-mails die zijn cliënte, of mensen in dienst van zijn cliënte, aan klagers hebben gestuurd. De voorzitter heeft dit klachtonderdeel dan ook terecht kennelijk ongegrond verklaard.

4.3 Met betrekking tot klachtonderdeel c overweegt de raad dat de voorzitter terecht heeft overwogen dat wat verweerder aan zijn cliënte heeft geadviseerd onder zijn geheimhoudingsplicht valt. Verder gaan klagers in hun verzetschrift uit van de veronderstelling dat alle handelen van de cliënte van verweerder moet zijn geadviseerd door verweerder, zodat dat handelen geheel aan verweerder kan worden toegerekend. Die veronderstelling is niet juist. Verweerder kan slechts voor eigen handelen en niet dat van zijn cliënte tuchtrechtelijk verantwoordelijk worden gesteld.

4.4 Nu het verzet van klagers tegen de beslissing van de voorzitter ook overigens geen nieuwe gezichtspunten oplevert is er geen plaats voor verder onderzoek naar de klacht en moet het verzet ongegrond worden verklaard.

BESLISSING

De raad van discipline:

- verklaart het verzet ongegrond.

Aldus beslist door mr. A.P. Schoonbrood-Wessels, voorzitter, mrs. L.H. Rammeloo en B.J. Sol, leden, bijgestaan door mr. C.C. Horrevorts als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 30 juni 2017.

Griffier Voorzitter

mededelingen van de griffier ter informatie:

Deze beslissing is in afschrift op 30 juni 2017

verzonden.