ECLI:NL:TADRSHE:2016:177 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 16-781/DB/LI/D

ECLI: ECLI:NL:TADRSHE:2016:177
Datum uitspraak: 14-11-2016
Datum publicatie: 18-11-2016
Zaaknummer(s): 16-781/DB/LI/D
Onderwerp: Wat een behoorlijk advocaat betaamt, subonderwerp: Bezwaren van de deken
Beslissingen: Voorwaardelijke schorsing
Inhoudsindicatie: Het belemmeren van de deken in diens toezichthoudende taakuitoefening door niet, althans niet volledig, te reageren op verzoeken van de deken naar aanleiding van bij de deken ingediende klachten, valt een advocaat tuchtrechtelijk aan te rekenen. Nu al eerder voor vergelijkbaar nalaten een berisping is opgelegd volgt voorwaardelijke schorsing voor 4 weken. Dekenbezwaar gegrond, voorwaardelijke schorsing 4 weken, kostenveroordeling verkorting termijn ex art 8a lid 3 Advocatenwet.  

Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort  ’s-Hertogenbosch

van 14 november 2016

in de zaak 16-781/DB/LI

naar aanleiding van het bezwaar van:

de deken

tegen:

verweerster

1          Verloop van de procedure

1.1      Bij brief aan de raad van 17 augustus 2016 met kenmerk K 16-111 door de raad ontvangen op 18 augustus 2016, heeft de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Limburg een bezwaar tegen verweerster bij de raad ingediend.

1.2      De gemachtigde van verweerster heeft per e-mail van 3 oktober 2016 om aanhouding van de mondelinge behandeling van het bezwaar van de deken en het verzoek ex artikel 60b van de deken in de zaak 16-809/DB/LI/D verzocht wegens een dringende verhindering op medische gronden. De griffier van de raad heeft de gemachtigde van klaagster per e-mail van 3 oktober 2016 bericht dat op het verzoek om aanhouding van de mondelinge behandeling door de raad ter zitting zou worden beslist. De raad heeft het verzoek om aanhouding ter zitting van 3 oktober 2016 afgewezen op grond van de ernst van de zaken, de aard van de door de deken in de zaak 16-809/DB/LI/D verzochte maatregel, het late tijdstip van de indiening van het verzoek en de omstandigheid dat verweerster door een advocaat werd bijgestaan, door wie zij zich ter zitting van de raad had kunnen doen vertegenwoordigen. Het bezwaar en het verzoek van de deken in voormelde zaak zijn vervolgens achter gesloten deuren behandeld ter zitting van de raad van 3 oktober 2016 in aanwezigheid van de deken. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3      De raad heeft kennis genomen van:

-       de brief van de deken van 17 augustus 2016, met bijlagen.

2          FEITEN

          Voor de beoordeling van het bezwaar wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende feiten uitgegaan.

2.1     Bij brief van 20  maart 2016 heeft de heer H een klacht tegen verweerster bij de deken ingediend. De deken heeft bij brief van 7 april 2016 aan verweerster verzocht om binnen 14 dagen op de klacht te reageren. Verweerster heeft bij brief van 20 april 2016 gereageerd, waarop bij brief van 12 mei 2016 door de advocaat van de heer H is gereageerd. De deken heeft de reactie van de advocaat van klager bij brief van 19 mei 2016 aan verweerster toegezonden en verzocht om binnen 14 dagen hierop schriftelijk te reageren. De deken heeft verweerster bij brieven van  23 juni en 13 juli 2016 gerappelleerd. De deken heeft bij brief van 22 juli 2016 aangekondigd een dekenbezwaar te zullen indienen, tenzij verweerster alsnog binnen 10 dagen zou reageren. Verweerster heeft hierop niet gereageerd.

3.2     Bij brief van 9 juni 2016 is door klagers X een klacht tegen verweerster bij de deken ingediend. De deken heeft verweerster bij brief van 16 juni 2016 verzocht op de klacht te reageren. De deken heeft verweerster bij brief van 6 juli 2016 gerappelleerd en bij brief van 22 juli 2016 aangekondigd een dekenbezwaar te zullen indienen, tenzij verweersters alsnog binnen 10 dagen zou reageren. Verweerster heeft hierop niet gereageerd.

3          BEZWAAR

3.1      Het bezwaar houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

verweerster in twee lopende klachtzaken heeft nagelaten te reageren op verzoeken van de deken om informatie (middels antwoord respectievelijk dupliek), waardoor zij de deken heeft belemmerd in diens taak tot het doen van onderzoek naar aanleiding van klachten over verweerster.

