ECLI:NL:TAHVD:2016:266 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 150076

ECLI: ECLI:NL:TAHVD:2016:266
Datum uitspraak: 11-01-2016
Datum publicatie: 03-02-2017
Zaaknummer(s): 150076
Onderwerp: Maatregelen, subonderwerp: Schorsing
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: De advocaat heeft zijn hoger beroep ingetrokken. Het hof heeft de ingangsdatum van het onvoorwaardelijk gedeelte van de door de raad van discipline opgelegde schorsing bepaald.

Beslissing

van 11 januari 2016

in de zaak 150076

naar aanleiding van het hoger beroep van:

verweerder

tegen:

klaagster

en

de deken

1    HET GEDING IN EERSTE AANLEG

Het hof verwijst naar de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam (verder: de raad) van 7 september 2015, onder nummers 15-114A en 15-115A (d), aan partijen toegezonden op 7 september 2015, waarbij een klacht van klaagster tegen verweerder gegrond is verklaard en een bezwaar van de deken tegen verweerder gegrond is verklaard en aan verweerder de maatregel van schorsing in de uitoefening van de praktijk voor de duur van zes weken, waarvan vier weken voorwaardelijk, is opgelegd.

2    HET GEDING IN HOGER BEROEP

2.1    De memorie waarbij verweerder van deze beslissing in hoger beroep is gekomen, is op 6 oktober 2015 ter griffie van het hof ontvangen.

2.2    Het hof heeft voorts kennis genomen van:

-    de stukken van de eerste aanleg;

-    de antwoordmemorie van mr. U, gemachtigde van klaagster van 30 oktober 2015;

-    de antwoordmemorie van de deken van 26 november 2015.

2.3    Per brief van 18 december 2015 heeft verweerder het hoger beroep ingetrokken en daarbij aangegeven zich per direct te houden aan opgelegde maatregel.

2.4    Bij brief van 4 januari 2016 heeft de deken het standpunt van de deken aangaande de te bepalen aanvangsdatum aan het hof kenbaar gemaakt.

3    BEOORDELING

Aangezien de raad de klacht gegrond heeft verklaard en aan verweerder een deels onvoorwaardelijke schorsing heeft opgelegd, dient het hof te bepalen wanneer de schorsing aanvangt. Het hof beslist dienaangaande als volgt.

    BESLISSING

Het Hof van Discipline:

bepaalt dat het onvoorwaardelijk deel van de door de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam bij beslissing van 7 september 2015, gewezen onder nummers 15-114A en 15-115A (d) opgelegde schorsing voor verweerder aanvangt op 11 januari 2016.

Aldus gewezen door mr. J.C. van Dijk, voorzitter, mrs. L. Ritzema, A.R. Sturhoofd, J.C. van Oven en M. Pannevis, leden, in tegenwoordigheid van mr. C.M.J. Gijzen, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 11 januari 2016.

griffier    voorzitter                           

De beslissing is verzonden op 11 januari 2016.