ECLI:NL:TADRAMS:2017:12 Raad van Discipline Amsterdam 16-784/A/NH

ECLI: ECLI:NL:TADRAMS:2017:12
Datum uitspraak: 23-02-2017
Datum publicatie: 09-02-2017
Zaaknummer(s): 16-784/A/NH
Onderwerp: Tuchtprocesrecht, subonderwerp: Hoger beroep niet mogelijk
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Verzet. Klacht tegen advocaat wederpartij. Verzet ongegrond.

Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam

van 23 januari 2017

in de zaak 16-784/A/NH

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline van 5 september 2016 op de klacht van:

klager

tegen:

verweerder

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief van 4 juni 2016 heeft klager bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Noord-Holland (hierna: “de deken”) een klacht ingediend over verweerder.

1.2 Bij brief aan de raad van 18 augustus 2016 met kenmerk td/md/16-212, door de raad ontvangen op 19 augustus 2016, heeft de deken de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.3 Bij beslissing van 5 september 2016 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad (hierna: de voorzitter) de klacht kennelijk ongegrond verklaard, welke beslissing op 5 september 2016 is verzonden aan klager.

1.4 Bij brief van 3 oktober 2016, door de raad ontvangen op 4 oktober 2016, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

1.5 Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 12 december 2016 in aanwezigheid van partijen.

1.6 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven, alsmede van het verzetschrift van klager van 3 oktober 2016. De raad heeft daarnaast kennisgenomen van de brief (met bijlagen) van klager van 14 november 2016, de brief van klager van 21 november 2016 en van de door klager ter zitting voorgedragen pleitnotitie.

2 FEITEN EN KLACHT

2.1 Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter. Tegen die weergave komt klager in verzet niet op.

3 VERZET

3.1 De gronden van het verzet strekken ertoe om de klacht opnieuw in volle omvang te beoordelen.

4 BEOORDELING

4.1 De raad is van oordeel dat de voorzitter bij de beoordeling de juiste maatstaf heeft toegepast en voorts acht heeft geslagen op alle relevante omstandigheden van het geval. Naar het oordeel van de raad kunnen de door klager aangevoerde gronden niet slagen en heeft de voorzitter de klacht terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond bevonden.

4.2 Nu het verzet van klager tegen de beslissing van de voorzitter ook overigens geen nieuwe gezichtspunten oplevert, is er geen plaats voor verder onderzoek naar de klacht en moet het verzet ongegrond worden verklaard.

BESLISSING

De raad van discipline verklaart het verzet ongegrond.

Aldus beslist door mr. D.H. Steenmetser-Bakker, voorzitter, mrs. E.C. Gelok en C.C. Oberman, leden, bijgestaan door mr. S.M. Balkema als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 23 januari 2017.

Griffier Voorzitter

mededelingen van de griffier ter informatie:

Deze beslissing is in afschrift op 23 januari 2017 verzonden aan:

- klager

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Noord-Holland.

Op grond van artikel 46h lid 7 Advocatenwet kan van deze beslissing geen hoger beroep worden ingesteld.