4          BEOORDELING

4.1     Vast staat dat verweerster niet heeft gereageerd op brieven van de deken van 19 mei. 16 en 23 juni en 6,13 en 22 juli 2016, waarin de deken verweerster verzocht om te reageren dan wel te dupliceren naar aanleiding van de bij de deken tegen haar ingediende klachten.

4.2     In de Advocatenwet is aan de deken onder meer opgedragen een behoorlijke uitoefening van de praktijk te bevorderen en toe te zien op de naleving van de plichten van de advocaat als zodanig terwijl zij de taken vervullen die hun bij verordeningen zijn opgelegd. Bovendien heeft de wetgever in het tuchtrecht belangijke taken voor de deken weggelegd. Zo heeft de deken de taak om een onderzoek in te stellen naar elke bij hem ingediende klacht en te trachten in der minne een schikking te bereiken. Hierdoor is het voor de deken van belang om alle feiten en omstandigheden te kennen. De advocaat tegen wie een klacht is ingediend, is daarom in het algemeen verplicht de nodige inlichtingen aan de deken te verstrekken. Het was in dat kader dat de deken verweerster vroeg hem (nader) te informeren omtrent de bij hem ingediende klachten. Door daarop niet, althans niet volledig, te reageren en ook niet te reageren op latere verzoeken van de deken belemmerde verweerster de deken in diens hiervoor omschreven taakuitoefening, wat verweerster tuchtrechtelijk valt aan te rekenen.

5          MAATREGEL

5.1      De raad heeft bij beslissing van 4 juli 2016 op een eerder bezwaar van de deken betreffende het niet verstrekken van de door de deken gevraagde informatie aan verweerster de maatregel van berisping opgelegd. De raad is van oordeel dat thans niet meer kan worden volstaan met een lichtere dan de hierna op te leggen maatregel.

7         KOSTENVEROORDELING

7.1.    De raad ziet aanleiding om verweerster overeenkomstig artikel 48, zesde lid, Advocatenwet te veroordelen in de kosten die ten laste komen van de Nederlandse Orde van Advocaten in verband met de behandeling van de zaak. Deze kosten worden vastgesteld op EUR 1.000 en moeten binnen vier weken na het onherroepelijk worden van deze beslissing aan de Nederlandse Orde van Advocaten worden betaald. Dit bedrag kan worden betaald op rekeningnummer IBAN:NL85 INGB 0000 079000, BIC:INGBNL2A, t.n.v. Nederlandse Orde van Advocaten, Den Haag, onder vermelding van “kostenveroordeling” en het zaaknummer.

BESLISSING

De raad van discipline:

-        verklaart het bezwaar  gegrond;

-        legt aan verweerster op de maatregel van schorsing in de uitoefening van de praktijk voor de duur van 4 weken, met bepaling dat deze maatregel niet zal worden ten uitvoer gelegd tenzij de raad later anders mocht bepalen op grond dat verweerster zich voor het einde van de proeftijd, welke de raad stelt op 2 jaar aan een in artikel 46 van de advocatenwet bedoelde gedraging heeft schuldig gemaakt.

-        veroordeelt verweerster tot betaling van de proceskosten van EUR 1.000 aan de Nederlandse Orde van Advocaten;

-        bepaalt dat de in artikel 8a, derde lid, van de Advocatenwet bedoelde termijn wordt verkort tot 2 jaar.

Aldus beslist door mr. M.M.T. Coenegracht, voorzitter, mrs. L.W.M. Caudri, L.R.G.M. Spronken, P.J.W.M. Theunissen en J.B. de Meester, bijgestaan door mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 14 november 2016.

Griffier                                                            Voorzitter

mededelingen van de griffier ter informatie:

Deze beslissing is in afschrift op 14 november 2016

verzonden aan:

-            verweerster

-            de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg     

-            de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

-            de secretaris van de Nederlandse Orde van Advocaten

-            het College van Toezicht van de Nederlandse Orde van Advocaten

Van deze beslissing staat hoger beroep bij het Hof van Discipline open voor:

-            de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg    

-    de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.      Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 85452, 2508 CD Den Haag

b.      Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres:

Kneuterdijk 1, 2514 EM Den Haag

Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u telefonisch contact op te nemen met de griffie van het hof.

Het telefoonnummer van het Hof van Discipline is 088-2053777

c.       Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 088-2053701

Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

d.         Per e-mail

Het e-mailadres van het Hof van Discipline is: griffie@hofvandiscipline.nl .

Tegelijkertijd  met de indiening per e-mail dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post, voorzien van een originele handtekening, te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Informatie ook op www.hofvandiscipline.nl